Hoofdstuk 1 : Agogisch
handelen, agogie en agogiek
1. Inleiding
VB : Silke beslist dat het niet goed is op basis van haar eigen waarden en normen.
2. De begrippen agogie en agogiek
Citaat : het is belangrijk om altijd te blijven reflecteren. Zelf na te denken. cliënten blijven
aanzetten om te evolueren
Bij agogie ligt de klemtoon op het handelen (is wat wij doen). Gericht op
welzijnsverandering
Bij agogiek ligt de klemtoon op de wetenschap. Verzamelnaam voor de leer van .. (zie
ppt). Dit gaat over de methoden die worden bestudeert.
2de definitie gaat over micro-meso-macro niveau cliënt zélf tot handelen laten
komen
3. Drie sleutelbegrippen van het agogisch handelen
Verandering : het veranderen stopt nooit omdat de maatschappij ook continu
veranderd. (Verandering zoals weerbaarheidstraining, creatieve sessies waardoor
cliënt zich kan uiten).
Handelen : wat er in iemands hoofd gebeurd weet je niet, je weet pas of het een
effect heeft gehad wanneer je met die persoon praat. Met handelen gaat steeds een
soort reflectie gepaard. Je moet altijd proberen het handelen te veranderen bij de
cliënt (niet het gedrag).
Emancipatie : doel is dat de cliënt zelf zijn leven in handen neemt.
Agogisch handelen samenvatting: dia 30: met als doel dat uw cliënt het zelf kan.
4. Richtinggevende kenmerken van het agogisch
handelen
1. Psychosociale verandering
Alles wat je denkt en voelt heeft invloed op je sociale relaties en omgekeerd.
VB: pesten tegengaan door een groepswerk, teambuilding,.. of cliënt begeleiden in
het zoeken naar een job, ondersteunen in het uitbreiden van zijn sociaal netwerk
2. Doelgericht
Een bepaald doel stellen voor een cliënt met een bepaalde beperking
3. Systematisch & bewust
Niet intuïtief, volgens een stappenplan
4. Gewenst door betrokkenen
Dit is niet altijd het geval, de motivatie is niet altijd eenduidig
5. Niet even wederzijds
1
, Complementaire relatie (soort van mandaat van de maatschappij om iets te doen aan
de situatie van de cliënt, altijd een professionele relatie, voldoende afstand) <->
symmetrische relatie
6. Beroepsmatig
Niet altijd zo geweest, vroeger vrijwillig (bv de loop : vrijwillig Testen of drugs ok zijn).
De soep run in Dublin (daklozen kunnen warme soep komen halen bij vrijwilligers,
wel agogisch, niet beroepsmatig)
7. Waarde gebonden
Geen duidelijke richtlijnen/wetten, wat is er belangrijk? Agogiek in een prescriptieve
wetenschap <-> descriptieve wetenschap (bv fysica)
*VB examenvraag : is het kunstatelier in een psychiatrisch centrum agogisch?
Opdracht Annemieke en Paul
Annemieke is niet agogisch en Paul wel
1.5 Professionalisering van het agogisch handelen
Door maatschappelijke veranderingen krijg je een evolutie van het agogisch handelen. BV
leerstoornissen bestonden niet in de 19e E men was analfabeet dus men kwam er niet
achter
Industrialisering heeft veel veranderd (opeens veel machines). Samenleving wordt
steeds ingewikkelder. Geen kerngezinnen meer, minder godsdienst. De richtlijnen
van de vroegere maatschappij zijn verdwenen onzekerheid bij de mensen.`
Professionalisering agogisch handelen
Periode van industriële revolutie zie je doelgroepen ontstaan waar mensen uitvallen.
Eerst via vrijwilligerswerk en uiteindelijk meer professioneel
Het agogisch werkveld
Welzijnswerk <-> vormingswerk (niet zo strikte hulpverlening, maar wel agogisch handelen)
Bv kansarme jongeren die geholpen worden
1.6. Het vertrekpunt van het agogisch handelen
Exagogiek : men wil een bepaalde problematische situatie verbeteren door
hulpverlening aan de bieden.
Medische hulp exagogiek (geen psychosociale verandering)
Anagogiek : beginsituatie is normaal maar we willen ze verbeteren bv door vorming
te geven.
Katagogiek : preventie, de situatie is oké en we willen dat zo behouden
1 bepaalde organisatie kan alles tegelijk zijn (bv de loop, indien schadelijke drugs
exagogiek. Indien niet schadelijk katagogiek)
2
,1.7 Niveaus van veranderingsprocessen
Micro
o Vb agogisch handelen : rouwverwerking, angst
Meso
o Vb : cyberpesten
Macro
o Vb : toenemend racisme, oorlog, wachtlijstproblematiek, groeiend aantal
daklozen, alcoholmisbruik onder jongeren
1.8 De valkuil van (ped)agogisering
(ped)agogisering = Toename van het aantal professionele interventies op (ped)agogisch vlak.
