TEMPERATUUR, THERMISCHE EXPANSIE EN DE IDEALE GASWET
OPENINGSVRAAG
i. De temperatuur zal lager zijn buiten de ballon
➔ de lucht wordt opgewarmd
ii. De druk zal lager zijn buiten de ballon
➔ hogere T = hogere K = meerdere botsingen
iii. De dichtheid zal hoger zijn buiten de ballon
➔ ρ=P/(RT)
ATOOMTHEORIE VAN DE MATERIE
TERMINOLOGIE
• Atoom: het kleinst mogelijke onderdeel van een materiaal
➔ is deelbaar: het bestaat uit een kern (p+ en n0) en elektronen
= atoomtheorie
• Atoommassa: de relatieve massa van atomen Massa-eenheid
• Moleculemassa: de relatieve massa van moleculen DA (dalton)
• Element: een stof die men niet op chemische wijze kan opsplitsen in meerdere elementaire
stoffen
• Verbinding: stof die opgebouwd is uit elementen, en daar dus in gesplitst kunnen worden
DE ATOOMTHEORIE EN BROWNSE BEWEGING
De Brownse beweging: kleine deeltjes, zoals stuifmeelkorrels, in water een
constante, willekeurige beweging vertonen
➔ de atoomtheorie verklaart dit: atomen van elke stof zijn continu in beweging, dit is
de reden dat de stuifmeelkorrels bewegen
GAS, VLOEIBAAR EN VAST
• Gas: de intermoleculaire stoffen zijn zo zwak/ de snelheden zijn zo hoog, dat moleculen niet
dicht bij elkaar blijven. Ze bewegen alle kanten uit
➔ vibratie + translatie + rotatie
• Vloeibaar: de intermoleculaire krachten zijn zwak/ de snelheden zijn hoog, zodat ze voldoende
vrijheid hebben om elkaar te passeren
➔ vibratie + translatie
• Vast: de aantrekkende krachten zijn zo sterk, dat de atomen/moleculen weinig bewegen rond
betrekkelijk vaste plaatsen. Ze zijn vaak gerangschikt in een ‘kristalrooster’
➔ vibratie
, TEMPERATUUR EN THERMOMETERS
Temperatuur: een maat voor hoe heet/koud iets is
➔ heet: hoge T Gebruik geen ‘warm voorwerp’,
➔ koud: lage T maar ‘heet voorwerp’
Veel eigenschappen van materie hangen af van de temperatuur:
Vwp’en kunnen uitzetten/krimpen
Elektrische weerstand vergroot/verkleint
Kleur die voorwerpen uitzenden
…
Thermometer:: instrumenten voor het meten van temperatuur
➔ er bestaan verschillende types, de ene nauwkeuriger dan de andere
➢ Vloeistofthermometer
➢ Bimetaal
➢ Thermokoppel
➢ Weerstandsthermometer
➢ Gasthermometer
TEMPERATUURSCHALEN
Er zijn er 3:
1. De Celciusschaal = honderddelige schaal
➔ 0°C = het vriespunt van water (bij P=1bar)
➔ 100°C = het kookpunt van water (bij P = 1bar)
2. De Farenheitschaal
➔ 32°F = het vriespunt van water (bij P=1bar)
➔ 212°C = het kookpunt van water (bij P = 1bar)
3. De Kelvinschaal
➔ OK = het absolute nulpunt
Omzettingen:
Van K naar °C: 1K = 1°C + 273,15
Van F naar °C: °C = 5/9 (°F -32)
OPENINGSVRAAG
i. De temperatuur zal lager zijn buiten de ballon
➔ de lucht wordt opgewarmd
ii. De druk zal lager zijn buiten de ballon
➔ hogere T = hogere K = meerdere botsingen
iii. De dichtheid zal hoger zijn buiten de ballon
➔ ρ=P/(RT)
ATOOMTHEORIE VAN DE MATERIE
TERMINOLOGIE
• Atoom: het kleinst mogelijke onderdeel van een materiaal
➔ is deelbaar: het bestaat uit een kern (p+ en n0) en elektronen
= atoomtheorie
• Atoommassa: de relatieve massa van atomen Massa-eenheid
• Moleculemassa: de relatieve massa van moleculen DA (dalton)
• Element: een stof die men niet op chemische wijze kan opsplitsen in meerdere elementaire
stoffen
• Verbinding: stof die opgebouwd is uit elementen, en daar dus in gesplitst kunnen worden
DE ATOOMTHEORIE EN BROWNSE BEWEGING
De Brownse beweging: kleine deeltjes, zoals stuifmeelkorrels, in water een
constante, willekeurige beweging vertonen
➔ de atoomtheorie verklaart dit: atomen van elke stof zijn continu in beweging, dit is
de reden dat de stuifmeelkorrels bewegen
GAS, VLOEIBAAR EN VAST
• Gas: de intermoleculaire stoffen zijn zo zwak/ de snelheden zijn zo hoog, dat moleculen niet
dicht bij elkaar blijven. Ze bewegen alle kanten uit
➔ vibratie + translatie + rotatie
• Vloeibaar: de intermoleculaire krachten zijn zwak/ de snelheden zijn hoog, zodat ze voldoende
vrijheid hebben om elkaar te passeren
➔ vibratie + translatie
• Vast: de aantrekkende krachten zijn zo sterk, dat de atomen/moleculen weinig bewegen rond
betrekkelijk vaste plaatsen. Ze zijn vaak gerangschikt in een ‘kristalrooster’
➔ vibratie
, TEMPERATUUR EN THERMOMETERS
Temperatuur: een maat voor hoe heet/koud iets is
➔ heet: hoge T Gebruik geen ‘warm voorwerp’,
➔ koud: lage T maar ‘heet voorwerp’
Veel eigenschappen van materie hangen af van de temperatuur:
Vwp’en kunnen uitzetten/krimpen
Elektrische weerstand vergroot/verkleint
Kleur die voorwerpen uitzenden
…
Thermometer:: instrumenten voor het meten van temperatuur
➔ er bestaan verschillende types, de ene nauwkeuriger dan de andere
➢ Vloeistofthermometer
➢ Bimetaal
➢ Thermokoppel
➢ Weerstandsthermometer
➢ Gasthermometer
TEMPERATUURSCHALEN
Er zijn er 3:
1. De Celciusschaal = honderddelige schaal
➔ 0°C = het vriespunt van water (bij P=1bar)
➔ 100°C = het kookpunt van water (bij P = 1bar)
2. De Farenheitschaal
➔ 32°F = het vriespunt van water (bij P=1bar)
➔ 212°C = het kookpunt van water (bij P = 1bar)
3. De Kelvinschaal
➔ OK = het absolute nulpunt
Omzettingen:
Van K naar °C: 1K = 1°C + 273,15
Van F naar °C: °C = 5/9 (°F -32)
