Hoorcollege 1:
Innovatie vs uitvinding:
➢ Uitvinding = Idee
➢ Innovatie = Vernieuwing
→ Uitvinding → idee → innovatie → Vernieuwing
Innovaties dragen bij aan:
1. Levensverwachting
2. Levenskwaliteit
3. Diagnose- en behandelingsmogelijkheden
4. Efficiëntie van de gezondheidszorg
5. kosten van de gezondheidszorg
Een innovatie is vaak duur en duurt heel lang. De meeste innovaties bereiken de markt niet, en
ook is het vaak niet individueel maar in een team.
Octrooi = Patent
3 eisen aan octrooiaanvraag:
- Nieuwheid
- Inventiviteit
- Industriële toepasbaarheid
In de realiteit is een innovatie erg complex → kennis valorisatie model.
- Het kennis valorisatie model = Het proces waarbij waarde wordt gecreëerd uit kennis
zoals producten en diensten. → weergave van een innovatieproces.
- Een innovatieproces bestaat uit 10 stappen met 4 domeinen (wetenschap, business en
ontwikkeling, de markt, de maatschappij).
Innoveren is geen lineair proces maar een circulair proces. → wanneer je innoveert moet je
flexibel zijn.
Er zijn veel verschillende groepen mensen nodig om van idee tot product te komen. Er moet
goed worden samengewerkt met verschillende groepen mensen.
- Al deze groepen mensen hebben hun eigen normen, gedragingen en spelregels =
instituties.
➔ Instituties beïnvloeden het gedrag van mensen. Het zijn voorschriften die men gebruikt
om, in wisselende situaties en gemeenschappen, sociale interactie te regelen.
, ➔ Je moet dus constant je aanpassen aan de mensen met wie je bent. Vaak in je
enthousiasme heb je de neiging om keihard door te rennen en niet achterom te kijken
naar de mensen die je nodig hebt voor je innovatieproces. In de beginfase moet je
allerlei type mensen betrekken om tot een innovatie te komen.
Typen Innovaties:
1. Product innovatie = ‘What the company offers’
- Een productinnovatie gaat over wat voor product een bedrijf aanbiedt.
➢ Een bestaand product verbeteren of een nieuw product ontwikkelen.
Voorbeelden van innovaties in de zorg = Luiers, bloedsuikermeters.
2. Procesinnovatie = ‘ How the company creates its product’
- Gaat over een innovatie waarin een bedrijf het proces om iets te maken introduceert.
Waarbij het doel vaak is om meer productie te draaien of automatisering van de
productie.
➢ Voorbeeld = Op een snelle manier meer kunnen lassen.
3. Positionerings Innovatie = ‘the context that products are introduced in’
- De context waarin producten worden geïntroduceerd veranderen. Je kiest een
andere doelgroep voor een bestaand product.
4. Paradigma innovatie = Een paradigma is een denkkader waarin de ‘werkelijkheid’
geanalyseerd en beschreven wordt.
- Bijvoorbeeld het idee van betalen is veranderd: van cash naar pin
- De centrale vraag is niet meer verzorgen maar het zorgen dat mensen voor
zichzelf zorgen.
Waarom management van innovaties?:
,Gezondheidszorg is een enorme, voortdurend groeiende belangrijke sector in de
wereldeconomie. Er zijn 6 domeinen van kwaliteit van zorg:
1. Safety
2. Effectiveness
3. Person-centredness
- Werken op maat, persoon centraal
4. Timeliness
- Dat je op tijd zorg kan krijgen, geen lange wachtrijen.
5. Equity
- We willen dat iedereen gelijke zorg krijgt.
6. Efficiency
- Betaalbaar en zo veel mogelijk mensen helpen.
We hebben meer mensen nodig die:
1. Innovatieprocessen begrijpen
2. Weten hoe het zorgsysteem werkt
3. Op een professionele manier aan innovaties kunnen werken
4. Met nieuwe ideeën komen voor de komende uitdagingen in de gezondheidszorg
Situatie: ‘ik ben
Behoefte: ‘ Ik wil’
Frictie: ‘ Maar ‘
Bijvoorbeeld:
Situatie: Ik ben moeder van twee kinderen en heb nu geen baan omdat ik thuis voor de
kinderen zorg’.