Vroeger was er zeer weinig aandacht voor opvoeding van kinderen, nu bestaan er dingen
als kind en gezin, zeer veel aandacht voor kinderen opvoeden, elke maatschappelijk
probleem zou moeten opgelost worden met opvoeding
3
, Hoofdstuk 2 : Opvoeden,
pedagogie(k) en
orthopedagogie(k)
1. Inleiding
Opvoeding heeft te maken met : context (netwerk, milieu), historiciteit (verschil tussen bv bij
oma en thuis, ..
BEELDFRAGMENTEN
Wilde Van Aveyron
o Kind kon niet spreken maar had wel speciaal gehoord (Itard!!)
De Kresj
o Soort commune waar alles mocht en geen enkele vorm van bezit was (ook
geen speciale band met de ouders
Chinese turnsters
o Jaren ’70 : zeer goed Chinees olympisch turnteam : kinderen worden uit
omgeving gehaald en gebrainwashed, zeer zware oefeningen van kleins-af
2. Wat is opvoeden?
Geen pasklaar antwoord, hangt af van je eigen normen en waarden, context, netwerk, …
Opvoeden =
Opvoeden is het in relatie staan van opvoeder(s) en opvoeding(en); waarin de
opvoeder zich als persoon, als zijn wijze van mens-zijn presenteert,
een klimaat creëert dat persoonlijkheidsgroei bevordert en leefsituaties
Zo hanteert dat deze optimale kansen bieden tot zelfontplooiing.
2.2.2 Ontwikkelen en opvoeden : het opvoedingsproces
Grafiek op ppt : wanneer een kind jong is is aanleg belangrijker dan milieu, milieu wordt
belangrijker naargelang je ouder wordt NIET GOED : milieu is altijd belangrijk
Nature / nurture ?
o Genen, milieu en individuele keuzes
3. Van problemen bij het opvoeden… tot een
stagnerend (vastlopen) opvoedingsproces
BV : Genoeg zeggen dat je kind het goed doet, gsm gebruik (regels op de gsm) of bv
voorbeeld van Frank : even nadenken (even op de rem), dan weer verder. (klein probleem)
Stagnerend : Permanente problemen, ontwikkeling komt in gevaar, geen perspectief meer,
kind ‘groei’ niet meer.
Welke vraag stelt het kind? Karel : “Help mij te ontwikkelen in een veilige leefsituatie”
4
handelen, agogie en agogiek
1. Inleiding
VB : Silke beslist dat het niet goed is op basis van haar eigen waarden en normen.
2. De begrippen agogie en agogiek
Citaat : het is belangrijk om altijd te blijven reflecteren. Zelf na te denken. cliënten blijven
aanzetten om te evolueren
Bij agogie ligt de klemtoon op het handelen (is wat wij doen). Gericht op
welzijnsverandering
Bij agogiek ligt de klemtoon op de wetenschap. Verzamelnaam voor de leer van .. (zie
ppt). Dit gaat over de methoden die worden bestudeert.
2de definitie gaat over micro-meso-macro niveau cliënt zélf tot handelen laten
komen
3. Drie sleutelbegrippen van het agogisch handelen
Verandering : het veranderen stopt nooit omdat de maatschappij ook continu
veranderd. (Verandering zoals weerbaarheidstraining, creatieve sessies waardoor
cliënt zich kan uiten).
Handelen : wat er in iemands hoofd gebeurd weet je niet, je weet pas of het een
effect heeft gehad wanneer je met die persoon praat. Met handelen gaat steeds een
soort reflectie gepaard. Je moet altijd proberen het handelen te veranderen bij de
cliënt (niet het gedrag).
Emancipatie : doel is dat de cliënt zelf zijn leven in handen neemt.
Agogisch handelen samenvatting: dia 30: met als doel dat uw cliënt het zelf kan.
4. Richtinggevende kenmerken van het agogisch
handelen
1. Psychosociale verandering
Alles wat je denkt en voelt heeft invloed op je sociale relaties en omgekeerd.
VB: pesten tegengaan door een groepswerk, teambuilding,.. of cliënt begeleiden in
het zoeken naar een job, ondersteunen in het uitbreiden van zijn sociaal netwerk
2. Doelgericht
Een bepaald doel stellen voor een cliënt met een bepaalde beperking
3. Systematisch & bewust
Niet intuïtief, volgens een stappenplan
4. Gewenst door betrokkenen
Dit is niet altijd het geval, de motivatie is niet altijd eenduidig
5. Niet even wederzijds
1
, Complementaire relatie (soort van mandaat van de maatschappij om iets te doen aan
de situatie van de cliënt, altijd een professionele relatie, voldoende afstand) <->
symmetrische relatie
6. Beroepsmatig
Niet altijd zo geweest, vroeger vrijwillig (bv de loop : vrijwillig Testen of drugs ok zijn).
