Notitie: afbeelding adductorwerking heup
H4 KBA – HEUP
Inleiding
- Zowel stabiliteit als mobiliteit nodig in dit gewricht
- Grote stabiliteit bewezen door -> weinig heupluxaties
Algemeenheden
- Art coxae = kogelgewricht (art sphaeroidea) -> 3 graden van bewegingsvrijheid
o Transversale as (flex/ ext)
o Sagittale as (abd/add)
o Verticale as (exo en endo)
- MCPP: max ext + endo -> lig max op spanning + grote congruentie
o Bij ext -> meer spanning anterieur op kapsel en ligamenten (alle lig zijn intra-
art)
- Ruststand: 30° flex, 30° abd + beetje exo
o Flex: lig ontspannen (caput femoris niet langer in acetabulum getrokken)
- Flexie heup = onstabiele stand, wanneer combi met add -> nog onstabieler (contact
tss caput en acetabulum verkleind) -> bij externe kracht mogelijkheid tot
dorsale/craniaalwaardse luxatie -> zit met been over ander been
o Preventie (re)luxatie heup na steken protese: geen add en endorot en
anteflex boven 90° !!
- antalgische houding of lichte heupflexie?
o Bij: bursitis, RA, capsulitis
o Normaal intra-articulaire p < atmosferische p
o Inflammatie -> vochttoename -> intra-articulaire p stijgt waardoor meer
spanning op kapsel / ligamenten -> streef naar LPP
Hellingshoeken van collum femoris
- Orientatie acetabulum: lateraal, caudaal, ventraal (tractie = altijd volgens richting
concaviteit)
- As collum femoris: craniaal, mediaal, ventral
o Inclinatiehoek of hellingshoek: 125° tss collum femoris en Schacht femur
o Anteversiehoek: hoek tss as collum en frontaal vlak (= declinatiehoek) (35 bij
geboorte, afnmened tot 10°-15° (vrouw) en 8-10° (man)
Hoe groter anteversiehoek: hoe groter endobew en kleiner exobew +
corrolatie met grote anterieure luxatieneiging
o Hoek van Wiberg: bedekkingsgraad caput door acetabulum (30°)
Kleiner?: kans op craniale luxatie
=> meten hoeken door RX, CT, MRI
, Belasting thv het bot
- Belasting osseuse structuren -> inw spanning -> mogelijke vervorming
- Om osseuze en kraakbeenstructuren gezond te houden -> voldoende belasten! (prev
osteoporose)
- Overbelasting en onderbelasting kan morfologie wijzigen
- belasting bot -> door visualiseren spanninglijnen
o spanningslijnen geven richting bel aan
o concentratie is maat voor grootte bel
- Beenweefsel = anisotroop: verschillende belastingsrichtingen vertonen versch eig
- Matrix beenweefsel:
o collageen -> opvangen rekspanning
o calciumhydroxyapatitekristallen -> compressie weerstaan -> lagere conc bij
osteoporosepatienten -> daalt bij minder belasten bot
o holle structuur: opgevangen buigspanning -> pijpbeenderen in lichaam zijn
buisvormig
Gewrichtskraakbeen art coxae
- Hyalien kraakbeen:
o 90% uit collageenvezels verankerd in subchondrale bot -> boogvormig ->
parallel gerangschikt met gewrichtsopp
o Chondrocyten: kraakbeencellen: produceren boustenen collageen en matrix
o Matrix: vult ruimte op tss collageen en chondrocyten (opgebouwd uit grote
moleculeketens)
o Veel water aanwezig: 65-75% -> vervormbaar door uitpersing water
o Bedekt enkel perifere deel acetabulum (= facies lunata) (middelste deel heeft
geen contact met caput), caput femoris wel bijna volledig bedekt
- Concaviteit acetabulum vergroot door labrum acetabulare
o 2e type kraakbeen: Fibreus kraakbeen: kan veel minder water opnemen
- Gewrichtskraakbeen = dikste is craniaal deel acetabulum (voor facies lunata en
caput) door grote druk tss facies en caput -> facies lunata is hier ook het breedste
- Mechanische eig kraakbeen: kraakbeen = viscoelatsisch materiaal dat kruipgedrag, =
maat voor stijfheid, vertoont, plaatsen met constante balsting hebben grootste
kruipmodulus (fovea capitis: zeer kleine kruipmodulus)
- Staande pos: contact kop en kom = klein
- volledig bedekken gewropp caput: 90° flex, beetje abd, beetje exo
H4 KBA – HEUP
Inleiding
- Zowel stabiliteit als mobiliteit nodig in dit gewricht
- Grote stabiliteit bewezen door -> weinig heupluxaties
Algemeenheden
- Art coxae = kogelgewricht (art sphaeroidea) -> 3 graden van bewegingsvrijheid
o Transversale as (flex/ ext)
o Sagittale as (abd/add)
o Verticale as (exo en endo)
- MCPP: max ext + endo -> lig max op spanning + grote congruentie
o Bij ext -> meer spanning anterieur op kapsel en ligamenten (alle lig zijn intra-
art)
- Ruststand: 30° flex, 30° abd + beetje exo
o Flex: lig ontspannen (caput femoris niet langer in acetabulum getrokken)
- Flexie heup = onstabiele stand, wanneer combi met add -> nog onstabieler (contact
tss caput en acetabulum verkleind) -> bij externe kracht mogelijkheid tot
dorsale/craniaalwaardse luxatie -> zit met been over ander been
o Preventie (re)luxatie heup na steken protese: geen add en endorot en
anteflex boven 90° !!
