Samenvatting Passer Blok 2.2 (hst 3, 5, 10, 8 en 9)
Hoofdstuk 3: Conducting ethical research
Ethics representeren een systeem van morele principes en standaards.
Codes van onderzoeksethiek:
Nuremberg Code: een set ethische principes die essentieel zijn voor een medisch
experiment om toelaatbaar (geoorloofd) te zijn. Het kan ook worden toegepast op
gedragsmatig onderzoek:
Toestemming van mensen om te participeren in een studie moet altijd vrijwillig zijn,
en ze moeten vrij zijn om elk moment terug te trekken uit de studie.
Voordat ze toestemming geven, moeten mensen worden geïnformeerd over het doel
van de studie en de mogelijke risico’s voor hun persoonlijk welzijn.
Alle onnodige risico’s voor participanten moeten worden vermeden.
De studie moet resultaten opleveren waarvan het voordeel voor de maatschappij
belangrijker is (zwaarder weegt) dan potentiële risico’s voor participanten.
Alleen gekwalificeerde wetenschappers moeten het onderzoek uitvoeren.
Belmont Report: een ethische code die de basis biedt voor U.S. federale reglementen die
onderzoek op mensen regelen. Dit wordt human subjects research genoemd. Drie
belangrijke ethische principes:
1. Respect voor personen: het respecteren van de autonomie en beslissingen van
mensen die capabel zijn tot zelfbeschikking. En het beschermen van individuen die
niet capabel zijn tot zelfbeschikking.
2. Weldadigheid: de verplichting van onderzoekers om voordelen te maximaliseren en
mogelijke schade voor participanten te vermijden of minimaliseren.
3. Gerechtigheid: alle mensen hebben toegang tot therapieën en andere voordelen die
voortkomen uit publiek gefinancierd onderzoek. Ook moeten potentieel kwetsbare
groepen niet worden uitgebuit wanneer participanten worden geselecteerd.
Uit deze ethische principes zijn richtlijnen ontwikkeld voor het verkrijgen van toestemming
van participanten, het beoordelen van risico’s en voordelen en het selecteren van
participanten op een rechtvaardige manier.
American Psychological Association (APA) Ethics Code: beschrijft algemene ethische
principes en specifieke ethische standaarden om professioneel gedrag van psychologen te
richten. Belangrijke ethische principes die alle psychologen moeten nastreven:
Beneficence and Nonmaleficence: psychologen moeten ernaar streven degenen met
wie ze werken te helpen. Ook moeten psychologen voorzichtig zijn om geen schade
te veroorzaken.
Fidelity and Responsibility: psychologen moeten zich op een betrouwbare manier
gedragen. Daarvoor moeten ze zich verantwoordelijk gedragen, dat is blijven bij
professionele codes van onderzoek en niet anderen uitbuiten.
, Integrity: psychologen moeten eerlijk en waarheidsgetrouw zijn, en moeten niet
betrokken zijn in fraude.
Justice: psychologen moeten herkennen dat de voordelen van hun onderzoek
beschikbaar moeten worden gemaakt voor alle personen.
Respect for People’s Rights and Dignity: psychologen moeten de waardigheid van
alle mensen respecteren en de rechten van individuen op privacy, geheimhouding en
zelfbeschikking.
Ethische standaards in human subjects research:
Institutional Review Board (IRB): een onafhankelijk institutioneel comité dat evalueert of
voorgestelde onderzoeken met menselijke participanten overeenkomen met federale
ethische reglementen. Deze moet bestaan uit minstens vijf leden met verschillende
achtergronden, inclusief:
1. Minstens één lid die niet anders is aangesloten bij de institutie.
2. Minstens één lid met een wetenschappelijke achtergrond.
3. Minstens één lid wiens achtergrond niet wetenschappelijk is.
Een IRB heeft vervolgens verschillende opties. Ze kunnen de studie goedkeuren, zodat het
onderzoek kan beginnen. Ze kunnen de studie afkeuren, zodat deze niet kan worden
uitgevoerd. Of ze kunnen eisen dat de onderzoeker de studie aanpast en deze opnieuw
instuurt voor evaluatie.