Behoefte: Ik wil meer zijn dan alleen ‘ de moeder van ‘ en ‘de vrouw van’. Ik wil graag weer
werken.
Frictie/frustratie: Maar ik ben bang dat ik een baan niet kan combineren met de zorg thuis.
Bovendien zitten uitzendbureaus niet op moeder te wachten.
, Innovaties kunnen ontstaan vanuit een organisatie of vanuit een vraag van de klant of gebruiker
(market pull):
- Technology push - Creëert nieuwe mogelijkheden
➢ Voorbeeld: van paard naar auto
➢ Een radicale innovatie: Een grote, sprongsgewijze vernieuwing, die verder gaat
dan incrementele innovatie.
➢ Het voordeel van een technology push kan zijn dat bedrijven een nieuwe markt
creëren met weinig tot geen concurrentie.
- Market pull - Mogelijkheden om in behoeften te verzienen
➢ Voorbeeld van een senseo apparaat: ik wil sneller een kopje koffie hebben
➢ Een incrementele innovatie: een kleine stapsgewijze vernieuwing of verbetering
➢ Het betrekken van gebruikers kan helpen om deze innovaties te verbeteren, door
op hun voorkeuren af te stemmen.
● Diversiteit van gebruikers is van belang
● Bedrijf moet absorberend vermogen hebben om zich aan te passen aan
de input gebruiker.
Als we het hebben over technology push. Hoe wordt een organisatie gestimuleerd voor
innovatie?
- Dit kan door regelgeving: toekomstige wetgeving kan een push zijn voor innovators
- Visioning: hoe ziet de toekomst eruit, hoe zouden we eigenlijk willen dat de toekomst
eruit gaat
zien
○ Tools om dat te doen: forecasting en back-casting
○ Wat als we niet meer op benzine gaan rijden? Hoe gaan we ons dan
vervoeren
Innovatie vs uitvinding:
➢ Uitvinding = Idee
➢ Innovatie = Vernieuwing
→ Uitvinding → idee → innovatie → Vernieuwing
Innovaties dragen bij aan:
1. Levensverwachting
2. Levenskwaliteit
3. Diagnose- en behandelingsmogelijkheden
4. Efficiëntie van de gezondheidszorg
5. kosten van de gezondheidszorg
Een innovatie is vaak duur en duurt heel lang. De meeste innovaties bereiken de markt niet, en
ook is het vaak niet individueel maar in een team.
Octrooi = Patent
3 eisen aan octrooiaanvraag:
- Nieuwheid
- Inventiviteit
- Industriële toepasbaarheid
In de realiteit is een innovatie erg complex → kennis valorisatie model.
- Het kennis valorisatie model = Het proces waarbij waarde wordt gecreëerd uit kennis
zoals producten en diensten. → weergave van een innovatieproces.
- Een innovatieproces bestaat uit 10 stappen met 4 domeinen (wetenschap, business en
ontwikkeling, de markt, de maatschappij).
Innoveren is geen lineair proces maar een circulair proces. → wanneer je innoveert moet je
flexibel zijn.
Er zijn veel verschillende groepen mensen nodig om van idee tot product te komen. Er moet
goed worden samengewerkt met verschillende groepen mensen.
- Al deze groepen mensen hebben hun eigen normen, gedragingen en spelregels =
instituties.
➔ Instituties beïnvloeden het gedrag van mensen. Het zijn voorschriften die men gebruikt
om, in wisselende situaties en gemeenschappen, sociale interactie te regelen.
, ➔ Je moet dus constant je aanpassen aan de mensen met wie je bent. Vaak in je
enthousiasme heb je de neiging om keihard door te rennen en niet achterom te kijken
naar de mensen die je nodig hebt voor je innovatieproces. In de beginfase moet je
allerlei type mensen betrekken om tot een innovatie te komen.
