Samenvatting - AFP Huid

A/F/P HUID




Esther Teunissen (student)
[BEDRIJFSNAAM] [Bedrijfsadres]

,Inhoud
Functies van de Huid........................................................................................... 2
Lagen van de huid............................................................................................... 2
Epidermis (opperhuid)...................................................................................... 2
Dermis (Lederhuid)........................................................................................... 3
Subcutis (Onderhuidse Weefsel).......................................................................4
Huidstructuren.................................................................................................... 4
Nagelgroei........................................................................................................ 5
Haargroei......................................................................................................... 5
Functies van Haar............................................................................................. 5
Talgklieren........................................................................................................ 5
Zweetklieren.................................................................................................... 5
Anaalklieren en Circumanaalklieren bij de Hond..............................................6
............................................................................................................................ 6
Wondgenezing: Primaire en Secundaire Wondgenezing......................................6
Factoren die van Invloed zijn op de Wondgenezing..........................................7
Huidaandoeningen.............................................................................................. 8
Huidonderzoek.................................................................................................... 9
Signalement & Anamnese................................................................................ 9
Algemene indruk.............................................................................................. 9
Voorbeeld Huidonderzoeksformulier..............................................................10
Aanvullende diagnostiek................................................................................ 11
(INFECTIEUZE) HUIDAANDOENINGEN & ECTOPARASIETEN................................12
(infectieuze) huidaandoeningen.....................................................................12
Veelvoorkomende Ectoparasieten bij Dieren.....................................................15
Veel gebruikte anti- ecto behandelingen...........................................................16
Allergieën.......................................................................................................... 17

,Anatomie & Fysiologie van de Huid bij Dieren

Functies van de Huid
De huid van dieren vervult verschillende belangrijke functies:
Vorming van haren, klauwen en hoeven: Belangrijk voor bescherming en
functioneren.
Communicatie: Dieren gebruiken huid en vacht voor visuele en
geurcommunicatie.
Barrière en afscheiding: Beschermt tegen externe invloeden en scheidt het
lichaam af van de omgeving.
Bescherming: Werkt antimicrobieel en voorkomt infecties.
Gezondheidsindicator: De conditie van de huid geeft informatie over de
gezondheid van het dier.
Lichaamstemperatuur: Reguleert de lichaamstemperatuur en produceert
zweet.
Zintuigen: Ontvangt signalen uit de omgeving.
Opslag van reserves: Slaat vetten op.
Vitamine D productie: Maakt vitamine D aan bij blootstelling aan zonlicht.
Feromoon productie: Produceert feromonen voor communicatie.
Pigment: Beschermt tegen UV-stralen door pigmentvorming.



Lagen van de huid
Epidermis (opperhuid)
Kenmerken:
Buitenste laag van de huid.
Bestaat uit meerdere lagen cellen.
Bevat geen bloedvaten.
Functie:
Bescherming: Werkt als barrière tegen fysieke, chemische en microbiële
invloeden.
Waterdichtheid: Voorkomt vochtverlies uit het lichaam.
Vitamine D productie: Maakt vitamine D aan bij blootstelling aan zonlicht.
Zintuiglijke functie: Bevat receptoren voor tast, pijn en temperatuur.
Pigmentatie: Produceert melanine voor bescherming tegen UV-straling.

,Onderdelen van de Epidermis:
Hoornlaag (stratum corneum): Buitenste laag,
bestaat uit dode, verhoornde cellen.
Kiemlaag (stratum basale): Binnenste laag,
bevat stamcellen die nieuwe huidcellen
vormen.
Stratum spinosum: Laag met cellen die
beginnen te verhoornen.
Stratum granulosum: Laag waar cellen
granules bevatten en verdere verhoorning
plaatsvindt.
Stratum lucidum: Alleen aanwezig in dikke huid, zoals op handpalmen en
voetzolen.

