Samenvatting Neurological physiotherapy 3 - PNF praktijk

Les 1: PNF patronen

Waarom werken in patronen?:
- Patroon = combinatie van alle spiersynergiën
- In de patronen kan je meeste kracht ontwikkelen
- Basisprincipes
o Patronen
 3-dimensionaal
 Patronen worden genoemd naar eindpositie in grootste
betrokken gewricht
 In vaste volgorde
 Flexie/ extensie
 Abductie/ adductie
 Exorotatie/ endorotatie
 2 in bovenste lidmaat en 2 in onderste lidmaat


Patronen bovenste lidmaat:
- Patroon
o Extensie + adductie + endorotatie (+ pronatie + ulnaire deviatie +
vingerflexie)
↓
Flexie + abductie + exorotatie (+ supinatie + radiaal deviatie +
vingerextensie)
o Extensie + abductie + endorotatie (+ pronatie + ulnaire deviatie +
vingerextensie)
↓
Flexie + adductie + exorotatie (+ supinatie + radiaal deviatie +
vingerflexie)
- Toegepast op rechts

,- Praktijk (toegepast op links)
o PNF techniek 1 (oranje)
 Patroon
 Extensie + adductie + endorotatie (+ pronatie + ulnaire
deviatie + vingerflexie)
↓
Flexie + abductie + exorotatie (+ supinatie + radiaal
deviatie + vingerextensie)
 Uitvoering
 In goede startpositie starten
 maakt het gemakkelijker om componenten er later in te
brengen
 Ruglig op behandeltafel
 Naar volgende posities gaan om te starten
 Extensie + adductie + endorotatie (+ pronatie +
ulnaire deviatie + vingerflexie)
 Passief door therapeut combinatie van bewegingen
uitgevoerd
 Flexie + abductie + exorotatie (+ supinatie + radiaal
deviatie + vingerextensie)
 Probeer geen tactiel contact te maken met zijde van
spieren die beweging zouden moeten uitvoeren
 patiënt kan gaan denken dat hij naar die zijde moet
duwen (is omgekeerde zijde)
 Eerst patroon aanleren dan vragen om in hand te knijpen
(activo-passief/ actief)
 Hand omhoog
 Hef je arm
 Terugkeren naar beginpositie
 Steeds tactiel contact aan zijde naar waar patiënt
moet duwen
 Knijp in mijn hand
 Ga naar beneden en andere zijde

, o PNF techniek 2 (blauw)
 Patroon
 Extensie + abductie + endorotatie (+ pronatie + ulnaire
deviatie + vingerextensie)
↓
Flexie + adductie + exorotatie (+ supinatie + radiaal
deviatie + vingerflexie)
 Uitvoering
 In goede startpositie starten
 maakt het gemakkelijker om componenten er later in te
brengen
 Ruglig op behandeltafel

 Naar volgende posities gaan om te starten
 Extensie + abductie + endorotatie (+ pronatie +
ulnaire deviatie + vingerextensie)
 Passief door therapeut combinatie van bewegingen
uitgevoerd
 Flexie + adductie + exorotatie (+ supinatie + radiaal
deviatie + vingerflexie)
 Probeer geen tactiel contact te maken met zijde van
spieren die beweging zouden moeten uitvoeren
 patiënt kan gaan denken dat hij naar die zijde moet
duwen (is omgekeerde zijde)