Samenvatting bestuurskunde les
1 t/m 6
Propedeuse IVK 2017-2018
Les 1
Waar gaat het over?
- Inrichting van de overheid
- Wie mag wat en wanneer doen?
- Openbaar bestuur, de overheid en de verdeling van middelen en bevoegdheden over de
samenleving.
Nut en noodzaak van BSK
- De overheid stelt regels op voor de veiligheid, zij controleert de regels, onderneemt actie als regels
worden overtreden (als het onveilig is) en past de regels aan als de oude regels niet meer volstaan.
- De overheid bepaald dus wat veilig is en wat niet.
- De volksvertegenwoordiging (Tweede kamer, Provinciale Staten, Gemeenteraad) stelt regels
(wetten, APV’s, richtlijnen etc.) op en controleert deze.
- Het bestuur (Regering, Gedeputeerde staten, Collega van B&W) voeren de regels uit en zien toe op
de naleving ervan.
Organisaties die invloed uitoefenen op de overheid
- milieuorganisaties (Greenpeace, WNF), onderwijsinstellingen (basisscholen, middelbaar onderwijs,
hoger onderwijs) etc.
- maar ook: speeltuinverenigingen, buurtverenigingen, koffiehuizen en andere organisaties van
bewoners en individuele bewoners.
Les 2
Democratie & rechtsstaat
Wat verstaan we onder democratie?
In theorie laat democratie het volk regeren, maar in praktijk gaat dat niet altijd zoals het hoort.
Volksheerschappij (zelfbestuur)
1. Parlementaire democratie
2. Democratische rechtsstaat
Griekse democratie
2500 jaar oud, de basis ervan ligt in Athene. Dit was een directe democratie.
Besluitvorming liep via een debat. Door middel van loting werd je gekozen voor een functie (die
functie kon je maar 1x hebben).
1
, Nederlandse democratie
Nederland kent een indirecte democratie: een representatieve democratie. Wij laten ons
representeren door volksvertegenwoordigers (wij geven onze stem aan degene die we kiezen).
Door middel van verkiezingen kiezen wij onze volksvertegenwoordigers:
1. Tweede Kamerleden
2. Provinciale Statenleden (provinciaal/regionaal)
3. Gemeenteraadsleden
4. Waterschapbesturen (zorgen voor de afwateringen van het land)
Nederland heeft een parlementaire democratie: het volk kiest het parlement dat het hoogste politiek
orgaan is. Ons parlement bestaat uit 150 Tweede Kamerleden, die worden gekozen tijdens de
verkiezingen. We kiezen onze vertegenwoordigers, die namens ons besluiten nemen (onze invloed is
dus direct). Dit is een indirecte democratie.
Op gemeentelijk niveau kiezen we de gemeenteraad, tijdens de gemeenteraadsverkiezingen
Elke gemeente heeft een gemeenteraad, die is het hoogste orgaan van de gemeente.
Op provincie-niveau kiezen we de Provinciale Staten.
Rechtsstaat
Wat is een rechtsstaat?
Om een rechtsstaat te zijn moet je eerst een staat zijn. Een staat heeft 4 kenmerken:
1. Er is sprake van een specifiek grondgebied (territorium)
2. Er is een bevolking
3. Er is een wettelijke ordening en er is een bestuurlijke organisatie die gezaghebbende wet- en
regelgeving handhaaft.
4. De staat wordt erkent door andere staten.
Een rechtsstaat is een staat die onderworpen is aan regels van het recht. 5 kenmerken ervan zijn:
1. Legaliteitsbeginsel
2. Trias Politica
3. Vrije en geheime verkiezingen (je hoeft niet openbaar te maken waar je op stemt)
4. Grondrechten (vrijheid van godsdienst, meningsuiting)
5. Vrije en onafhankelijke media
Trias politica
De Trias politica is de scheiding van machten, waar er 3 van zijn:
1. De rechtsprekende macht (juridische macht)
2. De wetgevende macht (legislatieve macht)
3. De uitvoerende macht (executieve macht)
De 3 machten controleren elkaars functioneren. Dit ter bescherming van de grondrechten: de
staatsmacht is aan controle onderhevig.
