Samenvatting - uitgewerkte theorie medicatie

Theorie – uitwerking medicatie



Orale medicatie: medicatie die via mond en slokdarm gaat en zo worden opgenomen in het maag-
darm kanaal waarvan het actieve ingrediënt



Tabletten: samengeperst poeder. Een tablet wordt ingenomen via de mond en lost op in de maag.
Toedieningsvorm die alleen geschikt is voor voedingssupplementen en geneesmiddelen die bij
kamertemperatuur niet vloeibaar zijn. Ze zijn dus in de vaste fase. De vorm, kleur en werkzame stof
verschilt per tablet.



Capsule: omhulsel dat bestaat uit gelatine (hard of zacht). Binnen dit omhulsel, zit het geneesmiddel.
Harde capsules worden vaak gebruikt voor geneesmiddelen in poedervorm. Zachte capsules worden
gebruikt voor olieachtige middelen. Als iemand een capsule inneemt lost het middel op in het
lichaam.



Dagree: tablet waar omheen een suiker laagje is aangebracht. Hier wordt vaak nog een kleurstof aan
toegevoegd (een coating). Door de coating is het dragee makkelijker door te slikken dan een tablet.



Poeders: medicatie waar de werkzame stof verwerkt zit in een poeder. Vaak moet dit opgelost
worden in water. Door water toe te voegen aan het poeder, ontstaat het medicijn ter plaatse. Poeders
zijn zo ontwikkeld dat ze zonder koeling lang bewaard kunnen worden. Dit is fijn, gezien de meest
gebruikte poeder macrogol is, hier is vaak een hele voorraad van aanwezig.



Drankjes: medicatie waar de werkzame stof al verwerkt zit in een drankje, vaak in een fles. Het wordt
vooral voorgeschreven bij patiënten die niet goed kunnen slikken, moeite hebben met tabletten,
dagrees of capsules door te slikken. Daarnaast wordt het gebruikt bij mensen die een sonde hebben.




Medicatie geven:



Regel van 5:

 Juiste cliënt
 Juiste medicijn
 Juiste dosis
 Juiste vorm
 Juiste tijd

,Bepaalde risicovolle medicatie is een dubbele controle nodig. Door een dubbele controle verklein je
de kans op fouten.



tabletten

Paracetamol: is een pijnstiller en is koortsverlagend. Het wordt gegeven bij verschillende soorten pijn
(hoofdpijn, oorpijn, gewrichtspijn etc.). Daarnaast wordt het gegeven bij verkoudheid, griep en
koorts.

Paracetamol is een veel varianten te krijgen, capsules, (smelt/bruis) tabletten, zetpillen, poeders,
korrels, dranken en infuus.



Werking:

 Paracetamol werkt binnen 30 minuten. Gebruik paracetamol alleen als pijn aanwezig is.
 Innemen met een half glas water.
 Paracetamol mag opgelost worden in een glas met water.



Bijwerkingen die bijna nooit voorkomen:

 Overgevoeligheid
 Medicijnafhankelijke hoofdpijn
 Nierbeschadiging
 Leverbeschadiging
 Bloedafwijkingen: Bij onverklaarbare blauwe plekken, keelpijn met koorts, extreme
vermoeidheid of blaren in de keel, moet er een arts ingeschakeld worden.



Alles eten en drinken:

 Iemand mag alles eten en drinken bij gebruik van paracetamol
 Normaal alcohol drinken bij gebruik van paracetamol mag. Mensen die overmatig alcohol
gebruiken en paracetamol gebruiken, hebben meer kans op leverbeschadiging.



Extra belangrijke informatie:

 Gebruik geen andere pijnstillers of verkoudheidsmiddelen die paracetamol bevatten. Iemand
heeft dan kans op teveel paracetamol
 Paracetamol heeft geen wisselwerking met andere medicatie
 Iemand mag in 1x stoppen met gebruik van paracetamol.

, Metoprolol: is een bètablokker. Het werkt bloeddruk verlagend, vertraagd de hartslag en vermindert
de zuurstofbehoefte van het hart. Het wordt voorgeschreven bij een hoge bloeddruk,
hartritmestoornissen, te snelle schildklierwerking, drukkend gevoel op de borst, migraine, hartfalen,
trillende handen en na een hartaanval.



Werking:

 Pijn of een drukkend gevoel op de borst worden binnen 1 tot 2 uur minder
 Het verlaagt de bloeddruk binnen 1 week
 Innemen met een halfglas water, niet op kauwen



Bijwerkingen die het meest voorkomen:

 Duizeligheid
 Koude handen en voeten
 Vermoeidheid
 Hoofdpijn
 Maagdarmklachten



Bijwerkingen die bijna nooit voorkomen:

 Duizeligheid
 Vertraagde hartslag/hartkloppingen
 Kortademig bij inspanning
 Droge mond/ogen
 Zweten/huiduitslag/haaruitval
 Depressieve klachten
 Slaapstoornissen
 erectiestoornissen



Alles eten en drinken:

 Iemand die metoprolol gebruikt mag alles eten en drinken, hiervoor zijn geen beperkingen.
 Alcohol verwijdt de bloedvaten, hierdoor kan de bijwerking duizeligheid versterkt worden
(vooral in het begin). ER wordt geadviseerd alcohol met mate uit te proberen en niet te veel
te drinken.

Extra belangrijke informatie:

 Metoprolol heeft veel wisselwerking met andere medicatie, ook bij medicatie zonder recept.
 Metoprolol is vaak voor langdurig gebruik, dit om terugkomende klachten te voorkomen.