100% de satisfacción garantizada Inmediatamente disponible después del pago Tanto en línea como en PDF No estas atado a nada 4.2 TrustPilot
logo-home
Resumen

Samenvatting Ontwikkelingspsychologie: alle informatie die je nodig hebt voor het tentamen

Puntuación
-
Vendido
-
Páginas
17
Subido en
07-11-2024
Escrito en
2024/2025

Dit document is alles wat je nodig hebt voor het behalen van je tentamen ontwikkelingspsychologie. Ik heb aan de hand van deze samenvatting een 8 gehaald op dit vak en daarom wil ik hem graag delen. Het belangrijkste voor dit tentamen is het kennen van een aantal ontwikkelingspsychologen en de bijbehorende theorieën en verschillende experimenten en de conclusies daarvan. Ik heb de informatie uit colleges en het bijbehorende boek gehaald. De belangrijkste punten voor het tentamen heb ik verwerkt in dit document, ook heb ik in dit documenten kritiek punten op verschillende psychologen verwerkt (als daar sprake van was). Voor een optimaal resultaat kun je AI gebruiken om uit de informatie van deze samenvatting meerkeuze vragen te maken. Dit heb ik ook toegepast en daarvan kwamen veel soortgelijke vragen terug in het tentamen. Ik hoop dat je wat aan mijn samenvatting hebt, succes met leren!

Mostrar más Leer menos
Institución
Grado













Ups! No podemos cargar tu documento ahora. Inténtalo de nuevo o contacta con soporte.

Libro relacionado

Escuela, estudio y materia

Institución
Estudio
Grado

Información del documento

¿Un libro?
Subido en
7 de noviembre de 2024
Número de páginas
17
Escrito en
2024/2025
Tipo
Resumen

Temas

Vista previa del contenido

Ontwikkelingspsychologie
Deze samenvatti ng bevat theorieën en beweringen van ontwikkelingspsychologen,
informati e over de hersenen en belangrijke experimenten



De basis van het vak:
De ontwikkelingspsychologie valt op te delen in twee verschillende modellen: het
mechanisch model en het organisch model. Beide modellen hebben een aanhanger en
verder zijn er verschillende ontwikkelingspsychologen die theorieën hebben die passen bij of
het mechanisch model of het organische model.

Mechanisch model
Dit model ziet mensen als machines die een serie van voorspelbare reacties op stimuli laat
zien. De ontwikkeling is een continu proces en er wordt gebruik gemaakt van kwantitatieve
data. John Locke was hier een aanhanger van.
Verschillende belangrijke psychologen die aansluiten bij dit model zijn:
- Pavlov met de leertheorie
- Skinner met de theorie over operante conditionering (duiven experiment)
- Watson met de theorie over klassieke conditionering (Little Albert experiment)
- Bandura met de sociale leertheorie door modelling en self-efficy. Hiermee liet hij zien
dat ontwikkeling bi-directioneel is.
- Lev Vygotsky met de theorie over scaffolding en ZNO


Organisch model
Dit model ziet mensen als actieve wezens die hun eigen ontwikkeling sturen. De ontwikkeling
gebeurt volgens hen in kwalitatieve verschillende fasen. Jean Jacques Rousseau was hier
aanhanger van.
Verschillende belangrijke psychologen die aansluiten bij dit model zijn:
- Freud die uitspraken doet over de psychoanalytische ontwikkeling
- Erikson die uitspraken doet over de psychosociale ontwikkeling
- Jean Piaget die uitspraken doet over de cognitie ontwikkeling

,Inhoudsopgave
Piaget............................................................................................................................................................ 4
Cognitieve ontwikkeling.......................................................................................................................................4
Kritiek op Piaget...................................................................................................................................................6

Freud............................................................................................................................................................. 7
Cognitieve ontwikkeling.......................................................................................................................................7
Psychosociale ontwikkeling..................................................................................................................................7

Erik Erikson.................................................................................................................................................... 8
Psychosociale ontwikkeling..................................................................................................................................8

Vygotsky...................................................................................................................................................... 10
Cognitieve ontwikkeling.....................................................................................................................................10
Cognitieve ontwikkeling.....................................................................................................................................11
Kritiek Kohlberg:.................................................................................................................................................11
Fasen van vriendschap - Robert Selman............................................................................................................12

Skinner........................................................................................................................................................ 13
Cognitieve ontwikkeling.....................................................................................................................................13

Stanley Hall.................................................................................................................................................. 13

Warner Schaie............................................................................................................................................. 13

Sternberg..................................................................................................................................................... 13

