Recht samenvatting K4 Avans ORM

Nationale overeenkomst = twee partijen gevestigd in NL - Regels van Nederlands recht

Internationale overeenkomst = twee partijen gevestigd in verschillende landen
 Regels van internationaal privaatrecht = IPR

IPR = Regels om de rechtsverhouding te bepalen bij internationale overeenkomsten
Drie vragen van IPR:
1. Bevoegdheid rechter
2. Toepasselijk recht
> Hoofdregel = eigen keuze van partijen voor welk nationaal recht kiezen partijen? –
Handelsovereenkomst - Geen keuze door partijen gemaakt, dan kijken naar de regels van IPR.
3. Erkenning en tenuitvoerlegging van buitenlandse rechterlijke beslissingen
- Hoe het vonnis uit te voeren in het desbetreffende land?

Manieren van im/exporteren Afweging maken tussen:
 Winst
 Financieel risico
 Keuzevrijheid
 Financiële middelen
 Productaansprakelijkheid

Vormen van importeren:
 Wederverkoper (distributor)
 Handelsagent (agent)
 Vertegenwoordiger (representative)

Parallelimport -> tussen landen importeren/exporteren
Producten niet van belang!
Binnen EER Buiten EER
Hoofdregel Toegestaan Verboden
Uitzondering Verboden zijn: Toestemming van producent
Merk gedeponeerd
Computerprogramma
Databanken
Producten onder naburige rechten,
zoals cd’s, films en kunstwerken

Leveringsvoorwaarden
 Afspraken over wederzijdse verantwoordelijkheden
 Hoofdregel: wie bepaalt, betaalt
Inco-terms
EXW = Koper verantwoordelijk kosten en risico’s
FCA = Verkoper aansprakelijk tot vervoer
CIP = Verkoper volledig aansprakelijk (inclusief verzekering) -> Geen risico!
DDP = Verkoper volledig aansprakelijk (inclusief rechten en risico)
FOB = Verkoper verantwoordelijk tot aan boord
CIF = Verkoper voor verzekering, kostprijs en vracht maar het risico van verlies of schade is voor
koper zodra goederen verschepingshaven verladen.

,Internationale betalingen:
 Overboeking
 Bankcheque
 Wissels
 Documentair incasso (D/P en D/A)
D/P = documents against payment
D/A = documents against acceptance
 Documentair krediet (L/C)
L/C = letter of credit


Intellectueel eigendomsrecht = Het exclusieve recht op de producten van de denkarbeid van de
mens. (merkenrecht)

Basisopzet alle IE-rechten:
 Belangrijke begrippen
 Rechtsverklaring -> hoe krijg je het?
 Inhoud-> wat is het?
 Beschermingsomvang -> wanneer is er inbreuk?
 Beschermingsduur -> hoe lang heb je het?

Stel u heeft een idee. Als u dat heeft uitgewerkt, kunt u het beschermen tegen gebruik door
anderen. Het wordt dan uw ’intellectueel eigendom’ (IE). Er zijn verschillende vormen om uw kennis
te beschermen. Deze zijn afzonderlijk of in combinatie te gebruiken:

Octrooirecht: voor technische producten of productieprocessen
Auteursrecht en naburige rechten: voor bijvoorbeeld teksten en afbeeldingen en voor bijvoorbeeld
uitvoeringen
Databankenrecht: voor databanken
Merkenrecht: voor bijvoorbeeld logo’s, woorden (namen) , kleuren, klanken en vormen van
bedrijven, producten en diensten
Handelsnamenrecht: voor de naam van een bedrijf
Tekeningen- of modellenrecht: voor het uiterlijk van een gebruiksvoorwerp
Kwekersrecht: voor plantenrassen
Streekproducten: voor landbouwproducten en levensmiddelen
Chipsrecht, of topografieën van halfgeleiderproducten, voor computerchips

, Merkenrecht:

Tekens:
 Wel: concreet teken, grafisch weer te geven
 Niet: iets onbepaalds of abstracts

Onderscheidend vermogen:
 Merk in het geheel bekijken: totaalindruk bij publiek
 Niet: beschrijvende aanduidingen

Beschermingsomvang
Wanneer is er inbreuk?

A. Als er sprake is van een identiek teken
in het geval van dezelfde waren/diensten
 als het verwarrend is
B. Identiek of overeenstemmend teken
in het geval van dezelfde of soortgelijke waren/diensten
 als het verwarrend is
C. Identiek of overeenstemmend teken
in het geval van niet-soortgelijke waren/diensten
 als er sprake is van ongerechtvaardigd voordeel óf van afbreuk aan reputatie
D. Identiek of overeenstemmend teken
anders dan ter onderscheiding
 als er sprake is van ongerechtvaardigd voordeel óf van afbreuk aan reputatie