100% de satisfacción garantizada Inmediatamente disponible después del pago Tanto en línea como en PDF No estas atado a nada 4.2 TrustPilot
logo-home
Notas de lectura

Aantekeningen Wetenschapsfilosofie

Puntuación
-
Vendido
1
Páginas
40
Subido en
27-12-2019
Escrito en
2019/2020

Uitgebreide aantekeningen van het vak Wetenschapsfilosofie. Hierin zijn alle colleges opgenomen en uitgewerkt. Dit bevat dus alleen de college-stof. Een overzicht van het positivisme (getoetst op het tentamen) is op mijn account te vinden, net als samenvattingen van de literatuur en het oefententamen.

Mostrar más Leer menos
Institución
Grado











Ups! No podemos cargar tu documento ahora. Inténtalo de nuevo o contacta con soporte.

Libro relacionado

Escuela, estudio y materia

Institución
Estudio
Grado

Información del documento

Subido en
27 de diciembre de 2019
Número de páginas
40
Escrito en
2019/2020
Tipo
Notas de lectura
Profesor(es)
Desconocido
Contiene
College 1 t/m 12

Temas

Vista previa del contenido

Wetenschapsfilosofie
Hoorcollege 1: Positivisme
Wat is positivisme?
- Een invloedrijke 20e -eeuwse visie op kennis en wetenschap
- In het verlengde van logisch positivisme
o Alle onzin uit de filosofie/ wetenschap weren en zo komen tot strenge criteria
voor echte betrouwbare kennis
- Ong. hetzelfde als ‘sciëntisme’ (introductie) en het “empirisch-analytische
wetenschapstheorie (7) bij Bersselaar
- Het dominante denkkader in gedragswetenschappen
Het centrale idee:
- Wetenschap dient vrij te zijn van:
o Metafysica (alles wat niet empirisch aantoonbaar is: filosofen)
o Externe factoren:
 Subjectieve factoren (smaak, belangen, gevoel, waarden…)
 Contextfactoren (ideologie, cultuur, normen..)
- Het wil Harde precieze wetenschap
- Dus:
o De feiten en niets dan de feiten
o Empirisme
 Feitelijke bewering moet operationaliseerbaar zijn
o Meten is weten
 Alleen gestructureerde observatie en logica/wiskunde  moet
kunnen uitrekenen
 Kwantitatief: natuurwetenschappelijke methode maatgevend (fysica)
 Liever getallen dan beschrijvingen
 Zoeken naar wetten, oorzaken/ mechanismen of correlaties
 Ipv beleving, betekenis, regels, begrippen, belangen (Bersselaar)
 Aparte methoden nodig ipv positivisme dit meten

Probleem met positivisme:
- ‘Positivistisch’ staat voor velen gelijk aan ‘wetenschappelijk’
- Positivisme is dus leidend voor veel onderzoek in sociale wetenschappen
- Maar miss positivisme daar:
o Onhoudbaar
o Onwerkbaar  feitelijk bestaande gedragswetenschap is (nog?) niet strikt
positivistisch!
o Improductief  positivistisch denken stuurt zorg en hulpverlening de
verkeerde (?) kant op:
 Evidence- based (kan niet allemaal)
 Neuro-reductionisme (bent toch niet alleen brein)
 Meten en labelen
 Denken in geïsoleerde kenmerken (bent integrale persoon)
 Denken in gem (bent niet gemiddeld)

Epistemologie:

, - Waar komt positivistische denkkader vandaan?
- Vb epistemologie: “Hoe kun je weten dat wereld om je heen echt is?”
- Meten is weten = berust op suc6 van natuurwetenschappelijke methode
- Empirisme berust op epistemologische denktraditie – en op ‘de geest binnenin’

