Grasple samenvatting
Waarom onderzoek?
Bedrijfsonderzoekers baseren hun conclusies op empirisch onderzoek
> Consumeren: eerder gepubliceerd onderzoek lezen dat van toepassing is op jouw probleem
> Produceren: een nieuw onderzoek zelf uitvoeren
> Delegeren: een derde partij inschakelen om een onderzoek voor je uit te voeren
Bedrijfseconomisch onderzoek: Een systematisch proces van hypothesen toetsen door zorgvuldig
uitgevoerde data-analyses met als doel een manager te helpen een probleem te vermijden, op te
lossen of te minimaliseren.
- systematisch, stappen komen overeen
- hypotheses, anders kan er sprake zijn van toevalstreffers
Betere beslissingen: evidence-based beslissingen, intuïtie is niet betrouwbaar!
> destijds was koolhydraat arm heel populair, toch sloeg het intuïtieve product C2 niet aan
Cognitieve bias (onbewuste denkfout) = een poging van onze hersenen om de complexe wereld te
versimpelen en zo onze besluitvorming te versnellen.
1. Confirmation bias
2. Availability bias
3. What-You-See-Is-All-There-Is (WYSIATI) bias
1) Confirmation bias
= De neiging om alleen die informatie in overweging te nemen die overeenstemt met je
reeds bestaande overtuigingen. Je zoekt alleen naar bewijs dat ondersteunt wat je al denkt
en je negeert de rest. (cherry-picking)
> beleggers die vast houden aan hun vooringenomen beleggingen
> zwarte zwaan
2) Availability bias/heuristic
=Als we een beslissing nemen op basis van informatie die gemakkelijk beschikbaar is, ook al
is dat misschien niet de beste informatie om die beslissing op te baseren.
> beleggers reageren overdreven op laatste nieuwtjes en letten niet op de betrouwbaarheid
3) What-You-See-Is-All-There-Is (WYSIATI)
= Wanneer we beslissen of er een verband is tussen een gebeurtenis en een resultaat,
hebben we de neiging op te merken wat aanwezig is, maar we vergeten vaak rekening te
houden met wat afwezig is.
> managers zijn vaker geneigd dingen op te merken wanneer er zowel een beslissing als
resultaat is, stijging sales ‘door’ reclame
,predatory journals = niet-legitieme artikelen die gemaakt zijn met als doel winst en niet beschikken
over peer review (de onafhankelijke evaluatie van de studie door experten)
Beoordelen of een publicatie betrouwbaar is:
- nagaan of de artikelen in het tijdschrift gereviewt zijn
- de impactfactor opzoeken (tijdschrift met een impactfactor van ten minste 1,0 is vaak legitiem)
-de lijst van kwaliteitstijdschriften raadplegen die door TISEM is opgesteld
Om bedrijfseconomisch onderzoek te kunnen EVALUEREN:
Je moet kunnen evalueren in welke mate je academische en media artikels kan vertrouwen om je
beslissingen op te baseren.
Om bedrijfseconomisch onderzoek te kunnen AANSTUREN:
Je moet kunnen samenwerken met de interne onderzoeksafdeling van je bedrijf en/of externe
onderzoeksbureaus die voor jou onderzoeken zullen uitvoeren. Anders kun je wel goede
antwoorden krijgen, maar niet op de vragen die jij graag beantwoord had gezien.
Om bedrijfseconomisch onderzoek te kunnen UITVOEREN:
Je moet zelf onderzoeken kunnen uitvoeren om de kleinere problemen aan te pakken die je zal
tegenkomen in je toekomstige job.
,Het onderzoeksproces
Deductief onderzoek: begint met een theorie en toetst deze theorie vervolgens met behulp van data
Inductief onderzoek: begint met data en onderzoekt deze om vervolgens tot een theorie te komen
Het 7-staps onderzoeksproces (deductief)
1. een probleem afbakenen
2. onderzoeksvragen formuleren
3. een theoretisch kader ontwikkelen
4. een onderzoeksstrategie kiezen
5. data verzamelen
6. data analyseren
7. Rapporteren
Een afgebakend probleem
Het 7-staps onderzoeksproces:
> stap 1, Bedrijfseconomisch probleem afbakenen
Bedrijfseconomisch probleem:
wanneer een bedrijf geconfronteerd wordt met een bedreiging (een lastige situatie die moet
opgelost worden) of een opportuniteit (een situatie die mogelijk verbeterd kan worden)
Een bedrijfseconomisch probleem moet afgebakend worden voordat het kan worden onderzocht.
Niet: Pfizer zou zijn winst graag verhogen
Wel: Pfizer zou graag weten of het soft-sellen van nieuwe medicamenten aan artsen tot
meer voorschrijfgedrag leidt dan hard-sellen.