Om een studie goed te keuren moet een IRB bepalen dat twee condities worden voldaan
m.b.t. potentiële risico’s of schade voor participanten.
1. De IRB moet ervan overtuigd zijn dat de onderzoeker alle wetenschappelijk nodige
risico’s voor participanten minimaliseert.
2. Ongeacht het risiconiveau, moet deze minder zwaar wegen dan de mogelijke
voordelen van de studie. Oftewel, het wegen van de risk/benefit ratio: de evaluatie
van risico’s relatief ten opzichte van voordelen.
Minimal risk: de kans en omvang van schade door het onderzoek is niet groter dan die in het
dagelijks leven worden tegengekomen of tijdens de uitvoering van geroutineerde fysieke of
psychologische tests. Oftewel, het is niet meer dan minimaal risico als het ongemak door het
onderzoek ook in het dagelijkse leven kan plaatsvinden. At risk: wanneer een voorgestelde
studie meer dan minimaal risico bevat. Typen mogelijke schade voor participanten:
Risk of physical harm (vb. mogelijke pijn of fysieke ongemak)
Risk of psychological harm (vb. negatieve emoties of psychologische ongemak)
Risk of social harm and loss of privacy (vb. wanneer informatie bekend wordt en leidt
tot ongewenste sociale consequenties). Dit kan worden geminimaliseerd door
anonymity en confidentiality.
Risk of economic or legal harm
, Incidental findings: wanneer een onverwachte vinding over een participant niet direct
gerelateerd is aan het doel van de studie, maar wel belangrijk kan zijn voor de gezondheid of
het functioneren van de participant. Vb. ontdekken dat een kind wordt misbruikt.
Informed consent: het principe dat mensen het recht hebben om een vrijwillige,
geïnformeerde beslissing te maken over het wel/niet participeren in een studie. Mensen
moeten weten waar ze precies instappen voordat ze toestemming geven voor deelname.
Basiselementen van informed consent:
1. Doel en natuur van het onderzoek.
2. Verwachte risico’s, ongemakken, nadelige effecten.
3. Verwachte voordelen.
4. Alternatieve procedures of behandelingen.
5. Vertrouwelijkheid en limitaties hierin.
6. Stimulansen en compensatie.
7. Contactinformatie.
8. Vrijwillige participatie en vrijheid om deelname te stoppen.
Deception: vindt plaats wanneer onderzoekers opzettelijk informatie achterhouden van
potentiële participanten wat hun beslissing kan beïnvloeden om toestemming te geven.
Oftewel, het opzettelijk misleiden van participanten over sommige aspecten van een studie.
Een voorbeeld van onderzoek met misleiding is het experiment van Milgram over
gehoorzaamheid. Onderzoekers mogen misleiding gebruiken wanneer:
- De studie veel kans heeft significante potentiële voordelen te geven,
- er geen uitvoerbare niet-misleidende benadering is om dezelfde voordelen te
verkrijgen, en
- participanten weinig kans hebben om fysieke pijn of emotionele schade te ervaren.
Debriefing: een conversatie met de participant die extra informatie over de studie
overbrengt. Doelen hiervan:
Participanten meer complete informatie over de studie bieden, inclusief informatie
over elke misleiding die heeft plaatsgevonden.
Leren hoe participanten hun onderzoekservaring hebben waargenomen en om
foutieve waarnemingen over de studie te corrigeren.
Nadelige effecten minimaliseren en de kans dat ze zich positief voelen over hun
deelname maximaliseren.
Ervoor zorgen dat elke individu de studie niet discussieert met anderen die
toekomstige participanten kunnen zijn. Dit is om contamination te minimaliseren,
wat plaatsvindt wanneer toekomstige participanten informatie leren door eerdere
participanten die ze niet horen te weten tot na het vervolledigen van de data.
Wetenschappelijke integriteit Integrity houdt in dat psychologen bij de waarheid blijven.
Belangrijk is dat ze de resultaten op een ethische manier rapporteren. Dat is, ze plegen geen
data fraude, maar maken gebruik van hun eigen eerlijk-gevonden data.