- antalgische houding of lichte heupflexie?
o Bij: bursitis, RA, capsulitis
o Normaal intra-articulaire p < atmosferische p
o Inflammatie -> vochttoename -> intra-articulaire p stijgt waardoor meer
spanning op kapsel / ligamenten -> streef naar LPP
Hellingshoeken van collum femoris
- Orientatie acetabulum: lateraal, caudaal, ventraal (tractie = altijd volgens richting
concaviteit)
- As collum femoris: craniaal, mediaal, ventral
o Inclinatiehoek of hellingshoek: 125° tss collum femoris en Schacht femur
o Anteversiehoek: hoek tss as collum en frontaal vlak (= declinatiehoek) (35 bij
geboorte, afnmened tot 10°-15° (vrouw) en 8-10° (man)
Hoe groter anteversiehoek: hoe groter endobew en kleiner exobew +
corrolatie met grote anterieure luxatieneiging
o Hoek van Wiberg: bedekkingsgraad caput door acetabulum (30°)
Kleiner?: kans op craniale luxatie
=> meten hoeken door RX, CT, MRI
, Belasting thv het bot
- Belasting osseuse structuren -> inw spanning -> mogelijke vervorming
- Om osseuze en kraakbeenstructuren gezond te houden -> voldoende belasten! (prev
osteoporose)
- Overbelasting en onderbelasting kan morfologie wijzigen
- belasting bot -> door visualiseren spanninglijnen
o spanningslijnen geven richting bel aan
o concentratie is maat voor grootte bel
- Beenweefsel = anisotroop: verschillende belastingsrichtingen vertonen versch eig
- Matrix beenweefsel:
o collageen -> opvangen rekspanning
o calciumhydroxyapatitekristallen -> compressie weerstaan -> lagere conc bij
osteoporosepatienten -> daalt bij minder belasten bot
o holle structuur: opgevangen buigspanning -> pijpbeenderen in lichaam zijn
buisvormig
Gewrichtskraakbeen art coxae
- Hyalien kraakbeen:
o 90% uit collageenvezels verankerd in subchondrale bot -> boogvormig ->
parallel gerangschikt met gewrichtsopp
o Chondrocyten: kraakbeencellen: produceren boustenen collageen en matrix
o Matrix: vult ruimte op tss collageen en chondrocyten (opgebouwd uit grote
moleculeketens)
o Veel water aanwezig: 65-75% -> vervormbaar door uitpersing water
o Bedekt enkel perifere deel acetabulum (= facies lunata) (middelste deel heeft
geen contact met caput), caput femoris wel bijna volledig bedekt
- Concaviteit acetabulum vergroot door labrum acetabulare
o 2e type kraakbeen: Fibreus kraakbeen: kan veel minder water opnemen
- Gewrichtskraakbeen = dikste is craniaal deel acetabulum (voor facies lunata en
caput) door grote druk tss facies en caput -> facies lunata is hier ook het breedste
- Mechanische eig kraakbeen: kraakbeen = viscoelatsisch materiaal dat kruipgedrag, =
maat voor stijfheid, vertoont, plaatsen met constante balsting hebben grootste
kruipmodulus (fovea capitis: zeer kleine kruipmodulus)
- Staande pos: contact kop en kom = klein
- volledig bedekken gewropp caput: 90° flex, beetje abd, beetje exo