Kraakbeen
Kraakbeen (= speelt een rol bij de enchondrale/een voorloper botvorming): Bestaat uit
chrondrocyten en kraakbeenmatrix. Dit is niet verkalkt bot en heeft als functies: steun,
botten verbinden, glijoppervlak van gewrichten vormen, rol bij aanleg en lengtegroei van
pijpbeenderen.
“Kraakbeencellen sterven af en vormen botcellen.”
Vormen kraakbeen:
o Hyalien
o Elastisch
o Vezelig
I. Extracellulaire Kraakbeenmatrix
Bestaat uit:
o Grondsubstantie: Proteoglycanen en glycoproteïnen (=chondronectine)
o Eiwitvezels
o Weefselvloeistof
De veerkracht van deze kraakbeen matrix is te danken aan een aantal dingen:
1. Elektrostatische verbindingen tussen collageenvezels en de GAG-zijketens
2. