Natuursteen
1.Omschrijving
Natuursteen is het oudste bouwmateriaal. Natuursteen is een bestanddeel van de
aardbodem.
Het wordt aangewend als:
- Bouwsteen
- Toeslagstof voor beton, mortel, pleister,…
- Grondstof voor de fabricage van andere bouwmaterialen zoals cement, glas,
baksteen,…
- Voedingsbodem voor tal van bouwproducten zoals hout, kurk,…
De duurzame eigenschappen, de onuitputtelijke ontginning en de esthetische
aantrekkingskracht maken dat dit materiaal, niettegenstaande zijn hoge kostprijs, vandaag
nog steeds een belangrijke plaats inneemt in het gamma van materialen voor de
architectuur.
2.Ontstaanswijze
Natuursteen bestaat uit een gestold
vloeibaar gesteente (lava) of uit versteend
sediment (zand, klei,…)
Gesteente is een vast, consistent materiaal
dat op of onder de bodem ligt, en dat is
opgebouwd uit mineralen.
Binnenin de aarde is de massa, magma
genaamd, nog vloeibaar. Door de afkoeling
en/of onder druk kan deze hete brij
kristalliseren. De kristallijne verbindingen
die hierbij ontstaan worden mineralen
genoemd.
Mineralen zijn natuurlijke vaste stoffen, bestaande uit één of verschillende soorten atomen,
en hebben meestal een kristallijne structuur.
!Silicium + zuurstof (Ca)!
1
, 1.1 Stollingsgesteenten
Stollingsgesteenten zijn eenvoudig gezegd ontstaan door afkoeling en stolling van vloeibaar
gesteente.
2.1.1 Diepgesteenten
Dieptegesteenten zijn geleidelijk afgekoeld en onder grote,
constante druk gevormd, dit resulteert in grofkorrelige
gesteenten met uiterlijk waarneembare kristallen (meer
kristallen granietachtige structuur).
Vb.) graniet en gabbro
1.1.3 Ganggesteenten
Ganggesteenten zijn ontstaan in spleten of gangen in de
aardkorst. Het stollingsproces is sneller verlopen dan bij
dieptegesteenten, dit resulteert in min of meer grofkorrelige
gesteenten (porfierachtige structuur)
Vb.) diabaas en porfier
1.1.4
Uitvloeiingsgesteenten
Magma dat heel snel is afgekoeld en dus heel snel is beginnen stollen, vormen
uitvloeiingsgesteenten. Deze stenen bevatten geen of bijna geen kristallen (glasachtige
structuur).
Vb.) trachiet en basalt
1.2 Sedimentgesteenten
Sedimentgesteenten zijn ontstaan uit afzettingen van sediment (zand, klei, kalk) in rivieren
en zeeën.
Consolisatie is een proces waarbij sediment wordt gevormd tot gesteente. Dit gebeurt onder
meer via cementatie, waarbij de poriën dichtgroeien door neerslag van mineralen.
2.2.1 Afzettingsgesteenten
Afzettingsgesteenten zijn ontstaan door het afzetten van klei-, zand- of kalklagen die
vervolgens zijn versteend.
- Kalksteen is uit kalk gevormd en bevat vaak fossielen, die iets vertellen over de
herkomst van de kalk (schaaldiertjes, koraal, etc.).
- Kleisteen is uit lagen klei gevormd en heeft daardoor een gelaagde structuur.
2
1.Omschrijving
Natuursteen is het oudste bouwmateriaal. Natuursteen is een bestanddeel van de
aardbodem.
Het wordt aangewend als:
- Bouwsteen
- Toeslagstof voor beton, mortel, pleister,…
- Grondstof voor de fabricage van andere bouwmaterialen zoals cement, glas,
baksteen,…
- Voedingsbodem voor tal van bouwproducten zoals hout, kurk,…
De duurzame eigenschappen, de onuitputtelijke ontginning en de esthetische
aantrekkingskracht maken dat dit materiaal, niettegenstaande zijn hoge kostprijs, vandaag
nog steeds een belangrijke plaats inneemt in het gamma van materialen voor de
architectuur.
2.Ontstaanswijze
Natuursteen bestaat uit een gestold
vloeibaar gesteente (lava) of uit versteend
sediment (zand, klei,…)
Gesteente is een vast, consistent materiaal
dat op of onder de bodem ligt, en dat is
opgebouwd uit mineralen.
Binnenin de aarde is de massa, magma
genaamd, nog vloeibaar. Door de afkoeling
en/of onder druk kan deze hete brij
kristalliseren. De kristallijne verbindingen
die hierbij ontstaan worden mineralen
genoemd.
Mineralen zijn natuurlijke vaste stoffen, bestaande uit één of verschillende soorten atomen,
en hebben meestal een kristallijne structuur.
!Silicium + zuurstof (Ca)!
1
, 1.1 Stollingsgesteenten
Stollingsgesteenten zijn eenvoudig gezegd ontstaan door afkoeling en stolling van vloeibaar
gesteente.
2.1.1 Diepgesteenten
Dieptegesteenten zijn geleidelijk afgekoeld en onder grote,
constante druk gevormd, dit resulteert in grofkorrelige
gesteenten met uiterlijk waarneembare kristallen (meer
kristallen granietachtige structuur).
Vb.) graniet en gabbro
1.1.3 Ganggesteenten
Ganggesteenten zijn ontstaan in spleten of gangen in de
aardkorst. Het stollingsproces is sneller verlopen dan bij
dieptegesteenten, dit resulteert in min of meer grofkorrelige
gesteenten (porfierachtige structuur)
Vb.) diabaas en porfier
1.1.4
Uitvloeiingsgesteenten
Magma dat heel snel is afgekoeld en dus heel snel is beginnen stollen, vormen
uitvloeiingsgesteenten. Deze stenen bevatten geen of bijna geen kristallen (glasachtige
structuur).
Vb.) trachiet en basalt
1.2 Sedimentgesteenten
Sedimentgesteenten zijn ontstaan uit afzettingen van sediment (zand, klei, kalk) in rivieren
en zeeën.
Consolisatie is een proces waarbij sediment wordt gevormd tot gesteente. Dit gebeurt onder
meer via cementatie, waarbij de poriën dichtgroeien door neerslag van mineralen.
2.2.1 Afzettingsgesteenten
Afzettingsgesteenten zijn ontstaan door het afzetten van klei-, zand- of kalklagen die
vervolgens zijn versteend.
- Kalksteen is uit kalk gevormd en bevat vaak fossielen, die iets vertellen over de
herkomst van de kalk (schaaldiertjes, koraal, etc.).
- Kleisteen is uit lagen klei gevormd en heeft daardoor een gelaagde structuur.
2