Hoofdstuk 3: Conducting ethical research
Ethics representeren een systeem van morele principes en standaards.
Codes van onderzoeksethiek:
Nuremberg Code: een set ethische principes die essentieel zijn voor een medisch
experiment om toelaatbaar (geoorloofd) te zijn. Het kan ook worden toegepast op
gedragsmatig onderzoek:
Toestemming van mensen om te participeren in een studie moet altijd vrijwillig zijn,
en ze moeten vrij zijn om elk moment terug te trekken uit de studie.
Voordat ze toestemming geven, moeten mensen worden geïnformeerd over het doel
van de studie en de mogelijke risico’s voor hun persoonlijk welzijn.
Alle onnodige risico’s voor participanten moeten worden vermeden.
De studie moet resultaten opleveren waarvan het voordeel voor de maatschappij
belangrijker is (zwaarder weegt) dan potentiële risico’s voor participanten.
Alleen gekwalificeerde wetenschappers moeten het onderzoek uitvoeren.
Belmont Report: een ethische code die de basis biedt voor U.S. federale reglementen die
onderzoek op mensen regelen. Dit wordt human subjects research genoemd. Drie
belangrijke ethische principes:
1. Respect voor personen: het respecteren van de autonomie en beslissingen van
mensen die capabel zijn tot zelfbeschikking. En het beschermen van individuen die
niet capabel zijn tot zelfbeschikking.
2. Weldadigheid: de verplichting van onderzoekers om voordelen te maximaliseren en
mogelijke schade voor participanten te vermijden of minimaliseren.
3. Gerechtigheid: alle mensen hebben toegang tot therapieën en andere voordelen die
voortkomen uit publiek gefinancierd onderzoek. Ook moeten potentieel kwetsbare
groepen niet worden uitgebuit wanneer participanten worden geselecteerd.
Uit deze ethische principes zijn richtlijnen ontwikkeld voor het verkrijgen van toestemming
van participanten, het beoordelen van risico’s en voordelen en het selecteren van
participanten op een rechtvaardige manier.
American Psychological Association (APA) Ethics Code: beschrijft algemene ethische
principes en specifieke ethische standaarden om professioneel gedrag van psychologen te
richten. Belangrijke ethische principes die alle psychologen moeten nastreven:
Beneficence and Nonmaleficence: psychologen moeten ernaar streven degenen met
wie ze werken te helpen. Ook moeten psychologen voorzichtig zijn om geen schade
te veroorzaken.
Fidelity and Responsibility: psychologen moeten zich op een betrouwbare manier
gedragen. Daarvoor moeten ze zich verantwoordelijk gedragen, dat is blijven bij
professionele codes van onderzoek en niet anderen uitbuiten.
, Integrity: psychologen moeten eerlijk en waarheidsgetrouw zijn, en moeten niet
betrokken zijn in fraude.
Justice: psychologen moeten herkennen dat de voordelen van hun onderzoek
beschikbaar moeten worden gemaakt voor alle personen.
Respect for People’s Rights and Dignity: psychologen moeten de waardigheid van
alle mensen respecteren en de rechten van individuen op privacy, geheimhouding en
zelfbeschikking.
Ethische standaards in human subjects research:
Institutional Review Board (IRB): een onafhankelijk institutioneel comité dat evalueert of
voorgestelde onderzoeken met menselijke participanten overeenkomen met federale
ethische reglementen. Deze moet bestaan uit minstens vijf leden met verschillende
achtergronden, inclusief:
1. Minstens één lid die niet anders is aangesloten bij de institutie.
2. Minstens één lid met een wetenschappelijke achtergrond.
3. Minstens één lid wiens achtergrond niet wetenschappelijk is.
Een IRB heeft vervolgens verschillende opties. Ze kunnen de studie goedkeuren, zodat het
onderzoek kan beginnen. Ze kunnen de studie afkeuren, zodat deze niet kan worden
uitgevoerd. Of ze kunnen eisen dat de onderzoeker de studie aanpast en deze opnieuw
instuurt voor evaluatie.