2
1 t/m 6
Propedeuse IVK 2017-2018
Les 1
Waar gaat het over?
- Inrichting van de overheid
- Wie mag wat en wanneer doen?
- Openbaar bestuur, de overheid en de verdeling van middelen en bevoegdheden over de
samenleving.
Nut en noodzaak van BSK
- De overheid stelt regels op voor de veiligheid, zij controleert de regels, onderneemt actie als regels
worden overtreden (als het onveilig is) en past de regels aan als de oude regels niet meer volstaan.
- De overheid bepaald dus wat veilig is en wat niet.
- De volksvertegenwoordiging (Tweede kamer, Provinciale Staten, Gemeenteraad) stelt regels
(wetten, APV’s, richtlijnen etc.) op en controleert deze.
- Het bestuur (Regering, Gedeputeerde staten, Collega van B&W) voeren de regels uit en zien toe op
de naleving ervan.
Organisaties die invloed uitoefenen op de overheid
- milieuorganisaties (Greenpeace, WNF), onderwijsinstellingen (basisscholen, middelbaar onderwijs,
hoger onderwijs) etc.
- maar ook: speeltuinverenigingen, buurtverenigingen, koffiehuizen en andere organisaties van
bewoners en individuele bewoners.
Les 2
Democratie & rechtsstaat
Wat verstaan we onder democratie?
In theorie laat democratie het volk regeren, maar in praktijk gaat dat niet altijd zoals het hoort.
Volksheerschappij (zelfbestuur)
1. Parlementaire democratie
2. Democratische rechtsstaat
Griekse democratie
2500 jaar oud, de basis ervan ligt in Athene. Dit was een directe democratie.
Besluitvorming liep via een debat. Door middel van loting werd je gekozen voor een functie (die
functie kon je maar 1x hebben).
1
, Nederlandse democratie
Nederland kent een indirecte democratie: een representatieve democratie. Wij laten ons
representeren door volksvertegenwoordigers (wij geven onze stem aan degene die we kiezen).
Door middel van verkiezingen kiezen wij onze volksvertegenwoordigers:
1. Tweede Kamerleden
2. Provinciale Statenleden (provinciaal/regionaal)
3. Gemeenteraadsleden
4. Waterschapbesturen (zorgen voor de afwateringen van het land)
Nederland heeft een parlementaire democratie: het volk kiest het parlement dat het hoogste politiek
orgaan is. Ons parlement bestaat uit 150 Tweede Kamerleden, die worden gekozen tijdens de
verkiezingen. We kiezen onze vertegenwoordigers, die namens ons besluiten nemen (onze invloed is
dus direct). Dit is een indirecte democratie.
Op gemeentelijk niveau kiezen we de gemeenteraad, tijdens de gemeenteraadsverkiezingen
Elke gemeente heeft een gemeenteraad, die is het hoogste orgaan van de gemeente.
Op provincie-niveau kiezen we de Provinciale Staten.
Rechtsstaat
Wat is een rechtsstaat?
Om een rechtsstaat te zijn moet je eerst een staat zijn. Een staat heeft 4 kenmerken:
1. Er is sprake van een specifiek grondgebied (territorium)
2. Er is een bevolking
3. Er is een wettelijke ordening en er is een bestuurlijke organisatie die gezaghebbende wet- en
regelgeving handhaaft.
4. De staat wordt erkent door andere staten.
Een rechtsstaat is een staat die onderworpen is aan regels van het recht. 5 kenmerken ervan zijn:
1. Legaliteitsbeginsel
2. Trias Politica
3. Vrije en geheime verkiezingen (je hoeft niet openbaar te maken waar je op stemt)
4. Grondrechten (vrijheid van godsdienst, meningsuiting)
5. Vrije en onafhankelijke media
Trias politica
De Trias politica is de scheiding van machten, waar er 3 van zijn:
1. De rechtsprekende macht (juridische macht)
2. De wetgevende macht (legislatieve macht)
3. De uitvoerende macht (executieve macht)
De 3 machten controleren elkaars functioneren. Dit ter bescherming van de grondrechten: de
staatsmacht is aan controle onderhevig.
2