100% de satisfacción garantizada Inmediatamente disponible después del pago Tanto en línea como en PDF No estas atado a nada 4.2 TrustPilot
logo-home
Resumen

Natuuronderwijs inzichtelijk Natuur en Techniek samenvatting Jaar 1

Puntuación
-
Vendido
-
Páginas
17
Subido en
24-06-2024
Escrito en
2022/2023

Natuuronderwijs inzichtelijk - Hoofdstuk 1.1 - Hoofdstuk 1.3 - Hoofdstuk 2.2 - Hoofdstuk 2.4 - Hoofdstuk 3.1 - Hoofdstuk 5.4

Institución
Grado










Ups! No podemos cargar tu documento ahora. Inténtalo de nuevo o contacta con soporte.

Escuela, estudio y materia

Institución
Estudio
Grado

Información del documento

Subido en
24 de junio de 2024
Número de páginas
17
Escrito en
2022/2023
Tipo
Resumen

Temas

Vista previa del contenido

Natuur & Techniek colleges – samenvatting periode 4
Natuuronderwijs inzichtelijk
- Hoofdstuk 1.1
- Hoofdstuk 1.3
- Hoofdstuk 2.2
- Hoofdstuk 2.4
- Hoofdstuk 3.1
- Hoofdstuk 5.4

Artikel: PDF Soortenkennis planten

,Hoofdstuk 1
Hoofdstuk 1.1 – Indeling van het plantenrijk
- Plantenrijk: zeer divers. Meeste planten toch een gemeenschappelijk kenmerk: aanwezigheid
van bladgroen.
- Indeling van planten is gebaseerd op mate van verwantschap
- Hoofdgroepen waarvan de planten een eenvoudige bouw hebben, leven in het water of
hebben een vochtige omgeving nodig
- Hoofdgroepen waarvan de planten een complexere bouw hebben, beschikken wél over
vaatbundels.
- Karakteristiek voor zaadplanten is dat ze zich kunnen voortplanten door middel van zaden

De groene wereld van de planten
 ‘groen’ is belangrijk gemeenschappelijk kenmerk van de meeste planten
 Bladgroen: in de cellen van planten. Bladgroen zit voornamelijk in de bladeren (niet in
dierlijke cellen).
 Bladgroen: belangrijke rol bij fotosynthese
o Proces dat planten in staat stelt om met behulp van zonlicht hun eigen voedsel te
maken.

 Diversiteit aan planten: hoofd- en subgroepen. Vijf hoofgroepen:
o Wieren (algen)
o Mossen
o Paardenstaarten
o Varens
o Zaadplanten

 Wieren (algen)
o Hoofdgroep met eenvoudigste bouw.
o Geen echte wortels, stengels en bladeren
o Fotosynthese: eigen voedsel maken. Zuurstof is belangrijk bijproduct (helft van
zuurstof in atmosfeer geleverd)
o Eencellige wieren: algen erg klein
o Meercellige wieren
o Korstmossen: grijsgroene plakkaten (korsten) op een boomstam
 Korstmos is een samenlevingsvorm tussen alg en schimmel
 Beide soorten hebben voordeel van de samenlevingsvorm (symbiose.
o Alg levert voedingsstoffen aan schimmel, schimmel houdt
vocht en mineralen vast (bescherming tegen uitdroging)

 Mossen
o Landplanten, wel vochtige omgeving nodig.
o Geen transportsysteem van vaatbundels waarmee ze water vanuit de bodem naar
boven kunnen transporteren. Geen echte wortels.
o Mosplanten nemen water rechtstreeks op via hun dunne, eenvoudige blaadjes
o Mosplanten groeien in groepen bij elkaar, om benodigde water goed vast te houden.
o Sporendragers of sporenkapsels: worden geproduceerd ten behoeve van
voortplanting. Via lucht verspreid als soort stof

,  Paardenstaarten
o Beter aangepast aan droger landleven
o Echte wortels, bladeren en stengels hebben wasachtige laag (gaat uitdroging tegen)
o Kunnen in de hoogte groeien, beter in staat om zonlicht te benutten dan mossen
o Veelvoorkomend, niet opvallend

 Varens
o Groeien uit een wortelstok, meestal veernervige bladeren
o Vaak elk blaadje weer vertakt in kleinere deelblaadjes
o Onderkant van de bladeren: sporendragers,

 Varens, mossen en paardenstaarten planten zich geslachtelijk voort door middel van sporen
 groep van de sporenplanten

 Zaadplanten
o Uitgebreid wortelstelsel en vaatbundels die water en voedingsstoffen door de plant
kunnen vervoeren
o Worden het grootst (loof- en naaldbomen)
o Boomstam = stevig, groeien boven andere planten. Meer zonlicht
o Voortplanting door zaden (groter dan een spore)
o Twee subgroepen van zaadplanten:
 Coniferen
 Geen bloemen en vruchten
 Zaden ontwikkelen zich op houtige schubben van kegels
 O.a. naaldbomen
 Naaktzadigen  zaden ontwikkelen zich niet in een vrucht, liggen
open en bloot

 Bloemplanten
 80% van alle plantensoorten op aarde
 Loofbomen, struiken, kruidachtige planten
 Bloemen: spelen centrale rol bij voortplanting (bestuiving, stuifmeel)
 Na bestuiving: bevruchting in vruchtbeginsel van de bloem. Zaad kan
zich ontwikkelen in het vruchtbeginsel.
 Bedektzadigen: vruchtbeginsel groeit uit tot vrucht met daarin rijpe
zaad.

 Vanwege vaatbundels kan je paardenstaarten, varens en zaadplanten indelen in de groep van
de vaatplanten
$7.81
Accede al documento completo:

100% de satisfacción garantizada
Inmediatamente disponible después del pago
Tanto en línea como en PDF
No estas atado a nada

Conoce al vendedor

Seller avatar
Los indicadores de reputación están sujetos a la cantidad de artículos vendidos por una tarifa y las reseñas que ha recibido por esos documentos. Hay tres niveles: Bronce, Plata y Oro. Cuanto mayor reputación, más podrás confiar en la calidad del trabajo del vendedor.
meesteruitzeeland Driestar Educatief
Seguir Necesitas iniciar sesión para seguir a otros usuarios o asignaturas
Vendido
25
Miembro desde
1 año
Número de seguidores
2
Documentos
23
Última venta
1 mes hace

3.3

3 reseñas

5
0
4
2
3
0
2
1
1
0

Recientemente visto por ti

Por qué los estudiantes eligen Stuvia

Creado por compañeros estudiantes, verificado por reseñas

Calidad en la que puedes confiar: escrito por estudiantes que aprobaron y evaluado por otros que han usado estos resúmenes.

¿No estás satisfecho? Elige otro documento

¡No te preocupes! Puedes elegir directamente otro documento que se ajuste mejor a lo que buscas.

Paga como quieras, empieza a estudiar al instante

Sin suscripción, sin compromisos. Paga como estés acostumbrado con tarjeta de crédito y descarga tu documento PDF inmediatamente.

Student with book image

“Comprado, descargado y aprobado. Así de fácil puede ser.”

Alisha Student

Preguntas frecuentes