Om een studie goed te keuren moet een IRB bepalen dat twee condities worden voldaan
m.b.t. potentiële risico’s of schade voor participanten.
1. De IRB moet ervan overtuigd zijn dat de onderzoeker alle wetenschappelijk nodige
risico’s voor participanten minimaliseert.
2. Ongeacht het risiconiveau, moet deze minder zwaar wegen dan de mogelijke
voordelen van de studie. Oftewel, het wegen van de risk/benefit ratio: de evaluatie
van risico’s relatief ten opzichte van voordelen.
Minimal risk: de kans en omvang van schade door het onderzoek is niet groter dan die in het
dagelijks leven worden tegengekomen of tijdens de uitvoering van geroutineerde fysieke of
psychologische tests. Oftewel, het is niet meer dan minimaal risico als het ongemak door het
onderzoek ook in het dagelijkse leven kan plaatsvinden. At risk: wanneer een voorgestelde
studie meer dan minimaal risico bevat. Typen mogelijke schade voor participanten:
Risk of physical harm (vb. mogelijke pijn of fysieke ongemak)
Risk of psychological harm (vb. negatieve emoties of psychologische ongemak)
Risk of social harm and loss of privacy (vb. wanneer informatie bekend wordt en leidt
tot ongewenste sociale consequenties). Dit kan worden geminimaliseerd door
anonymity en confidentiality.
Risk of economic or legal harm
, Incidental findings: wanneer een onverwachte vinding over een participant niet direct
gerelateerd is aan het doel van de studie, maar wel belangrijk kan zijn voor de gezondheid of
het functioneren van de participant. Vb. ontdekken dat een kind wordt misbruikt.
Informed consent: het principe dat mensen het recht hebben om een vrijwillige,
geïnformeerde beslissing te maken over het wel/niet participeren in een studie. Mensen
moeten weten waar ze precies instappen voordat ze toestemming geven voor deelname.
Basiselementen van informed consent:
1. Doel en natuur van het onderzoek.
2. Verwachte risico’s, ongemakken, nadelige effecten.
3. Verwachte voordelen.
4. Alternatieve procedures of behandelingen.
5. Vertrouwelijkheid en limitaties hierin.
6. Stimulansen en compensatie.
7. Contactinformatie.
8. Vrijwillige participatie en vrijheid om deelname te stoppen.
Deception: vindt plaats wanneer onderzoekers opzettelijk informatie achterhouden van
potentiële participanten wat hun beslissing kan beïnvloeden om toestemming te geven.
Oftewel, het opzettelijk misleiden van participanten over sommige aspecten van een studie.
Een voorbeeld van onderzoek met misleiding is het experiment van Milgram over
gehoorzaamheid. Onderzoekers mogen misleiding gebruiken wanneer:
- De studie veel kans heeft significante potentiële voordelen te geven,
- er geen uitvoerbare niet-misleidende benadering is om dezelfde voordelen te
verkrijgen, en
- participanten weinig kans hebben om fysieke pijn of emotionele schade te ervaren.
Debriefing: een conversatie met de participant die extra informatie over de studie
overbrengt. Doelen hiervan:
Participanten meer complete informatie over de studie bieden, inclusief informatie
over elke misleiding die heeft plaatsgevonden.
Leren hoe participanten hun onderzoekservaring hebben waargenomen en om
foutieve waarnemingen over de studie te corrigeren.
Nadelige effecten minimaliseren en de kans dat ze zich positief voelen over hun
deelname maximaliseren.
Ervoor zorgen dat elke individu de studie niet discussieert met anderen die
toekomstige participanten kunnen zijn. Dit is om contamination te minimaliseren,
wat plaatsvindt wanneer toekomstige participanten informatie leren door eerdere
participanten die ze niet horen te weten tot na het vervolledigen van de data.
Wetenschappelijke integriteit Integrity houdt in dat psychologen bij de waarheid blijven.
Belangrijk is dat ze de resultaten op een ethische manier rapporteren. Dat is, ze plegen geen
data fraude, maar maken gebruik van hun eigen eerlijk-gevonden data.
