Recht |HS. 4
Doel 3: De student kent de juridische vereisten om te kunnen spreken van een onrechtmatige daad
Verbintenissenrecht: verbintenissen die uit de wet voorvloeien i.p.v. uit een overeenkomst
Onderscheid tussen rechtmatige daad en onrechtmatige daad
Artikel 162. Wet 1: ‘Hij die jegens een ander een onrechtmatige daad pleegt, welke hem kan worden
toegerekend, is verplicht de schade die de ander dientengevolge lijdt, te vergoeden.’
De onrechtmatige daad is een rechtsfeit waarop je schadevergoeding kan vorderen.
Artikel 162. Wet 2: inbreuk op een recht, doen of nalaten i.s.m. een wettelijke plicht (alles wat
indruist tegen de wet volgens het privaatrecht), het doen of nalaten i.s.m. hetgeen volgens
ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt.
Wanneer onrechtmatige daad, welke vereisten: >> ‘COTS’ als ezelsbruggetje (p.135)
Let op: schade nadat er een overeenkomst is gesloten, is zoals beschreven in hoofdstuk 2
- Onrechtmatigheid: inbreuk op een recht / handelen in strijd met wettelijke plicht / het doen
of nalaten in strijd met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer
betaamt: schending van een zorgvuldigheidsnorm (fatsoensnormen): vb. gevaarzetting.
- Toerekenbaarheid: dader heeft schuld / volgens de wet of verkeersopvatting komen de
gevolgen voor zijn rekening (risicoaansprakelijkheid)
- Schade
1. Vermogensschade: geleden verlies of gederfde winst, óf redelijke kosten (gemaakt ter
voorkoming of beperking van schade)
2. ‘ander nadeel’: betrekking op de mogelijkheid tot het vorderen van immateriële schade
Hiermee bedoelde we verdwenen levensvreugde als pijn etc. Hier heb je recht op als het
immateriële nadeel opzettelijk toegebracht is / als er lichamelijk letsel is opgelopen / als
de nagedachtenis van een overledene is aangetast.
Shockschade: als je ziet dat iemand smartengeld krijgt en je hier zelf verdriet aan lijdt
- Causaal verband (‘dientengevolge’): als de schade daadwerkelijk door de onrechtmatige
daad is ontstaan en niet door iets anders.
Belangrijk: bij sprake van wanprestatie hoef je niet aan te tonen dat de toerekening voor de dader is,
want de tekortkoming in de verbintenis is genoeg. Wanneer de dader echt kan aantonen dat hij niet
schuldig is, en de tekortkoming niet voor zijn rekening komt, kan hij zich verweren door een beroep
op overmacht.
Als je je baseert op onrechtmatige daad, moet je dit wél aantonen. Het is voldoende als hij aantoont
of het gaat om schuld of risicoaansprakelijkheid.
Kelderluik-criteria:
1. De mate van waarschijnlijkheid dat het slachtoffer het gevaar niet (tijdig) onderkent
2. De kans op een ongeval (waarschuwingsbordjes bij schoonmaken bijv.)
3. De ernst van de mogelijke gevolgen
4. De bezwaarlijkheid van de te nemen veiligheidsmaatregelen.
Doel 3: De student kent de juridische vereisten om te kunnen spreken van een onrechtmatige daad
Verbintenissenrecht: verbintenissen die uit de wet voorvloeien i.p.v. uit een overeenkomst
Onderscheid tussen rechtmatige daad en onrechtmatige daad
Artikel 162. Wet 1: ‘Hij die jegens een ander een onrechtmatige daad pleegt, welke hem kan worden
toegerekend, is verplicht de schade die de ander dientengevolge lijdt, te vergoeden.’
De onrechtmatige daad is een rechtsfeit waarop je schadevergoeding kan vorderen.
Artikel 162. Wet 2: inbreuk op een recht, doen of nalaten i.s.m. een wettelijke plicht (alles wat
indruist tegen de wet volgens het privaatrecht), het doen of nalaten i.s.m. hetgeen volgens
ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt.
Wanneer onrechtmatige daad, welke vereisten: >> ‘COTS’ als ezelsbruggetje (p.135)
Let op: schade nadat er een overeenkomst is gesloten, is zoals beschreven in hoofdstuk 2
- Onrechtmatigheid: inbreuk op een recht / handelen in strijd met wettelijke plicht / het doen
of nalaten in strijd met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer
betaamt: schending van een zorgvuldigheidsnorm (fatsoensnormen): vb. gevaarzetting.
- Toerekenbaarheid: dader heeft schuld / volgens de wet of verkeersopvatting komen de
gevolgen voor zijn rekening (risicoaansprakelijkheid)
- Schade
1. Vermogensschade: geleden verlies of gederfde winst, óf redelijke kosten (gemaakt ter
voorkoming of beperking van schade)
2. ‘ander nadeel’: betrekking op de mogelijkheid tot het vorderen van immateriële schade
Hiermee bedoelde we verdwenen levensvreugde als pijn etc. Hier heb je recht op als het
immateriële nadeel opzettelijk toegebracht is / als er lichamelijk letsel is opgelopen / als
de nagedachtenis van een overledene is aangetast.
Shockschade: als je ziet dat iemand smartengeld krijgt en je hier zelf verdriet aan lijdt
- Causaal verband (‘dientengevolge’): als de schade daadwerkelijk door de onrechtmatige
daad is ontstaan en niet door iets anders.
Belangrijk: bij sprake van wanprestatie hoef je niet aan te tonen dat de toerekening voor de dader is,
want de tekortkoming in de verbintenis is genoeg. Wanneer de dader echt kan aantonen dat hij niet
schuldig is, en de tekortkoming niet voor zijn rekening komt, kan hij zich verweren door een beroep
op overmacht.
Als je je baseert op onrechtmatige daad, moet je dit wél aantonen. Het is voldoende als hij aantoont
of het gaat om schuld of risicoaansprakelijkheid.
Kelderluik-criteria:
1. De mate van waarschijnlijkheid dat het slachtoffer het gevaar niet (tijdig) onderkent
2. De kans op een ongeval (waarschuwingsbordjes bij schoonmaken bijv.)
3. De ernst van de mogelijke gevolgen
4. De bezwaarlijkheid van de te nemen veiligheidsmaatregelen.
