Inleiding organisatiekunde
samenvatting
geschreven door:
YoshaKop
De Marktplaats voor het Kopen en Verkopen van je Samenvattingen
Op Stuvia vind je het grootste aanbod aan samenvattingen en collegeaantekeningen. De
documenten zijn geschreven door jouw medestudenten, specifiek voor jouw opleiding!
www.stuvia.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
, Stuvia.com - De Marktplaats voor het Kopen en Verkopen van je Samenvattingen
HOOFDSTUK 1: ORGANISATIEKUNDE IN HISTORISCH PERSPECTIEF
Organisaties: doelgerichte samenwerkingsverbanden (continuïteitsstreven) Hieronder vallen
bedrijven en overige samenwerkingsverbanden.
Bedrijven Overige organisaties
Voor hun voortbestaan zijn ze afhankelijk van Deze organisaties zijn niet afhankelijk van
klanten. klanten om te kunnen bestaan. Zij richten zich
primair op hun leden
Profitbedrijven Non-profitbedrijven (die - Sportvereniging
(streven winst na) doen dat niet) - Kerk
GLOBALE ONTWIKKELINGEN IN ORGANISATIETHEORIE
Voor industriële revolutie: Weinig organisaties. Veel ambachtslieden, thuiswerkers. Enige
organisaties waren de Kerk en het leger.
Industriële Revolutie (1760 – 1830): leide tot versnelde technologische ontwikkelingen die ervoor
zorgde tot concentratie van productie in fabrieken. Dit was de eerste aanzet tot organisaties die wij
nu kennen.
Periode van eind 19e eeuw tot 1935. Organisaties werden als gesloten eenheid beschouwd. Het
Scientific Management van Frederick Taylor is een van de theorieën van toen. Het streven van
Efficiency stond voorop. Eerste lopende band geïntroduceerd. De arbeider was een verlengstuk van
de machine en kon gemakkelijk vervangen worden. Tegelijkertijd was er ook het General
Management van Henri Fayol. Daarin geeft hij de benodigde vaardigheen om een organisatie als
geheel te leiden: plannen, organiseren, opdrachten geven, coördineren en controleren. Was vooral
bekend met de ideeën over rationele organisatie. Het kiezen van werknemers via objectieve criteria.
Eenheid-van-bevelprincipe.
Periode van 1935 tot 1955. Begin jargen 30 werd de aanzet gegeven tot de human-
relationsbenadering. Hierin kwam naar voren dat niet alleen rationele overwegingen maar ook
sociale aspecten beiden net zo belangrijk waren voor arbeidsprestaties. Nog steeds werden
organisaties als gesloten systemen gezien. Kritiek op human relations en scientific management.
Scientific Management: een organisatie zonder mensen
Human Relations: mensen zonder organisatie
Revisionisme: probeerde beide benaderingen te integreren. Mensen en organisatie. Komt later
terug.
Periode van 1955 tot heden. Na de oorlog brak er een tijd van economische bloei aan en enorme
technologische ontwikkelingen (man op de maan, Apollo 13). Organisaties werden steeds meer als
open systemen gezien, systemen die invloed uitoefenen op hun omgeving en andersom. Opkomst
systeemtheorie: 1. Problemen moeten uit verschillende invalshoeken integraal worden aangepakt.
2. Tal van problemen kunnen slechts door samenwerking worden opgelost.
Ook worden in deze periode medezeggenschap en delegatie gevonden. Er hoeft niet altijd maar één
beslisser te zijn.
Daarnaast kwam er de contingentiebenadering ookwel ‘situationeel leiderschap’ genoemd. Deze
zei dat er niet één de beste vorm van leiderschap was maar dat deze onderhevig is aan de situatie.
De haven heeft ander leiderschap dan een school.
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
samenvatting
geschreven door:
YoshaKop
De Marktplaats voor het Kopen en Verkopen van je Samenvattingen
Op Stuvia vind je het grootste aanbod aan samenvattingen en collegeaantekeningen. De
documenten zijn geschreven door jouw medestudenten, specifiek voor jouw opleiding!
www.stuvia.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
, Stuvia.com - De Marktplaats voor het Kopen en Verkopen van je Samenvattingen
HOOFDSTUK 1: ORGANISATIEKUNDE IN HISTORISCH PERSPECTIEF
Organisaties: doelgerichte samenwerkingsverbanden (continuïteitsstreven) Hieronder vallen
bedrijven en overige samenwerkingsverbanden.
Bedrijven Overige organisaties
Voor hun voortbestaan zijn ze afhankelijk van Deze organisaties zijn niet afhankelijk van
klanten. klanten om te kunnen bestaan. Zij richten zich
primair op hun leden
Profitbedrijven Non-profitbedrijven (die - Sportvereniging
(streven winst na) doen dat niet) - Kerk
GLOBALE ONTWIKKELINGEN IN ORGANISATIETHEORIE
Voor industriële revolutie: Weinig organisaties. Veel ambachtslieden, thuiswerkers. Enige
organisaties waren de Kerk en het leger.
Industriële Revolutie (1760 – 1830): leide tot versnelde technologische ontwikkelingen die ervoor
zorgde tot concentratie van productie in fabrieken. Dit was de eerste aanzet tot organisaties die wij
nu kennen.
Periode van eind 19e eeuw tot 1935. Organisaties werden als gesloten eenheid beschouwd. Het
Scientific Management van Frederick Taylor is een van de theorieën van toen. Het streven van
Efficiency stond voorop. Eerste lopende band geïntroduceerd. De arbeider was een verlengstuk van
de machine en kon gemakkelijk vervangen worden. Tegelijkertijd was er ook het General
Management van Henri Fayol. Daarin geeft hij de benodigde vaardigheen om een organisatie als
geheel te leiden: plannen, organiseren, opdrachten geven, coördineren en controleren. Was vooral
bekend met de ideeën over rationele organisatie. Het kiezen van werknemers via objectieve criteria.
Eenheid-van-bevelprincipe.
Periode van 1935 tot 1955. Begin jargen 30 werd de aanzet gegeven tot de human-
relationsbenadering. Hierin kwam naar voren dat niet alleen rationele overwegingen maar ook
sociale aspecten beiden net zo belangrijk waren voor arbeidsprestaties. Nog steeds werden
organisaties als gesloten systemen gezien. Kritiek op human relations en scientific management.
Scientific Management: een organisatie zonder mensen
Human Relations: mensen zonder organisatie
Revisionisme: probeerde beide benaderingen te integreren. Mensen en organisatie. Komt later
terug.
Periode van 1955 tot heden. Na de oorlog brak er een tijd van economische bloei aan en enorme
technologische ontwikkelingen (man op de maan, Apollo 13). Organisaties werden steeds meer als
open systemen gezien, systemen die invloed uitoefenen op hun omgeving en andersom. Opkomst
systeemtheorie: 1. Problemen moeten uit verschillende invalshoeken integraal worden aangepakt.
2. Tal van problemen kunnen slechts door samenwerking worden opgelost.
Ook worden in deze periode medezeggenschap en delegatie gevonden. Er hoeft niet altijd maar één
beslisser te zijn.
Daarnaast kwam er de contingentiebenadering ookwel ‘situationeel leiderschap’ genoemd. Deze
zei dat er niet één de beste vorm van leiderschap was maar dat deze onderhevig is aan de situatie.
De haven heeft ander leiderschap dan een school.
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
