Samenvatting KBA enkel en voet sv

H6 KBA - Enkel en voet

Inleiding

- 28 botjes, 55 gewr in enkel en voetregio
- Verschillende gewrichten van prox -> distaal
- Art talocruralis
- Art tibiofibularis prox en dist
- Art subtalaris
- Art talocalcaneonaviculare
- Art calcaneocuboidea
- Art cuneonaviculare
- Art cuboideocuneonaviculare
- Art tarsolmetatarseae
- Art intermetatarseae prox
- Art metatarsofalangeale prox, intermedius en dist
- Dualiteit aan stabiliteit (steunbasis) en mobiliteit (mobiliteit prox gewrichten niet
beperken + aanpassen aan bodemvarianten)

Art talocruralis

- Scharniergewricht (art ginglymus): 1 bewegingsgraad: PF/DF
 Maar trochlea tali is geen onderdeel van zuivere cilinder die perfect past in
tibiofibulaire vork
 Anderen beschouwen het als art sellaris door katrolvorm gewricht, maar:
trochlea is bredeer vooraan dan achteraan dus ook geen perfecte parralel
katrol
 Trochlea loopt op einde DF vast in tibiofibulaire vork
  dus = art talocruralis is geen van beide maar een art composita (door 6
gewrichtsopp op 3 botten + niet alleen beweging mogelijk tss tibia en talus,
ook tss tibia en fibula
o Facies art inf tibiae – facies art sup trochleae tali
o Facies art malleolaris tibiae – fac art malleolaris med trochlea tali
o Fac art malleolaris fibulae – facies art malleolaris lat trochlea tali

- CPP = max DF (gaat samen met eversie)
- Ruststand = 10° PF (middenstand tss e- en inversie)