Dermis (Lederhuid)
Kenmerken:
Onder de epidermis gelegen.
Dikker dan de epidermis.
Bestaat uit bindweefsel met collageen- en elastinevezels.
Bevat bloedvaten, zenuwen, haarfollikels, talg- en zweetklieren, lymfevaten,
pigmentvormende cellen.
Functie:
 Ondersteuning en voeding: Voorziet de epidermis van voedingsstoffen en
zuurstof via de bloedvaten.
 Elasticiteit en stevigheid: Zorgt voor de elasticiteit en stevigheid van de
huid dankzij collageen en elastine.
 Thermoregulatie: Reguleert de lichaamstemperatuur via bloedvaten en
zweetklieren.
 Zintuiglijke functie: Bevat zenuwuiteinden voor tast, pijn en temperatuur.
 Afweer: Bevat immuuncellen die helpen bij de afweer tegen infecties.
Onderdelen:
 Bloedvaten: Voorzien de huid van
voedingsstoffen en helpen bij de
temperatuurregulatie.
 Zenuwen: Bevatten zenuwuiteinden voor
zintuiglijke waarnemingen.
 Haarfollikels: Structuren waaruit haren
groeien.
 Talgklieren: Produceren talg dat de huid
en haren soepel houdt.
 Zweetklieren: Helpen bij de temperatuurregulatie en uitscheiding van
afvalstoffen

,Temperatuur regulatie Lederhuid (Dermis)
Warmte:
De bloedvaatjes in de huid worden wijder
Er stroomt dan meer bloed in de huid
De huid wordt warmer en geeft deze warmte af aan de buitenlucht
Kou:
De bloedvaten worden nauwer
Er komt minder bloed in de huid
Er wordt minder warmte via de huid afgegeven

Subcutis (Onderhuidse Weefsel)
Kenmerken:
 Bevindt zich onder de dermis.
 Bestaat voornamelijk uit los bindweefsel en vetweefsel.
 Variabele dikte afhankelijk van lichaamslocatie en individu.
Functie:
 Isolatie: Helpt bij het behouden van de lichaamstemperatuur door warmte-
isolatie.
 Bescherming: Werkt als schokdemper, beschermt onderliggende structuren
tegen trauma.
 Energieopslag: Slaat vetten op als energievoorraad.
 Verbinding: Verbindt de huid met onderliggende structuren zoals spieren
en botten.
Onderdelen:
 Vetcellen (adipocyten): Slaan vet op voor energie en isolatie.
 Los bindweefsel: Biedt flexibiliteit en ruimte voor bloedvaten en zenuwen.
 Bloedvaten: Voorzien het weefsel van zuurstof en voedingsstoffen.
 Zenuwen: Bevat zenuwen voor zintuiglijke waarneming en pijn.




Huidstructuren
 Haren
 Nagels
 Zoolkussens
 Neusspiegel
 Klieren
 zweetklieren
 talgklieren
 anaal- en circumanaalklieren

,  melkklieren

Nagelgroei
Nagelmatrix: Produceert nieuwe nagelcellen die
verhoornen en de nagel laten groeien.
Nagelbed: Ondersteunt en voedt de groeiende nagel.



Haargroei
Anagene Fase: Actieve groeifase.
Catagene Fase: Overgangsfase
waarin de haargroei stopt.
Telogene Fase: Rustfase waarin
het haar uitvalt en vervangen wordt.

Functies van Haar
Bescherming: Beschermt de huid
tegen UV-straling en fysieke schade.
Isolatie: Helpt bij
temperatuurregulatie door isolatie.
Zintuiglijke Functie: Haarfollikels zijn verbonden met zenuwuiteinden, waardoor
haren een tastfunctie hebben.
Communicatie: Bij dieren kan haar een rol spelen in sociale signalering en
communicatie.

Talgklieren
Produceert talg
Werkt antibacterieel
Houdt de huid soepel
Maakt de huid ‘waterdicht’

Zweetklieren
Apocriene klieren
Monden uit in de haarfollikel
Eccriene klieren
Voetzolen en neusspiegel
Monden direct uit op de huid
Enige zweetklieren die honden en katten hebben