samenvatting sociale zekerheidsrecht

SOCIAAL ZEKERHEIDSRECHT

1. Inleiding
- Wat is sociale zekerheid?
o Geheel van maatregelen en instellingen
- Doel?
o aan elke burger voldoende bestaansmiddelen te waarborgen wanneer zijn
bestaanszekerheid wordt bedreigd ten gevolge van bepaalde risico’s
 traditioneel: 7 takken
 Rust- en overlevingspensioen
 Werkloosheid
 Arbeidsongevallenverzekering
 Beroepsziekteverzekering
 Gezinsbijslag
 Ziekte- en invaliditeitsverzekering
 Jaarlijkse vakantie
- Rijksdienst voor sociale zekerheid
o staat in voor herverdeling van sociale zekerheidsbijdragen over de sociale
zekerheidstakken


Risico’s

- Pensioen: risico ouderdom wordt verzekerd
o Federale pensioendienst regelt dat
o Overlevingspensioen
 Wanneer je partner vroegtijdig overlijdt
 Weduwnaar/weduwe kan beslissen om te stoppen met werk omdat er veel
wordt afgehouden van de inkomsten
- Werkloosheid
o Rijksdienst voor arbeidsvoorziening = RVA
 Gaat het risico beschermen om het feit dat je geen werk hebt
o VDAB samen met de vakbonden ( vb. ABVV, AVC, ACLVB) spelen een belangrijke rol
in werkloosheid
 Speelt een bemiddelende rol
- Arbeidsongevallen
o Twee verschillende luiken
 Arbeidsongevallenverzekeraar
 Elke werkgever moet elke werknemer aansluiten bij een
arbeidsongevallenverzekering
 Fedris
 Overkoepelend orgaan
o Beroepsziekten en arbeidsongevallen ( twee verschillende
takken)
- Beroepsziekte

, o Ziekte die je hebt gekregen als gevolg van je beroep
o Twee verschillende soorten
 vb. kappers hebben na een tijd eczeem
 bakkers ( na een bepaalde tijd een allergie hebben)
 per beroep heb je een bepaald iets van ziekte dat erkend is door de overheid
 er bestaat een lijst, van wanneer je in een bepaalde sector een ziekte hebt
binnen die lijst dan gaan ze je automatisch op beroepsziekte zetten
 tweede categorie  geen lijst, ziekte is minder voorkomend men moet een
aanvraag indienen en worden niet automatisch op beroepsziekte gezet

- Arbeidsongeschiktheid
o Omwille van je psychisch of fysieke toestand niet in staat bent om te werken
 Uitkering vb. omwille van zwangerschap valt hieronder
o Verschil tussen arbeidsongeschikt en invaliditeit
 Arbeidsongeschikt is tijdelijk, het mag niet langer mag zijn dan 1 jaar
 Vb. arm gebroken, van de trap gevallen
 Invaliditeit
 1 jaar ononderbroken ziek zijn
 Kan ingetrokken worden
o Overkoepelend orgaan: RIZIV
- Ziekenfonds
o staat in voor het terugbetalen van de erelonen van de dokters ( remgeld)
o ze beschikken over je medisch dossier dan betaal je
 3 of 4 euro ( je valt onder het gewone stelsel)
 2 euro betaal je als je een persoon bent met een beperking
o Als je naar een dokter gaat die niet je vast huisdokter is dan betaal je volledig en
wordt dit later teruggestort door het ziekenfonds
o Artsen
 Geconventioneerde artsen: zijn verbonden aan een conventie m.b.t. het
aantal ereloon dat ze mogen vragen, ze mogen hogere bedragen niet vragen
 Niet geconventioneerde artsen: hebben conventie niet ondertekend en
mogen zoveel vragen als ze willen
 Verschil is belangrijk ihkv een ziekenhuisopname
 Voor hospitalisatieverzekering, ze komen ertussen voor de opleg van
geconventioneerde artsen maar voor niet geconventioneerde artsen
o Hospitalisatieverzekering  meeste werknemers krijgen dit van hun werk in het
kader van een groepsverzekering
- Aanvraag euthanasie
o Aanvraag op tijd indienen want is een heel proces
o Behandelen we ook in de les

- Groeipakket
o Vroeger ‘kinderbijslag’
o Overkoepelend orgaan: Fons

- Vakantiegeld
o Enkel voor arbeiders
o Jaarlijkse vakantie
o Voor bedienden wordt dit betaald door de WG
o RJV ( rijksdienst voor jaarlijkse vakantie)

,Sociale zekerheidsstelsel: 3 categorieën van personen = 3 stelsel s

 Stelsel van de loontrekkenden = WN’s
 Is het voordeligste in BE
 Dienstbode, handelsvertegenwoordigers, zelfstandigen,…
 Arbeidsongeschiktheid
 ‘algemeen’ stelsels
 ‘Bijzondere’ stelsels
 ‘aanvullende sociale zekerheid’ of ‘bestaanszekerheid’


 Stelsels voor de ambtenaren
 In dienst van een overheid dienst zonder een contract
 Verbonden door een statuut
 Totaal verschillend sociaal zekerheidsstatuut
 Disponibiliteit (hetzelfde als arbeidsongeschiktheid  maar anders
georganiseerd)
 Plaatselijke en provinciale overheden via RSZPPO
 Andere ambtenaren: rechtstreeks verzekerd via de tewerkstellende
overheid zelf
 Zijn wel via algemeen stelsel van de loontrekkenden verzekerd voor
de gezondheidszorgen

 Stelsel van de zelfstandigen
 Minst sociale zekerheidsnut
 Verzekering voor 5 takken
 Aansluiting en bijdragebetaling
 Betalen evenveel sociale zekerheidsbijdrage als een WN maar krijgen
daarvoor minder in de plaats
 Bv. zwanger  recht op 12 weken als zelfstandigen >< werknemers
recht op 15 weken zwangerschapsverlof
- Zelfstandige
o Een zelfstandige onvangt alles bruto en moet per kwartaal RSZ betalen, btw etc
o Elke zelfstandige is aangesloten bij een sociale zekerheidskas is niet hetzelfde als
sociaal secretariaat
 die aansluiting moet bij oprichting gebeuren
 Die kas zal concreet de RSZ innen van de zelfstandige, die kas zal doorstorten
die inning door naar de overheid dus naar de RSZ

,  Fiscus zal kijken naar de inkomsten van de zelftstandigen, daar moet
belastingen op betaald worden en rsz
 Als je je niet hebt aangesloten bij een sociaal zekerheidsfonds  zo niet krijg
je een aanmaning
 Doe je dat binnen de 30 dagen dan is er niks aan de hand, je hebt
keuze aan welke kas je je wilt aansluiten
 Hulpkas kan je ook kiezen




o Sociale bijdragen zelfstandigen
 Berekend op:
 het jaarlijks netto belastbaar beroepsinkomen
o netto houdt in dat het onder aftrek is van je sociale
zekerheidsbijdrage ( RSZ)
 volgens wettelijk bepaalde percentages per inkomstenschijf
 die kunnen verschillen naargelang de bijdragecategorie
(hoofdberoep, bijberoep, meewerkende partner) je werkt.
o Hoofdberoep heeft een aparte RSZ
 meer RSZ dan in bijberoep




 hogere inkomens worden minder belast dan iemand die minder inkomen heeft