1. Variabelen
—----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
1. Definitie
Variabelen: Kenmerken, eigenschappen v statische eenheden (onderzoekseenheden) die variëren (wat we meten)
● Operationalisatie
○ = Variabelen moet meetbaar zijn → Variabelen vertalen in concreet meetbare kenmerken
○ vb. Leeftijd kan op diverse manieren gemeten worden.
■ Of geboortejaar (vb. 2003)
■ Of leeftijd (vb. 20 jaar)
■ Of leeftijdscategorieën (vb. 1 = 18-25)
● Voorbeelden
Onderzoekseenheden Variabelen
Respondenten ● ‘Gender’
● ‘Gewicht’
● ‘Studiekeuze’
● ‘Seksueel slachtofferschap’
Producten of diensten (vb. sociale-media apps) ● ‘Aantal actieve gebruikers’
Tijdsperiodes of ruimtes (vb. gevangenissen) ●
2
‘Aantal 𝑚 celruimte per gedetineerde’
1
, 2. Meetniveaus van variabelen
Meetniveau: De wijze waarop men een variërend kenmerk meet
● Het bepaald welke statistische analysetechnieken mogelijk zijn
1. Soorten meetniveaus
Nominaal Ordinaal Interval Ratio
- Classificatie1 ✓ - Classificatie ✓ - Classificatie ✓ - Classificatie ✓
- Rangschikking2 ✗ - Rangschikking ✓ - Rangschikking ✓ - Rangschikking ✓
- Meeteeheid3 ✗ - Meeteeheid ✗ - Meeteeheid ✓ - Meeteeheid ✓
- Absoluut nulpunt4 ✗ - Absoluut nulpunt ✗ - Absoluut nulpunt ✗ - Absoluut nulpunt ✓
- Lagere meetniveaus - Lagere meetniveaus - Hogere meetniveaus - Hogere meetniveaus
- Kwalitatief - Kwalitatief - Kwantitatief - Kwantitatief
● Bewerkingen zijn ● Bewerkingen zijn ● Bewerkingen zijn ● Bewerkingen zijn
zinloos zinloos zinvol zinvol
- Discreet - Discreet - Continu - Continu
● Tussenliggende ● Tussenliggende ● Tussenliggende ● Tussenliggende
waarden zijn niet waarden zijn niet waarden zijn wel waarden zijn wel
mogelijk mogelijk mogelijk mogelijk
● vb. Niet huisnummer ● vb. 16,7 °C ● vb. 1,76 cm
1,5
- Geboorte land - Sociale status - Temperatuur in Celsius - Temperatuur in Kelvin
- Haarkleur ● 1 = Laag - Geboortejaar - Lengte
- Huisnummer ● 2 = Middelmatig - Criminaliteit
- Postcode ● 3 = Hoog - Slachtofferschap
- Geslacht - Medailles - Inkomen
● 1= Man ● 1 = Brons - Leeftijd
● 2 = Vrouw ● 2 = Zilver - Tijdsduur
● 3 = Ander ● 3 = Goud
- Chinees restaurant - Diploma
● 1 = Babi Pangang ● 1 = Diploma lager
● 2 = Nasi Goreng onderwijs
● 3 = Loempia ● 2 = Diploma
secundair onderwijs
- Klacht ● 3 = Diploma hoger
● 1 = Tegen bekenden onderwijs korte type
● 2 = Tegen ● 4 = Diploma hoger
onbekenden onderwijs lange type
Opmerking: Belangrijk onderscheid
● Dichotoom (‘Binaire variabelen’)
○ = Een variabele kan slechts 2 categorieën
(waarden) aannemen
○ Voorbeeld: Type klacht
■ Tegen bekenden (1)
■ Tegen onbekenden (0)
● Polytoom
○ = Een variabele die > 2 categorieën kent
○ Voorbeeld: Trichitoom
1
Men kan de variabelen indelen in categorieën
- Antwoorden op vragen w omgezet in getallen → Men geeft elke categorie een cijfer
- Reden: Men kan ze statistisch verwerken
2
De verschillende categorieën kunnen worden gerangschikt, geordend
- De ene categorie h meer waarde dan de andere
- Men kan uitspraken doen als “meer of minder” en “groter, kleiner”
3
De intervallen tss de verschillende waarden die een variabele kan aannemen heeft een exacte betekenis en een gelijke afstand
- Het nulpunt is willekeurig → 0 =/= 0 (geen, niks)
- Men kan een negatieve waarde aannemen
4
Er is sprake van een natuurlijk, absoluut, niet-arbitraire nulpunt
- 0 = 0 (geen, niks)
- Men kan GEEN negatieve waarde aannemen
2
,2. Hiërarchie van de meetniveau
Ratioschalen
⬆ absoluut nulpunt
Intervalschalen
⬆ meteenheid
Ordinale schalen
⬆ ordenbaarheid
Nominale schalen
● Hiërarchie tss de meetniveaus
○ Hoe hoger meetniveau …
■ Hoe meer bewerkingen of analyses een bepaald meetniveau toelaat
■ Hoe informatiever → Meer info
○ MAAR: Elk meetniveau is altijd even waardevol / nuttig
■ vb. Pijnniveau na behandeling
● Pijn metrisch meten > pijn nominaal meten (‘0 = Nee’, ‘1 = Ja’)
● Herleiden van meetniveaus
○ Hoger meetniveau herleiden naar lager meetniveau = KAN
■ vb. Leeftijd
● Eerst metrisch gemeten (bv. 19 jaar)
● Achteraf toewijzen aan een bredere maar minder informatierijke categorie steeds
mogelijk (bv. 18 – 24 jaar)
○ Lager meetniveau herleiden naar hoger meetniveau = KAN NIET
■ vb. Leeftijd
● Initieel ordinaal gemeten (bv. 18 – 24 jaar)
● Onmogelijk om nadien te achterhalen wat iemands exacte leeftijd was, je blijft vast op
het ordinale niveau
■ Uitzondering: Likertschaal
● Wat is een likertschaal
● Likertschaal herleiden van ordinaal meetniveau → metrisch meetniveau
○ Wijs numerieke waarde toe aan elke categorie van de likertschaal
● Samenvoegen tot 1 schaalvariabelen
Of Rekenkundig gemiddelde Of Somscore berekenen
berekenen
● Zegt niets over waarde vd schaal ● Zegt niets over waarde vd schaal
● Range altijd duidelijk maken !! ● Range altijd duidelijk maken !!
⇒ RANGE: (Num. waarde laagste categorie –- ⇒ RANGE: (# items . Num waarde 1e categorie –-
Num. waarde hoogste categorie) # items . Num waarde laatste categorie)
● Gevoelig voor uitschieters ● Gevoelig voor uitschieters
𝑋 = (4 + 2 + 3 )/3 4 + 2 + 3= 9
𝑋 = 3
⇒ RANGE: (1 − 5) ⇒ RANGE: (3 − 15)
3
, Vraag: Bereken gemiddelde en somscore van onderstaande schaal
● 0 = nooit
● 1 = weinig
● 2 = soms
● 3 = vaak
● 4 = altijd)
● Gemiddelde
○ 𝑋 = (1 + 2 + 2 + 0 + 3 )/5
○ 𝑋 = 1, 6
○ ⇒ RANGE: (0 − 4)
○
● Somscore
○ 1 + 2 + 2 + 0 + 3=8
○ ⇒ RANGE: (0 − 20)
4