IORAV : Stof uit het boek
Hoofdstuk 1
Onderneming
Art. 2 Hreg.Besluit 2008 = een onderneming is een voldoende zelfstanding optredende
organisatorische eenheid van een of meer personen waarin door voldoende inbreng van arbeid of
middelen, ten behoeve van derden diensten of goederen worden geleverd of werken tot stand
worden gebracht met het oogmerk daar materieel voordeel mee te behalen.
- Er moet sprake zijn van een voldoende zelfstandige optredende organisatorische eenheid
(zichtbare deelname)
- Er moet sprake zijn van inbreng van arbeid of middelen
- Er moet sprake zijn van materieel voordeel: winst
Je hebt vier kenmerken nodig. Dit zijn geen cumulatieve vereisten. Er moet sprake zijn van middelen,
arbeid, vermogensrechtelijk of winst behaald en zichtbare deelname. Vb: Je hebt dus geld nodig om
de onderneming te beginnen, je brengt arbeid in je onderneming, je probeert met je onderneming
winst te behalen en er is sprake van zichtbare deelname? Dan ben je een onderneming.
Ondernemingsrecht
= houdt zich bezig met de onderneming.
1. Het recht voor samenwerkingsvormen zonder rechtspersoonlijkheid
o Voorbeelden hiervan zijn de maatschap, vennootschap onder firma en de
commanditaire vennootschap
2. Rechtspersonenrecht
o Onderscheidt tussen rechtsobjecten en rechtssubjecten:
▪ Rechtsobjecten zijn voorwerpen van het recht.
▪ Rechtssubjecten zijn de dragers van rechten en plichten. Met andere
woorden: deze zijn de baas over de rechtsobjecten. In het Nederlandse
rechts zijn natuurlijke personen en rechtspersonen rechtssubjecten.
o Natuurlijke personen worden gelijk gesteld met rechtspersonen (art. 2:5 BW)
Rechtsvorm van de onderneming
Ondernemingen nemen in een bepaalde rechtsvorm deel aan het maatschappelijk verkeer. Een
onderneming is dus altijd met een bepaalde rechtsvorm verbonden
Niet elke rechtsvorm oefent een beroep of bedrijf uit of houdt in een onderneming stand. Denk
hierbij bijvoorbeeld aan verenigingen en stichtingen.
Rechtspersoonlijkheid
Stichtingen, verenging, bv´s, nv´s, coöperatie en OWM bevatten rechtspersoonlijkheid (art. 2:3 BW).
Handelsregister
Ondernemingen nemen deel aan het maatschappelijk verkeer. Het is belangrijk voor derden om te
weten in welke rechtsvorm de onderneming aan het maatschappelijk verkeer deelneemt, wie de
eigenaren zijn en wie de bestuurders zijn en wat de financiële situatie is van de onderneming.
,Er is daarom een handelsregister dat wordt beheert door de kamer van koophandel. Hierin kunnen
derden deze informatie terugvinden.
Inschrijving
- Inschrijving ondernemingen in het handelsregister moet op grond van art. 5 HRW.
- Inschrijving van rechtspersonen in het handelsregister moet op grond van art. 6 HRW.
Inschrijving geschiedt door de eigenaar van de onderneming of door de bestuurder van een
rechtspersoon volgens art. 18 HRW.
Handelsnaam
De naam waarmee ondernemingen aan het handelsverkeer deelnemen is de handelsnaam van de
onderneming.
Voor ondernemingen is het bezit van de handelsnaam belangrijk. De handelsnaam staat voor de
reputatie van de onderneming en niet zelden wordt bij verkoop van onderneming extra geld voor de
handelsnaam betaald.
Wanneer er hiervoor wel extra geld wordt betaald is er sprake van goodwill.
Handelsnaam is in de praktijk ook wel een merknaam.
Hoofdstuk 2
Eenmanszaak
Eenmanszaak is een onderneming. Wanneer vragen worden gesteld over een onderneming, altijd art.