Typen Innovaties:
1. Product innovatie = ‘What the company offers’
- Een productinnovatie gaat over wat voor product een bedrijf aanbiedt.
➢ Een bestaand product verbeteren of een nieuw product ontwikkelen.
Voorbeelden van innovaties in de zorg = Luiers, bloedsuikermeters.
2. Procesinnovatie = ‘ How the company creates its product’
- Gaat over een innovatie waarin een bedrijf het proces om iets te maken introduceert.
Waarbij het doel vaak is om meer productie te draaien of automatisering van de
productie.
➢ Voorbeeld = Op een snelle manier meer kunnen lassen.
3. Positionerings Innovatie = ‘the context that products are introduced in’
- De context waarin producten worden geïntroduceerd veranderen. Je kiest een
andere doelgroep voor een bestaand product.
4. Paradigma innovatie = Een paradigma is een denkkader waarin de ‘werkelijkheid’
geanalyseerd en beschreven wordt.
- Bijvoorbeeld het idee van betalen is veranderd: van cash naar pin
- De centrale vraag is niet meer verzorgen maar het zorgen dat mensen voor
zichzelf zorgen.
Waarom management van innovaties?:
,Gezondheidszorg is een enorme, voortdurend groeiende belangrijke sector in de
wereldeconomie. Er zijn 6 domeinen van kwaliteit van zorg:
1. Safety
2. Effectiveness
3. Person-centredness
- Werken op maat, persoon centraal
4. Timeliness
- Dat je op tijd zorg kan krijgen, geen lange wachtrijen.
5. Equity
- We willen dat iedereen gelijke zorg krijgt.
6. Efficiency
- Betaalbaar en zo veel mogelijk mensen helpen.
We hebben meer mensen nodig die:
1. Innovatieprocessen begrijpen
2. Weten hoe het zorgsysteem werkt
3. Op een professionele manier aan innovaties kunnen werken
4. Met nieuwe ideeën komen voor de komende uitdagingen in de gezondheidszorg
Situatie: ‘ik ben
Behoefte: ‘ Ik wil’
Frictie: ‘ Maar ‘
Bijvoorbeeld:
Situatie: Ik ben moeder van twee kinderen en heb nu geen baan omdat ik thuis voor de
kinderen zorg’.
Behoefte: Ik wil meer zijn dan alleen ‘ de moeder van ‘ en ‘de vrouw van’. Ik wil graag weer
werken.
Frictie/frustratie: Maar ik ben bang dat ik een baan niet kan combineren met de zorg thuis.
Bovendien zitten uitzendbureaus niet op moeder te wachten.
, Innovaties kunnen ontstaan vanuit een organisatie of vanuit een vraag van de klant of gebruiker
(market pull):
- Technology push - Creëert nieuwe mogelijkheden
➢ Voorbeeld: van paard naar auto
➢ Een radicale innovatie: Een grote, sprongsgewijze vernieuwing, die verder gaat
dan incrementele innovatie.
➢ Het voordeel van een technology push kan zijn dat bedrijven een nieuwe markt
creëren met weinig tot geen concurrentie.
- Market pull - Mogelijkheden om in behoeften te verzienen
➢ Voorbeeld van een senseo apparaat: ik wil sneller een kopje koffie hebben
➢ Een incrementele innovatie: een kleine stapsgewijze vernieuwing of verbetering
➢ Het betrekken van gebruikers kan helpen om deze innovaties te verbeteren, door
op hun voorkeuren af te stemmen.
● Diversiteit van gebruikers is van belang
● Bedrijf moet absorberend vermogen hebben om zich aan te passen aan
de input gebruiker.
Als we het hebben over technology push. Hoe wordt een organisatie gestimuleerd voor
innovatie?
- Dit kan door regelgeving: toekomstige wetgeving kan een push zijn voor innovators
- Visioning: hoe ziet de toekomst eruit, hoe zouden we eigenlijk willen dat de toekomst
eruit gaat
zien
○ Tools om dat te doen: forecasting en back-casting
○ Wat als we niet meer op benzine gaan rijden? Hoe gaan we ons dan
vervoeren