Relevantie
Onderzoek doen is te duur en tijdsintensief voor een bedrijf wanneer het probleem niet relevant is
> Academische relevantie
= hetzelfde probleem mag niet reeds onderzocht zijn in voorgaand onderzoek
- nieuwe context
- compleet nieuw onderwerp
- resultaten van eerdere onderzoeken zijn tegenstrijdig (resultaten verzoenen)
- verspreid onderzoek integreren (resultaten integreren/samenvoegen)
> Praktische relevantie
= het onderzoek moet nuttig zijn voor managers (één bedrijf, één industrie,
meerdere industrieën), eindgebruikers en/of beleidsmakers
, Onderzoeksvragen formuleren
Het 7-staps onderzoeksproces:
> stap 2, Onderzoeksvragen formuleren
De centrale vraag = de probleemstelling (beschrijft een volledig onderzoek in één vraag)
1) een open vraag
2) die de unit of analysis van de studie identificeert, en
3) die geformuleerd is in termen van (i) variabelen en (ii) relaties
Open vraag (1)
> om te voorkomen dat overhaaste conclusies zouden getrokken worden voordat het onderzoek is
uitgevoerd
- wat…
- hoe…
- in welke mate…
Unit of analysis (2)
> de entiteit die het onderzoek bestudeert, de focus van de studie = subject, wie/wat onderzoek je?
- Individuen, zoals consumenten, investeerders of CEOs
- Bedrijven, zoals multinationals of SMEs
- Groepen, zoals raden van bestuur, allianties of industrieën
- 'Dingen', zoals producten, merken of aandelen
- Geografische eenheden, zoals steden, regio's of landen
> Hoog aggregatieniveau = hierbij kijk je naar het gehele proces
> Laag aggregatieniveau = Hierbij zoom je verder in op het proces
Voorbeeld:
1. KPMG wil begrijpen waarom sommige bedrijven tijdens de corona-crisis innovatiever waren dan
andere. In dit geval is de unit of analysis op bedrijfsniveau.
2.. Albert Heijn wil begrijpen hoe de prijsperceptie van consumenten hun winkelkeuze beïnvloedt. In
dit geval is de unit of analysis op consument niveau
Geformuleerd in termen van variabelen (3)
> kern van een onderzoek dat minstens 2 waardes of levels moet aannemen in een onderzoek
- tussen subjecten (bv., personen, producten, bedrijven, industrieën, ...)
- doorheen de tijd
- tussen subjecten én doorheen de tijd
> soorten en condities zijn van belang!
Constante = Wanneer iets wat zou kunnen variëren maar één level heeft in een studie
Geformuleerd in termen van Relaties (3)
> Een probleemstelling drukt de relatie tussen minstens twee variabelen uit.
Voorbeeld:
Wat is de relatie tussen (i) de grootte, (ii) de vorm en (iii) de kleur van de verpakking op de
snoepconsumptie van kinderen?
Waarom onderzoek?
Bedrijfsonderzoekers baseren hun conclusies op empirisch onderzoek
> Consumeren: eerder gepubliceerd onderzoek lezen dat van toepassing is op jouw probleem
> Produceren: een nieuw onderzoek zelf uitvoeren
> Delegeren: een derde partij inschakelen om een onderzoek voor je uit te voeren
Bedrijfseconomisch onderzoek: Een systematisch proces van hypothesen toetsen door zorgvuldig
uitgevoerde data-analyses met als doel een manager te helpen een probleem te vermijden, op te
lossen of te minimaliseren.
- systematisch, stappen komen overeen
- hypotheses, anders kan er sprake zijn van toevalstreffers
Betere beslissingen: evidence-based beslissingen, intuïtie is niet betrouwbaar!
> destijds was koolhydraat arm heel populair, toch sloeg het intuïtieve product C2 niet aan
Cognitieve bias (onbewuste denkfout) = een poging van onze hersenen om de complexe wereld te
versimpelen en zo onze besluitvorming te versnellen.
1. Confirmation bias
2. Availability bias
3. What-You-See-Is-All-There-Is (WYSIATI) bias
1) Confirmation bias
= De neiging om alleen die informatie in overweging te nemen die overeenstemt met je
reeds bestaande overtuigingen. Je zoekt alleen naar bewijs dat ondersteunt wat je al denkt
en je negeert de rest. (cherry-picking)
> beleggers die vast houden aan hun vooringenomen beleggingen
> zwarte zwaan
2) Availability bias/heuristic
=Als we een beslissing nemen op basis van informatie die gemakkelijk beschikbaar is, ook al
is dat misschien niet de beste informatie om die beslissing op te baseren.
> beleggers reageren overdreven op laatste nieuwtjes en letten niet op de betrouwbaarheid
3) What-You-See-Is-All-There-Is (WYSIATI)
= Wanneer we beslissen of er een verband is tussen een gebeurtenis en een resultaat,
hebben we de neiging op te merken wat aanwezig is, maar we vergeten vaak rekening te
houden met wat afwezig is.
> managers zijn vaker geneigd dingen op te merken wanneer er zowel een beslissing als
resultaat is, stijging sales ‘door’ reclame
,predatory journals = niet-legitieme artikelen die gemaakt zijn met als doel winst en niet beschikken
over peer review (de onafhankelijke evaluatie van de studie door experten)
Beoordelen of een publicatie betrouwbaar is:
- nagaan of de artikelen in het tijdschrift gereviewt zijn
- de impactfactor opzoeken (tijdschrift met een impactfactor van ten minste 1,0 is vaak legitiem)
-de lijst van kwaliteitstijdschriften raadplegen die door TISEM is opgesteld
Om bedrijfseconomisch onderzoek te kunnen EVALUEREN:
Je moet kunnen evalueren in welke mate je academische en media artikels kan vertrouwen om je
beslissingen op te baseren.