2 Hreg.Besluit 2008 benoemen.
Geen gescheiden vermogen
Bij een eenmanszaak is er geen sprake van gescheiden vermogen. De eigenaar van de eenmanszaak
is dus volledig hoofdelijk aansprakelijk voor de schulden van de onderneming.
Gemeenschap van goederen
Wanneer de eigenaar is getrouwd in gemeenschap van goederen is art. 3:276 BW van toepassing. In
dit geval is zowel de eigenaar van de EZ als de echtgenoot hoofdelijk aansprakelijk voor de schulden
van de EZ.
Maatschap
Alle bepalingen van de maatschap zijn terug te vinden in BW 7a.
Een maatschap is volgens art. 7a:1655 BW een overeenkomst waarbij twee of meer personen zich
verbinden om iets in gemeenschap te brengen, met het oogmerk om het daaruit ontstaande
voordeel met elkander te deelen.
- Er is sprake van een overeenkomst (gebruik hiervoor art. 6:213 e.v. BW)
- Er is sprake van twee of meer personen
- Er is sprake van voordeel: winst
Kenmerkend voor de maatschap is de samenwerkingsovereenkomst. De inbreng, het winstoogmerk,
de aansprakelijkheid van de vennoten en de ontbinding.
, Oprichting
Oprichting van een maatschap heeft geen andere eisen dan de totstandkoming van een
overeenkomst (art. 6:217 BW). Oprichting is vormvrij en ontstaat na de totstandkoming van de
overeenkomst.
De maatschap moet worden ingeschreven in het handelsregister volgens art. 5 HRW maar dit is geen
oprichtingsvereisten.
Stille en openbare maatschap
Er wordt onderscheidt gemaakt tussen een stille maatschap en een openbare maatschap.
Een stille maatschap treedt in het rechtsverkeer niet op namens het samenwerkingsverband, zodat
voor derden deze maatschap niet bestaat. Het is dus niet zichtbaar voor de anderen. De stille
maatschap heeft alleen rechtsgevolgen voor de relatie van de betrokken
Een openbare maatschap komen voor bij de vrije beroepsbeoefenaren. Bij deze maatschappen
treden deelnemers tegenover derden op als vertegenwoordigers namens de maatschap.
Inbreng
Inbreng in een maatschap kan bestaan uit geld, goederen, genot van goederen en arbeid, zie art.
7a:1662 BW.
Inbreng van goederen kan op 3 manieren:
- Bij juridische inbreng ofwel goedenrechtelijke inbreng worden de goederen via
eigendomsoverdracht geleverd aan de gezamenlijke vennoten en zij samen eigenaar van de
goederen
- Bij economische inbreng blijft eigendom bij de eigenaar. Het genot van het goed wordt
ingebracht. Tevens spreken de maren af dar de waardeverminderingen van het ingebrachte
goed voor rekening en risico van de gezamenlijke maten komen. Breng je diezelfde fiets is ter
waarde van €1.000 dan blijf jij de eigenaar van de fiets. Er is geen overdracht maar een
overeenkomst waarbij afspraken worden gemaakt over de fiets. Waardeveranderingen en
waardeverminderingen komen voor alle maten en niet alleen voor de eigenaar.
- Bij verbintenisrechtelijke inbreng (genot) behoudt de inbrenger van het eigendom van
het goed en komen de waardeverminderingen van het goed voor rekening en risico van de
inbrenger. Het leidt niet tot verkrijging van de eigendom door gezamenlijke vennoten
Winst
Winst wordt evenredig aan inbreng verdeeld volgens art. 7a:1670 BW, tenzij dit anders is bepaald bij
de overeenkomst van de maatschap.
Beheers en beschikkingsdaden
De wet maakt bij een maatschap onderscheidt tussen beheersdaden en beschikkingsdaden
- Beheersdaden: over daden van beheer mag een vennoot zelf beslissen. Feitelijke
omstandigheden bepalen wat onder een daad van beheer valt. Beheersdaden zijn daden die
regelmatig in het kader van de onderneming voorkomen.
- Beschikkingsdaden: over daden van beschikking moeten de vennoten gezamenlijk beslissen.
Feitelijke omstandigheden bepalen wat onder een daad van beschikking valt.