Chomsky...................................................................................................................................................... 13
Cognitieve ontwikkeling.....................................................................................................................................13

Hersenen..................................................................................................................................................... 15

Experimenten ontwikkelingspsychologie...................................................................................................... 16
Het onderzoek met apen (Harry Harlow)...........................................................................................................16
Het drie bergen experiment...............................................................................................................................16
Sally and Anne experiment.................................................................................................................................16
Het Marshmallow experiment............................................................................................................................16
Zwart versus wit onderzoek (clark&clark)..........................................................................................................16
Être et avoir........................................................................................................................................................16
Teens and risky behavior....................................................................................................................................16
Heinzdilemma (Kohlberg)...................................................................................................................................17
Visual cliff experiment........................................................................................................................................17
Seattle longitudinale studie................................................................................................................................17

,Imprintingsfenomeen (Bioloog Konrad Lorenz).................................................................................................17
Experiment duiven pingpongen (Skinner)..........................................................................................................17

,Piaget

Cognitieve ontwikkeling
De reden dat we geen herinneringen hebben in onze eerste levensjaren komt doordat ons
brein dan nog niet voldoende ontwikkeld is om herinneringen op te slaan.

Volgens Piaget begint alles met een schema. Dit schema zit in het lichaam en de interactie
van het kind met de werkelijkheid. Kinderen moeten deze schema’s aanpassen doordat hun
werkelijkheid wordt aangepast. Dit gebeurt door adaptatie. Adaptatie wordt onderveeld in
assimilatie en accommodatie. Een kind streeft naar equilibratie, dit is het juiste balans
tussen assimilatie en accommodatie.

In de verschillende stadia van Piaget wordt er gekeken naar kwalitatieve veranderingen in het
niveau van cognitief functioneren.
Kinderen leren in eerste instantie door zintuigen en motorische activiteit.


Fase 1: Sensomotorische Fase (0 – 2 jaar)

0 – 1 maand (reflexen): controle krijgen over bepaalde reflexen
1 – 4 maand (primaire circulaire reacties): baby’s leren om doelbewust belonend gedrag te
herhalen
4 – 8 maand (secundaire circulaire reacties): baby’s krijgen nieuwe interesse in het
manipuleren van objecten en het leren over eigenschappen van deze objecten
8 – 12 maand (coördinatie van secundaire schema’s): baby’s kunnen de kennis van eerdere
ervaringen gebruiken om problemen op te lossen
12 – 18 maand (tertiaire circulaire reacties): baby’s experimenteren met nieuw gedrag om te
zien welke resultaten dat oplevert
18 – 24 maand (mentale combinaties): hierin vindt de overgang naar pre-operationeel
gedrag plaats


Fase 2: Pre-operationele stadium (2 tot 7 jaar)
Gedrag kan alleen goed of fout zijn en moet worden gestraft op basis van het gevolg niet op
basis van de intentie.
- Centreren is de neiging om op slechts 1 aspect te focussen en andere aspecten te
vergeten
o Egocentrisme is een vorm van centreren, kinderen zijn egocentrisch wat te
zien is in het drie-bergen experiment
o Conservatisme is een vorm van centreren, dit is bij kinderen het feit dat de
hoeveelheid gelijk blijft, ook als de vorm veranderd (conservatieprobleem)
- Animisme: bepaalde objecten leven toeschrijven
- Begrip van getallen
- Empathie

, - Theorie of Mind= hoger bewustzijn van mentale activiteiten en het functioneren van
de geest (Piaget was ervan overtuigd dat de ToM nog niet kon plaatsvinden tijdens dit
stadium) (ToM ontwikkelt sneller in westerse culturen omdat ze meer uitspreken wat
ze denken)
Kinderen kunnen volgens Piaget in deze fase geen causale verbanden leggen

Fase 3: concreet operationele stadium (schoolkinderen, 7-11 jr)
Kinderen kunnen meer subtiele veroordelingen maken, omdat ze nu instaat zijn om meer dan
1 kant van de zaak te bekijken.

Kinderen beginnen ruimtelijke relaties en causaliteit te begrijpen. Ook leren kinderen
categoriseren:
- Klasse-inclusie: honden, katten en dieren
- Seriatie: objecten van groot naar klein
- Transitief redeneren: als a>b en b>c dan is a>c
Ook leren kinderen in deze fase inductief redeneren, wat betekent dat ze vanuit een
observatie een algemene conclusie kunnen trekken.
Het tegenovergestelde van inductief redeneren is deductief redeneren wat kinderen ook
leren op deze leeftijd. Ook leren kinderen conservatie wat inhoudt dat ze begrijpen dat
bepaalde eigenschappen van objecten gelijk blijven.