De soep run in Dublin (daklozen kunnen warme soep komen halen bij vrijwilligers,
wel agogisch, niet beroepsmatig)
7. Waarde gebonden
Geen duidelijke richtlijnen/wetten, wat is er belangrijk? Agogiek in een prescriptieve
wetenschap <-> descriptieve wetenschap (bv fysica)
*VB examenvraag : is het kunstatelier in een psychiatrisch centrum agogisch?
Opdracht Annemieke en Paul
Annemieke is niet agogisch en Paul wel
1.5 Professionalisering van het agogisch handelen
Door maatschappelijke veranderingen krijg je een evolutie van het agogisch handelen. BV
leerstoornissen bestonden niet in de 19e E men was analfabeet dus men kwam er niet
achter
Industrialisering heeft veel veranderd (opeens veel machines). Samenleving wordt
steeds ingewikkelder. Geen kerngezinnen meer, minder godsdienst. De richtlijnen
van de vroegere maatschappij zijn verdwenen onzekerheid bij de mensen.`
Professionalisering agogisch handelen
Periode van industriële revolutie zie je doelgroepen ontstaan waar mensen uitvallen.
Eerst via vrijwilligerswerk en uiteindelijk meer professioneel
Het agogisch werkveld
Welzijnswerk <-> vormingswerk (niet zo strikte hulpverlening, maar wel agogisch handelen)
Bv kansarme jongeren die geholpen worden
1.6. Het vertrekpunt van het agogisch handelen
Exagogiek : men wil een bepaalde problematische situatie verbeteren door
hulpverlening aan de bieden.
Medische hulp exagogiek (geen psychosociale verandering)
Anagogiek : beginsituatie is normaal maar we willen ze verbeteren bv door vorming
te geven.
Katagogiek : preventie, de situatie is oké en we willen dat zo behouden
1 bepaalde organisatie kan alles tegelijk zijn (bv de loop, indien schadelijke drugs
exagogiek. Indien niet schadelijk katagogiek)
2
,1.7 Niveaus van veranderingsprocessen
Micro
o Vb agogisch handelen : rouwverwerking, angst
Meso
o Vb : cyberpesten
Macro
o Vb : toenemend racisme, oorlog, wachtlijstproblematiek, groeiend aantal
daklozen, alcoholmisbruik onder jongeren
1.8 De valkuil van (ped)agogisering
(ped)agogisering = Toename van het aantal professionele interventies op (ped)agogisch vlak.
Vroeger was er zeer weinig aandacht voor opvoeding van kinderen, nu bestaan er dingen
als kind en gezin, zeer veel aandacht voor kinderen opvoeden, elke maatschappelijk
probleem zou moeten opgelost worden met opvoeding
3
, Hoofdstuk 2 : Opvoeden,
pedagogie(k) en
orthopedagogie(k)
1. Inleiding
Opvoeding heeft te maken met : context (netwerk, milieu), historiciteit (verschil tussen bv bij
oma en thuis, ..
BEELDFRAGMENTEN
Wilde Van Aveyron
o Kind kon niet spreken maar had wel speciaal gehoord (Itard!!)
De Kresj
o Soort commune waar alles mocht en geen enkele vorm van bezit was (ook
geen speciale band met de ouders
Chinese turnsters
o Jaren ’70 : zeer goed Chinees olympisch turnteam : kinderen worden uit
omgeving gehaald en gebrainwashed, zeer zware oefeningen van kleins-af
2. Wat is opvoeden?
Geen pasklaar antwoord, hangt af van je eigen normen en waarden, context, netwerk, …
Opvoeden =
Opvoeden is het in relatie staan van opvoeder(s) en opvoeding(en); waarin de
opvoeder zich als persoon, als zijn wijze van mens-zijn presenteert,
een klimaat creëert dat persoonlijkheidsgroei bevordert en leefsituaties
Zo hanteert dat deze optimale kansen bieden tot zelfontplooiing.
2.2.2 Ontwikkelen en opvoeden : het opvoedingsproces
Grafiek op ppt : wanneer een kind jong is is aanleg belangrijker dan milieu, milieu wordt
belangrijker naargelang je ouder wordt NIET GOED : milieu is altijd belangrijk
Nature / nurture ?
o Genen, milieu en individuele keuzes
3. Van problemen bij het opvoeden… tot een
stagnerend (vastlopen) opvoedingsproces
BV : Genoeg zeggen dat je kind het goed doet, gsm gebruik (regels op de gsm) of bv
voorbeeld van Frank : even nadenken (even op de rem), dan weer verder. (klein probleem)
Stagnerend : Permanente problemen, ontwikkeling komt in gevaar, geen perspectief meer,
kind ‘groei’ niet meer.
Welke vraag stelt het kind? Karel : “Help mij te ontwikkelen in een veilige leefsituatie”
4