Hoofdstuk 1
Onderneming
Art. 2 Hreg.Besluit 2008 = een onderneming is een voldoende zelfstanding optredende
organisatorische eenheid van een of meer personen waarin door voldoende inbreng van arbeid of
middelen, ten behoeve van derden diensten of goederen worden geleverd of werken tot stand
worden gebracht met het oogmerk daar materieel voordeel mee te behalen.
- Er moet sprake zijn van een voldoende zelfstandige optredende organisatorische eenheid
(zichtbare deelname)
- Er moet sprake zijn van inbreng van arbeid of middelen
- Er moet sprake zijn van materieel voordeel: winst
Je hebt vier kenmerken nodig. Dit zijn geen cumulatieve vereisten. Er moet sprake zijn van middelen,
arbeid, vermogensrechtelijk of winst behaald en zichtbare deelname. Vb: Je hebt dus geld nodig om
de onderneming te beginnen, je brengt arbeid in je onderneming, je probeert met je onderneming
winst te behalen en er is sprake van zichtbare deelname? Dan ben je een onderneming.
Ondernemingsrecht
= houdt zich bezig met de onderneming.
1. Het recht voor samenwerkingsvormen zonder rechtspersoonlijkheid
o Voorbeelden hiervan zijn de maatschap, vennootschap onder firma en de
commanditaire vennootschap
2. Rechtspersonenrecht
o Onderscheidt tussen rechtsobjecten en rechtssubjecten:
▪ Rechtsobjecten zijn voorwerpen van het recht.
▪ Rechtssubjecten zijn de dragers van rechten en plichten. Met andere
woorden: deze zijn de baas over de rechtsobjecten. In het Nederlandse
rechts zijn natuurlijke personen en rechtspersonen rechtssubjecten.
o Natuurlijke personen worden gelijk gesteld met rechtspersonen (art. 2:5 BW)
Rechtsvorm van de onderneming
Ondernemingen nemen in een bepaalde rechtsvorm deel aan het maatschappelijk verkeer. Een
onderneming is dus altijd met een bepaalde rechtsvorm verbonden
Niet elke rechtsvorm oefent een beroep of bedrijf uit of houdt in een onderneming stand. Denk
hierbij bijvoorbeeld aan verenigingen en stichtingen.
Rechtspersoonlijkheid
Stichtingen, verenging, bv´s, nv´s, coöperatie en OWM bevatten rechtspersoonlijkheid (art. 2:3 BW).
Handelsregister
Ondernemingen nemen deel aan het maatschappelijk verkeer. Het is belangrijk voor derden om te
weten in welke rechtsvorm de onderneming aan het maatschappelijk verkeer deelneemt, wie de
eigenaren zijn en wie de bestuurders zijn en wat de financiële situatie is van de onderneming.
,Er is daarom een handelsregister dat wordt beheert door de kamer van koophandel. Hierin kunnen
derden deze informatie terugvinden.
Inschrijving
- Inschrijving ondernemingen in het handelsregister moet op grond van art. 5 HRW.
- Inschrijving van rechtspersonen in het handelsregister moet op grond van art. 6 HRW.
Inschrijving geschiedt door de eigenaar van de onderneming of door de bestuurder van een
rechtspersoon volgens art. 18 HRW.
Handelsnaam
De naam waarmee ondernemingen aan het handelsverkeer deelnemen is de handelsnaam van de
onderneming.
Voor ondernemingen is het bezit van de handelsnaam belangrijk. De handelsnaam staat voor de
reputatie van de onderneming en niet zelden wordt bij verkoop van onderneming extra geld voor de
handelsnaam betaald.
Wanneer er hiervoor wel extra geld wordt betaald is er sprake van goodwill.
Handelsnaam is in de praktijk ook wel een merknaam.
Hoofdstuk 2
Eenmanszaak
Eenmanszaak is een onderneming. Wanneer vragen worden gesteld over een onderneming, altijd art.
