HBO-Rechten leerjaar 2
Hoofdstuk 1
ICT → informatie- en communicatietechnologie.
Waar gaat ICT over?
Het gaat met name over technologie, die bijvoorbeeld de toegang tot internet, maar
ook tekstverwerking op een laptop mogelijk maakt.
Lawrence Lessig schreef een bekent en invloedrijk boek over internetrecht: Code and other
laws of Cyberspace.
Lessig onderscheidt in navolging van andere auteurs vier modaliteiten voor de regulering (de
vraag op welke wijze het internet het beste kan worden gereguleerd:
- Het recht; (door bepaalde gedragingen te verbieden)
- De markt; (partijen verleiden een bepaalde richting te kiezen door prijzen te
verhogen of te verlagen)
- Sociale normen; (zoals dames gebruiken het damestoilet, anders zul je raar
aangekeken worden)
- De architectuur (code). (Stelt de bouwer in staat het gedrag van mensen te reguleren
zoals verkeersdrempels)
Lessig laat onder meer in zijn eerdergenoemde boek zien dat regulering in ‘cyberspace’
steeds meer plaatsvindt via ‘code’ in plaats van het recht.
Volgens hem:
Zullen overheden en ondernemingen door middel van code steeds meer in staat zijn
om het gedrag van internetgebruikers te bepalen (=technoregulering);
Daarmee hebben zij de kans om politieke en commerciële belangen op een
ondemocratische wijze tot stand te brengen.
Big data: andere mogelijkheid van regulering die vergelijkbare gevaren in zich heeft als
technoregulering:
Het sturen van gedrag, of beter: nudging;, een upload filter.
Big data = het gaat over zulke grote hoeveelheden data dat deze niet meer door
reguliere ICT-systemen kunnen worden verwerkt;
Big data maakt het mogelijk om verbanden te zien die eerder onzichtbaar waren.
Het sturen van gedrag: ministerie van infrastructuur en milieu probeert bijvoorbeeld
automobilisten te verleiden om het OV te pakken door met behulp van kentekenregistratie
tijdens de spits bepaalde automobilisten een aanbieding te doen voor goedkoper openbaar
vervoer.
ICT en recht zijn op twee manieren met elkaar verbonden:
1. ICT geldt als object of voorwerp van het recht → het recht zegt iets over (het gebruik
van) ICT, zoals over de toegang tot telecommunicatiewerken of auteursrecht;
2. ICT kan een bijdrage leveren aan het recht → bijv. door het introduceren van
elektronische dossiers voor rechters en andere procespartijen.
1
, In het domein van ICT en recht wordt gebruikgemaakt van verschillende rechtsgebieden. Dit
domein geeft regels die aangeven wanneer het gebruik van ICT ongeoorloofd is.
Privaatrecht Publiekrecht Strafrecht
E-commerce; Telecommunicatierecht; Commune strafrecht: Sr, Sv;
ICT-contractenrecht Privacyrecht Bijzonder strafrecht: Aw,
Tw.
Intellectueel (Aanbestedingsrecht WOB,
eigendomsrecht. art. 10 Gw).
Toezicht ingesteld voor: (kunnen boetes opleggen)
- Privacy;
- Telecommunicatierecht;
- E-commerce.
De ICT-jurist moet ook thuis zijn in het:
Privaatrecht;
Bestuursrecht;
Strafrecht.
Programmatuur: een ander woord voor software.
Elke pc, laptop, tablet of smartphone bevat een Central Processing Unit (CPU), ook wel
(digitale) processor genoemd.
Is het hart van de computer;
Voert instructies uit.
Een computer werkt met een binair talstelsel → wat betekent dat een computer met nullen
en enen werkt. Deze nullen en enen worden bits genoemd.
Elke bit is ofwel een 0 ofwel een 1;
Een groep van acht bits wordt een byte genoemd;
Megabytes = een omvang van het aantal bytes.
Programmatuur werd vroeger geschreven door letterlijk de taal (lees instructies) van de
processor in te voeren.
Nu in begrijpelijkere taal → hogere programmeertaal;
Broncode/sourcecode = de code in de hogere programmeertaal;
Om deze broncode om te zetten naar uitvoerbare machinetaal, wordt een compiler
gebruikt;
Closed source/software = de broncode die niet wordt vrijgegeven;
Open sourcesoftware (OSS) = het doel is om de broncode vrij te geven.
OSS:
Hoopt op deze manier dat iedereen meewerkt aan de verdere ontwikkeling van de
software;
2