Om bedrijfseconomisch onderzoek te kunnen AANSTUREN:
Je moet kunnen samenwerken met de interne onderzoeksafdeling van je bedrijf en/of externe
onderzoeksbureaus die voor jou onderzoeken zullen uitvoeren. Anders kun je wel goede
antwoorden krijgen, maar niet op de vragen die jij graag beantwoord had gezien.
Om bedrijfseconomisch onderzoek te kunnen UITVOEREN:
Je moet zelf onderzoeken kunnen uitvoeren om de kleinere problemen aan te pakken die je zal
tegenkomen in je toekomstige job.
,Het onderzoeksproces
Deductief onderzoek: begint met een theorie en toetst deze theorie vervolgens met behulp van data
Inductief onderzoek: begint met data en onderzoekt deze om vervolgens tot een theorie te komen
Het 7-staps onderzoeksproces (deductief)
1. een probleem afbakenen
2. onderzoeksvragen formuleren
3. een theoretisch kader ontwikkelen
4. een onderzoeksstrategie kiezen
5. data verzamelen
6. data analyseren
7. Rapporteren
Een afgebakend probleem
Het 7-staps onderzoeksproces:
> stap 1, Bedrijfseconomisch probleem afbakenen
Bedrijfseconomisch probleem:
wanneer een bedrijf geconfronteerd wordt met een bedreiging (een lastige situatie die moet
opgelost worden) of een opportuniteit (een situatie die mogelijk verbeterd kan worden)
Een bedrijfseconomisch probleem moet afgebakend worden voordat het kan worden onderzocht.
Niet: Pfizer zou zijn winst graag verhogen
Wel: Pfizer zou graag weten of het soft-sellen van nieuwe medicamenten aan artsen tot
meer voorschrijfgedrag leidt dan hard-sellen.
Relevantie
Onderzoek doen is te duur en tijdsintensief voor een bedrijf wanneer het probleem niet relevant is
> Academische relevantie
= hetzelfde probleem mag niet reeds onderzocht zijn in voorgaand onderzoek
- nieuwe context
- compleet nieuw onderwerp
- resultaten van eerdere onderzoeken zijn tegenstrijdig (resultaten verzoenen)
- verspreid onderzoek integreren (resultaten integreren/samenvoegen)
> Praktische relevantie
= het onderzoek moet nuttig zijn voor managers (één bedrijf, één industrie,
meerdere industrieën), eindgebruikers en/of beleidsmakers
, Onderzoeksvragen formuleren
Het 7-staps onderzoeksproces:
> stap 2, Onderzoeksvragen formuleren
De centrale vraag = de probleemstelling (beschrijft een volledig onderzoek in één vraag)
1) een open vraag
2) die de unit of analysis van de studie identificeert, en
3) die geformuleerd is in termen van (i) variabelen en (ii) relaties
Open vraag (1)
> om te voorkomen dat overhaaste conclusies zouden getrokken worden voordat het onderzoek is
uitgevoerd
- wat…
- hoe…
- in welke mate…
Unit of analysis (2)
> de entiteit die het onderzoek bestudeert, de focus van de studie = subject, wie/wat onderzoek je?
- Individuen, zoals consumenten, investeerders of CEOs
- Bedrijven, zoals multinationals of SMEs
- Groepen, zoals raden van bestuur, allianties of industrieën
- 'Dingen', zoals producten, merken of aandelen
- Geografische eenheden, zoals steden, regio's of landen
> Hoog aggregatieniveau = hierbij kijk je naar het gehele proces
> Laag aggregatieniveau = Hierbij zoom je verder in op het proces
Voorbeeld:
1. KPMG wil begrijpen waarom sommige bedrijven tijdens de corona-crisis innovatiever waren dan
andere. In dit geval is de unit of analysis op bedrijfsniveau.
2.. Albert Heijn wil begrijpen hoe de prijsperceptie van consumenten hun winkelkeuze beïnvloedt. In
dit geval is de unit of analysis op consument niveau
Geformuleerd in termen van variabelen (3)
> kern van een onderzoek dat minstens 2 waardes of levels moet aannemen in een onderzoek
- tussen subjecten (bv., personen, producten, bedrijven, industrieën, ...)
- doorheen de tijd
- tussen subjecten én doorheen de tijd
> soorten en condities zijn van belang!
Constante = Wanneer iets wat zou kunnen variëren maar één level heeft in een studie
Geformuleerd in termen van Relaties (3)
> Een probleemstelling drukt de relatie tussen minstens twee variabelen uit.
Voorbeeld:
Wat is de relatie tussen (i) de grootte, (ii) de vorm en (iii) de kleur van de verpakking op de
snoepconsumptie van kinderen?