Natuurwetenschappelijke methode
- Francis Bacon: novum Organum (1620)  grondlegger
- De geleerden lazen Aristoteles: als je hem snapte dan wist je hoe wereld in elkaar zat,
net als de bijbel. Kennis door de boeken
- Francis wilde hiervan af:
o … men of shap wits, shut up in their cells of a few authors, chiefly aristotle,
their dictator
o (W)hy should a few received authors stand up like Hercules columns, beyond
wich there should be no sailing or discovering (…)?
o Boeken moet je achter je laten  dan leer je iets
- 17e eeuw: ‘mechanisering van wereldbeeld’
o Experimenten moet je kunnen generaliseren  wereld werkt op voorspelbare
manier  Newton
- De wereld als klok en wiskunde als ‘taal van de schepper’.
- De wereld is nu in vergelijkingen
o ‘the universe can’t be read until we have learned the language. It is written in
mathematical language (galilei)

Epistemologie
= Kenleer, nadenken over kennis
- (Hoe) is kennis mogelijk
- Wat rechtvaardigt onze kennisclaims?  welke fundamenten
- (Hoe) kunnen we scepticus weerleggen?
- Traditie tot in 20e eeuw: funderingsdenken
o ‘vind de fundamenten van onze kennis!’
o ‘we weten niets, want er zijn geen fundamenten’
- Dit lukt helemaal niet door de hele geschiedenis, er zijn geen fundamenten voor onze
kennis
De grot van Plato
- Het kennisprobleem: hoe komen we van schijn tot werkelijkheid?
- De dagelijkse werkelijkheid is slechts een ‘schimmelspel’  denken dat het echte
wereld is maar is illusie
- De ware realiteit is eeuwig en onveranderlijk
- Deze is kenbaar door zuiver redeneren (wiskunde)
- De filosoof/ de wetenschapper is degene die de echte wereld ziet  de wiskundige
De geest binnen in volgens Descartes (17e eeuw)
- De wereld als klok geeft een probleem met de geest: hoe dan geesten in deze wereld
- Dualisme: geest VS materie  Geest apart domein
- Geest maakt contact met het lichaam in het brein
- We zitten aan de ‘binnenkant’ van onze zintuigen (contact wereld door zintuigen)
o Hopen dat info van de zintuigen over de wereld correct is
- En kunnen slechts raden wat ‘daarbuiten’ is

, - Dan kennisprobleem anders:
o Hoe komt kennis van wereld in geest terecht?
o Een onafhankelijk kijkje in ‘echte’ wereld is onmogelijk
o Solipsisme: alleen directe kennis van eigen geest

Rationalisme VS empirisme
Rationalisme
- Alle kennis komt voort uit logisch redeneren
- Kennis is a priori
o Kennis start in geest en begint met axioma’s (onwrikbare zekerheden)
o Leidt daar deductief andere waarheden uit af
- Aanname: logische structuur van geest en feitelijke structuur van wereld komen
overheen
- Deductie (syllogismen)
o Conclusie volgt uit premissen
o Conclusie waar  conclusie waar
o Voordeel: waarheid blijft gegarandeerd
o Nadeel: er komt geen nieuwe kennis bij
Empirisme
- (Hobbes, Locke, Hume, Logisch positivisten)
- Alle kennis komt voort uit zintuigelijke waarneming, resultaat prikkels
- Inductie:
o Algemene conclusie uit beperkt aantal waarnemingen
o Conclusie wordt alleen maar waarschijnlijker door premissen
o Voordeel: Komt nieuwe kennis bij
o Nadeel: er komt geen nieuwe kennis bij

