Samenvatting Aantekeningen & uitwerkingen colleges NIP deel I

AANTEKENINGEN & UITWERKINGEN COLLEGES NIP
DEEL I

, Week 1. Inleiding en internationale bevoegdheid

College 1. Welkom en inleiding op nationaal en internationaal procederen

(I) INLEIDING




Rood = nationaal recht
Groen = internationaal recht
Blauw = nationaal en internationaal recht

Nationaal procederen
Update
Wat u allemaal al weet?
 Onderscheid dagvaarding – verzoekschrift
 Neergelegd in art. 78 en 261 Rv.
 Procesverloop: van betekening tot vonnis c.q. indiening verzoekschrift tot beschikking
 Beginselen bewijsrecht
 Verschil tussen art. 149 en 150 Rv: dit is van belang voor de procespositie, omdat iets dat niet wordt
betwist als een vaststaand feit wordt beschouwd.
 Beginselen beslag- en executierecht
 Onderscheid tussen conservatoir en executoriaal beslag. Een gangbare route is om eerst conservatoir
beslag te leggen, waarna beoordeeld wordt of dit uitmondt in een executoriaal beslag.

Drie interessante nova de voorbije tijd?
(1) Ontwikkelingen in KEI-Rv; digitaal of niet-digitaal?
(2) Modernisering beslagrecht (m.n. beslag op roerende zaken en derdenbeslag)
(3) Maatstaf beoordeling executiegeschil respectievelijk incidentele vordering schorsing

Ad (1) Digitaal of niet-digitaal
Digitalisering rechtspraak is mislukt en moet helemaal opnieuw.
 Niet-digitaal procederen (op papier) is standaard voor rechtbanken en hoven
 Spoedwet KEI: 1 oktober 2019
 Wat is er van digitaal procederen overgebleven?
 Bij de HR dien je de procesinleiding bij vorderingszaken in vanaf 1 maart 2017
 Vanaf 1 april 2021 gaan verzoekzaken bij de HR ook digitaal
 Bij vorderingszaken en verzoekzaken bij de HR gaat KEI dus wel door!
 Wetsvoorstel Technische eenmaking Wetboek Rv (K. 36.212)
 Verval afdeling 3A
 Vernummering art. 30p en 30r naar art. 29a resp. 32a


1

,  KEI-Rv bepalingen naar Titel 11

 Dit heeft geleid tot een logischer gestructureerd wetboek, met een gedeelte voor digitaal procederen en
een deel voor niet-digitaal procederen. In plaats van twee aparte burgerlijke procesboeken, is nu alleen
Titel 11 gericht op digitaal procederen.

Mondelinge behandeling (comparatie van partijen) = hart van de procedure
De mondelinge behandeling is ook vernieuwd onder het KEI-systeem:
 Spoedwet KEI, art. 87-91 geheel vernieuwd
 Vgl. art. 30k-30n Rv-KEI (oud): de wetgever heeft art. 30k-30n Rv-KEI (oud) overgenomen. Deze
artikelen, oorspronkelijk ontwikkeld voor digitaal procederen, zijn nu veralgemeniseerd.
 De mondelinge behandeling vindt meestal plaats na de conclusie van antwoord (art. 131 Rv)
 Maar de mondelinge behandeling kan in elke stand van het geding (art. 87 lid 1 Rv)
 Wat kan tijdens de mondelinge behandeling gebeuren?
 Zie art. 87 lid 2 Rv:
o Inlichtingen, schikken en instructie van de zaak zijn de hoofdpunten.
o Griffier informeert partijen over doel mondelinge behandeling (lid 4).
 De rechter neemt hierbij meer het initiatief, dit zou moeten resulteren in een vrij gestroomlijnde zitting
zonder al te veel herhalingen.
 Er wordt eveneens vastgelegd wat er allemaal besproken is tijdens een zitting, dit wordt genoteerd in een
proces-verbaal (art. 90 Rv). De rechter is niet noodzakelijk gebonden aan de inhoud van het proces-verbaal.

Waar is het pleidooi gebleven? Art. 134 Rv (oud) is komen te vervallen. Echter, het recht op een mondelinge
behandeling is nu geregeld in art. 87 lid 8 Rv, wat betekent dat hierom verzocht kan worden. Conform art. 87 lid
2 aanhef Rv hebben partijen de mogelijkheid hun standpunten toe te lichten.

Mondelinge behandeling, schikken
 De rechter kan een schikking beproeven (art. 87 lid 2 sub c Rv)
 Voor de schikking, zie art. 89 lid 1 Rv
 De procedure eindigt dan (art. 246 Rv) en de schikking wordt vastgelegd in een
vaststellingsovereenkomst in een proces-verbaal. Dit gebeurt in executoriale vorm. Dit is het voordeel
van een gerechtelijke schikking die in een proces-verbaal wordt vastgelegd.
 Maar niet elke mondelinge behandeling eindigt in een schikking. Wat nou als er geen schikking tot stand
komt (art. 89 lid 2 Rv)?
 De rechter stuurt de zaak dan terug naar de rol en dan wordt er een nieuwe roldatum bepaalt waarop
het vonnis komt.

Ad (2) Modernisering beslagrecht
Wet van 3 juni 2020 (Stb. 2020, 77) heeft geleid tot nieuwe dingen.
Uitgangspunten:
 Waarborgen bestaansminimum beslagschuldenaar
Bijv. beslagvrije voet van het loon en het banksaldo kent inmiddels ook een beslagvrij bedrag.
 Beslaglegging moet zo effectief mogelijk
Zo is een beslag op een huis met een hypotheek niet effectief, aangezien de bank voorrang heeft.
 Beslag mag niet als pressiemiddel

Belangrijkste vernieuwing?
 Kentekenbeslag (art. 442 Rv)
 Modernisering beslagvrije zaken (art. 447-448 Rv)
 Introductie ‘beslagvrij bedrag’ bij bankbeslag

2