Tijdens deze fase begint de ontwikkeling van het metageheugen en de prefrontale cortex.
Ook gaat voor schoolkinderen de gezinsatmosfeer van controle naar co-regulatie, ze gaan
zich beter internaliseren. Dit betekent dat ze niet direct hun agressie meer zullen uiten.


Fase 4: formeel operationele stadium (adolescentie)
Rond de leeftijd 11-12 jaar begint het formeel redeneren waarin kinderen iedereen gelijk
veroordelen, waarbij ze rekening houden met de omstandigheden van het geval.
- Abstract kunnen denken
- Idealistisch; pubers denken vaak na over wat er allemaal mogelijk is
- Logisch, pubers beginnen meer na te denken als wetenschappers: Hypothetisch
deductief redeneren (plannen te scheppen om problemen op te lossen)
- Leren redeneren en onthouden nemen toe tijdens de adolescentie volgens de
informatie-verwerkings benadering
- Pruning
- De prefrontale cortex groeit

Extra fase: postformeel denken (Sinnot)
Deze fase is een uitbreiding op de fasen van Piaget. Deze is bedacht omdat Sinnot ervan
uitging dat het cognitief denken nog door ontwikkelt na de adolescentie.
Verschillende kenmerken van postformeel denken zijn:
- Reflectief denken
- Hogere fase van cognitief denken
- Open, individualistisch en flexibel
- Sociale en economische context

, Kritiek op Piaget

Onderzoek naar de Ontwikkeling van Categorisatie bij Baby’s
Volgens recent hersenonderzoek kunnen baby’s al veel eerder categoriseren dan Piaget
aanvankelijk stelde. Waar Piaget dacht dat deze vaardigheid zich pas rond 18 maanden
ontwikkelde, blijkt uit hersenonderzoek dat dit al rond 6 maanden mogelijk is.

Theory of Mind (ToM)
Volgens de Theory of Mind kunnen kinderen al veel meer dan Piaget aannam. Het bekende
"Drie Bergen-experiment" van Piaget is volgens critici te abstract voor jonge kinderen. Het
"Sally en Anne-experiment" toont aan dat kinderen van 4 jaar zich al kunnen inleven in
anderen, wat wijst op het vermogen om niet-egoïstisch te denken.

Deductief Redeneren
Piaget stelde dat deductief redeneren pas tijdens de adolescentie mogelijk is, waarbij men
van een algemeen verschijnsel naar een specifiek geval redeneert. Anderen beweren echter
dat kinderen tijdens de schooltijd al tot deductief redeneren in staat zijn. Interessant is dat
1/3 tot de helft van de volwassenen niet in staat blijkt om hypothetisch deductief te
redeneren.

Overschatting van Competenties bij Oudere Kinderen
Piaget zou de competenties van oudere kinderen juist overschat hebben. Sinnot
introduceerde criteria voor "post-formeel denken" om deze competenties beter te
beschrijven:
- Pragmatisme: keuzes maken die passen bij de realiteit van de situatie.
- Awareness of Paradox: zowel de positieve als negatieve kanten van een situatie zien.
- Multiple Solutions: het vermogen om meerdere oplossingen te bedenken.
- Self-referential Thought: het gebruik van emoties om te redeneren.
$5.96
Accede al documento completo:

100% de satisfacción garantizada
Inmediatamente disponible después del pago
Tanto en línea como en PDF
No estas atado a nada

Conoce al vendedor
Seller avatar
maraportman

Conoce al vendedor

Seller avatar
maraportman Rijksuniversiteit Groningen
Seguir Necesitas iniciar sesión para seguir a otros usuarios o asignaturas
Vendido
0
Miembro desde
2 año
Número de seguidores
0
Documentos
1
Última venta
-

0.0

0 reseñas

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recientemente visto por ti

Por qué los estudiantes eligen Stuvia

Creado por compañeros estudiantes, verificado por reseñas

Calidad en la que puedes confiar: escrito por estudiantes que aprobaron y evaluado por otros que han usado estos resúmenes.

¿No estás satisfecho? Elige otro documento

¡No te preocupes! Puedes elegir directamente otro documento que se ajuste mejor a lo que buscas.

Paga como quieras, empieza a estudiar al instante

Sin suscripción, sin compromisos. Paga como estés acostumbrado con tarjeta de crédito y descarga tu documento PDF inmediatamente.

Student with book image

“Comprado, descargado y aprobado. Así de fácil puede ser.”

Alisha Student

Preguntas frecuentes