2 Hreg.Besluit 2008 benoemen.
Geen gescheiden vermogen
Bij een eenmanszaak is er geen sprake van gescheiden vermogen. De eigenaar van de eenmanszaak
is dus volledig hoofdelijk aansprakelijk voor de schulden van de onderneming.
Gemeenschap van goederen
Wanneer de eigenaar is getrouwd in gemeenschap van goederen is art. 3:276 BW van toepassing. In
dit geval is zowel de eigenaar van de EZ als de echtgenoot hoofdelijk aansprakelijk voor de schulden
van de EZ.
Maatschap
Alle bepalingen van de maatschap zijn terug te vinden in BW 7a.
Een maatschap is volgens art. 7a:1655 BW een overeenkomst waarbij twee of meer personen zich
verbinden om iets in gemeenschap te brengen, met het oogmerk om het daaruit ontstaande
voordeel met elkander te deelen.
- Er is sprake van een overeenkomst (gebruik hiervoor art. 6:213 e.v. BW)
- Er is sprake van twee of meer personen
- Er is sprake van voordeel: winst
Kenmerkend voor de maatschap is de samenwerkingsovereenkomst. De inbreng, het winstoogmerk,
de aansprakelijkheid van de vennoten en de ontbinding.
, Oprichting
Oprichting van een maatschap heeft geen andere eisen dan de totstandkoming van een
overeenkomst (art. 6:217 BW). Oprichting is vormvrij en ontstaat na de totstandkoming van de
overeenkomst.
De maatschap moet worden ingeschreven in het handelsregister volgens art. 5 HRW maar dit is geen
oprichtingsvereisten.
Stille en openbare maatschap
Er wordt onderscheidt gemaakt tussen een stille maatschap en een openbare maatschap.
Een stille maatschap treedt in het rechtsverkeer niet op namens het samenwerkingsverband, zodat
voor derden deze maatschap niet bestaat. Het is dus niet zichtbaar voor de anderen. De stille
maatschap heeft alleen rechtsgevolgen voor de relatie van de betrokken
Een openbare maatschap komen voor bij de vrije beroepsbeoefenaren. Bij deze maatschappen
treden deelnemers tegenover derden op als vertegenwoordigers namens de maatschap.
Inbreng
Inbreng in een maatschap kan bestaan uit geld, goederen, genot van goederen en arbeid, zie art.
7a:1662 BW.
Inbreng van goederen kan op 3 manieren:
- Bij juridische inbreng ofwel goedenrechtelijke inbreng worden de goederen via
eigendomsoverdracht geleverd aan de gezamenlijke vennoten en zij samen eigenaar van de
goederen
- Bij economische inbreng blijft eigendom bij de eigenaar. Het genot van het goed wordt
ingebracht. Tevens spreken de maren af dar de waardeverminderingen van het ingebrachte
goed voor rekening en risico van de gezamenlijke maten komen. Breng je diezelfde fiets is ter
waarde van €1.000 dan blijf jij de eigenaar van de fiets. Er is geen overdracht maar een
overeenkomst waarbij afspraken worden gemaakt over de fiets. Waardeveranderingen en
waardeverminderingen komen voor alle maten en niet alleen voor de eigenaar.
- Bij verbintenisrechtelijke inbreng (genot) behoudt de inbrenger van het eigendom van
het goed en komen de waardeverminderingen van het goed voor rekening en risico van de
inbrenger. Het leidt niet tot verkrijging van de eigendom door gezamenlijke vennoten
Winst
Winst wordt evenredig aan inbreng verdeeld volgens art. 7a:1670 BW, tenzij dit anders is bepaald bij
de overeenkomst van de maatschap.
Beheers en beschikkingsdaden
De wet maakt bij een maatschap onderscheidt tussen beheersdaden en beschikkingsdaden
- Beheersdaden: over daden van beheer mag een vennoot zelf beslissen. Feitelijke
omstandigheden bepalen wat onder een daad van beheer valt. Beheersdaden zijn daden die
regelmatig in het kader van de onderneming voorkomen.
- Beschikkingsdaden: over daden van beschikking moeten de vennoten gezamenlijk beslissen.
Feitelijke omstandigheden bepalen wat onder een daad van beschikking valt.
