Inhoud:
- Operations management
- Productielogistiek en servicelogistiek
- Health service operations management (Unit-process-network)
- Operations management van afdelingen(units)
o Vraag (patiëntengroepen)
o Capaciteit en resources
o Performance en meting
o Planning en scheduling
Operations management
‘the control of the activities involved in producing goods and providing services, and the study of the
best ways to do this.’
Het beheersen van al de activiteiten die betrokken zijn bij het produceren en leveren van een
product of dienst en het onderzoek naar hoe dit het beste kan. 1
- Control of the activities
- Best ways to do this
Productielogistiek en servicelogistiek
Bij productielogistiek komt het eindproduct bij de klant, bij servicelogistiek is de klant onderdeel van
het productieproces, de klant is nodig in het productieproces.
Bij servicelogistiek is de bejegening dan ook van belang, fouten worden gezien door de klant. Bij
productielogistiek wanneer je een fout maakt ziet de klant dit niet, want deze komt pas in beeld
nadat het eindproduct geproduceerd is.
Health service operations management (Unit-process-network)
Operations management van:
- Units; een afdeling in een (zorg)organisatie die hetzelfde type activiteiten uitvoert.; 1
specifieke unit.
- Proces; reeks bewerkingen die moeten worden uitgevoerd om een bepaalde service te
produceren voor een specifieke groep patiënten.; 1 specifieke patiëntengroep, meerdere
units(meer bewerkingen).
- Netwerk: combinatie van afdelingen en processen.; meerdere patiëntengroepen en
meerdere units.
Operations management van afdelingen (units)
Tegenwoordig staat de patiënt centraal in de zorg, het moet voor de patiënt zo goed mogelijk
georganiseerd zijn, zodat de patiënt het zorgproces zo goed mogelijk kan doorlopen. Vandaar dat er
onderlinge afstemming nodig is tussen afdelingen – operations management van afdelingen.
De management van een afdeling bestaat uit:
1
Zorglogistiek (p.33)
, - Vraag
- Capaciteiten en resources
- Performance en meting
- Planning en scheduling
De vraag slaat terug op patiëntengroepen, patiënten zijn namelijk de zorgvragers. Vraag naar
zorg ontstaat op het moment dat de patiënt zijn behoefte aan zorg uit (als hij belt of een afspraak
maakt bv.)
De vraag naar zorg kent verschillende karaktereigenschappen: aankomstpatronen en planbaarheid.
Aankomstpatronen slaan terug op het gedrag van patiënten; hoe komen ze binnen/waar komen ze
vandaan/wanneer komen ze binnen(alleen door de weeks/24/7/in de middag). Het kan ook zijn dat
het op een afdeling voornamelijk in de ochtend druk is. Dit soort patronen moet je herkennen om
vervolgens je afdeling er op af te kunnen stemmen. (welke groepen patiënten komen hier nu
eignelijk? Voor welke patiënten werken wij?
Planbaarheid slaat op de mate waarin je afspraken kunt maken (of lopen patiënten gewoon binnen);
denk aan contrast tussen de OK en de SEH.; vb. de SEH is feitelijk niet planbaar, maar je kan soms wel
voorspellen wanneer er mensen komen.
Resources: ‘objects that are used in the production process, but not transformed or
consumed by production (such as materials) 2, ‘wat heb ik’. Je resources bepalen je capaciteit, wat je
kunt bieden. De constellatie van resources bestaat uit de accommodatie(de ruimte)/equipment(de
spullen die je gebruikt)/personeel (personeel op de afdeling)/specialist-tijd(hoeveel tijd specialisten
doorbrengen op de afdeling; soms bv delen met OK). Als dit allemaal compleet is, zijn je resources
pas in orde en kun je diensten gaan aanbieden.
Er zijn verschillende soorten resources (onderstaande info) 3:
- Gedeelde en niet-gedeelde resources: voor meerdere of voor een specifieke
patiëntengroep(en).; nierdialyse/mri-scan, niet delen=makkelijker capaciteit beheersen.
- Specialistentijd als gedeelde resource: iemand werkt op de afdeling en op de OK (meerdere
afdeling 1 patiëntengroep.
- Leidende en volgende resources: afdelingen zijn leidend wanneer deze de ‘trigger’ is die leid
tot productie bij andere afdelingen. Deze andere afdelingen zijn dan volgen. Afdelingen die
hun eigen patiëntenplanning kunnen maken zijn leidend. Volgende afdelingen zijn afhankelijk
van de planning van de leidende partij
- Bottleneck (knelpunt) resources4: de stap die de doorstromingssnelheid bepaald. Denk weer
aan de verpleegafdeling die vol ligt die zorgt voor een opstopping op de afdeling OK, want zij
kunnen niet opereren als er geen ruimte is voor de patiënten.
- Continue of niet-continue beschikbare resources: sommige resources zijn altijd beschikbaar,
denk aan een bed die is altijd aanwezig. Andere resources zijn niet altijd beschikbaar, denk
aan een afspraak met een specialist, werken vaak van 9-17.
2
Vissers and Beech ‘sessions as a batch processing mechanism’ H4 p.51-63
3
Vissers and Beech ^
4
Zorglogistiek (p.43)