Kant VS Hume
Hume:
- ‘inductieprobleem’  inductie levert geen zekerheid op
- Een generalisatie kan nooit bewezen worden
- We kennen geen oorzakelijkheid, alleen regular succesion
- Wat zien we en wat leiden we af?
Empirisme lijkt meest kansrijk:
- Kant laat zien dat ‘sluitende bewijzen’ van rationalisten niet steekhoudend zijn
- Empirische wetenschap bloeit
- Hume laat echter zien dat zintuigen ons geen kennis opleveren
o Wetmatigheden, oorzakelijkheid, morele juistheid
Kants oplossing:
- Dinge an sich kunnen we niet kennen, maar wel geest geconstrueerde werkelijkheid
- Tijd en ruimte: onze manier om indrukken te ordenen, kunnen we niet waarnemen
o Categorieën zijn een ‘bril’ die niet af kunnen zetten, zonder zien we niets
o Ons denken is die bril
o Hume: alles wat niet kunnen weten  categorieën van denken
- Kennis ontstaat als kennend iemand iets doet met de wereld (binnen en buiten)
- ‘gedanken ohne inhalt sind leer, Anschauuhngen ohne begriffe sind blind’

, Logisch positivisme
- Kennis is niet alleen zintuigelijke input, en geest zelf actief aandeel
- Moet geest de zintuigen wel aanvullen?
o Dan verschil echte kennis/ loze verzinsels niet duidelijk
o Kijk naar theologen en filosofen
- Logisch positivisten: geest moet zintuigelijke input alleen maar logisch redeneren
- Laatste poging tot vinden kennisfundamenten en radicale vorm empirisme (geest
niks toevoegen, alleen ordenen)
- Rigoureuze afbakening tussen wetenschap en niet-wetenschap
- Wiener Kreis: jaren 20’ en 30’
- Ingrediënten kennis:
o Waarneming (a posteriori = met behulp van zintuigen)
o Logica (a priori = voor de zintuigen)
- Begint: Waarneming is theoretisch neutrale verslaglegging van zintuigelijke indrukken
(basiszinnen)  geen interpretatie (zoals aardbei)
- Dan logica erbij  bewijsvoering met als afsluiter de verificatie/ confirmatie van
theorieën door inductie
- Doel: ontwikkeling inductieve logica
- Reductionisme: alle betekenisvolle uitspraken zijn direct herleiden tot uitspraken
over directe waarneming (de basiszinnen)
- Verificatieprincipe: moet voor onze waarneming verschil maken of uitspraak waar is
of niet. Ander is die betekenisloos
- Dus geen metafysica!




College 2: gedragswetenschappers (niet) benijden
Kwestie: hoe menselijk gedrag ooit wetenschappelijk bestuderen?
Positivist zegt:
- Op zelfde manier als andere verschijnselen: natuurwetenschappen
- Kwantitatief: meten is weten
$7.84
Accede al documento completo:

100% de satisfacción garantizada
Inmediatamente disponible después del pago
Tanto en línea como en PDF
No estas atado a nada


Documento también disponible en un lote

Conoce al vendedor

Seller avatar
Los indicadores de reputación están sujetos a la cantidad de artículos vendidos por una tarifa y las reseñas que ha recibido por esos documentos. Hay tres niveles: Bronce, Plata y Oro. Cuanto mayor reputación, más podrás confiar en la calidad del trabajo del vendedor.
IreneWaals Radboud Universiteit Nijmegen
Seguir Necesitas iniciar sesión para seguir a otros usuarios o asignaturas
Vendido
138
Miembro desde
5 año
Número de seguidores
120
Documentos
5
Última venta
6 meses hace

3.1

22 reseñas

5
3
4
8
3
4
2
2
1
5

Recientemente visto por ti

Por qué los estudiantes eligen Stuvia

Creado por compañeros estudiantes, verificado por reseñas

Calidad en la que puedes confiar: escrito por estudiantes que aprobaron y evaluado por otros que han usado estos resúmenes.

¿No estás satisfecho? Elige otro documento

¡No te preocupes! Puedes elegir directamente otro documento que se ajuste mejor a lo que buscas.

Paga como quieras, empieza a estudiar al instante

Sin suscripción, sin compromisos. Paga como estés acostumbrado con tarjeta de crédito y descarga tu documento PDF inmediatamente.

Student with book image

“Comprado, descargado y aprobado. Así de fácil puede ser.”

Alisha Student

Preguntas frecuentes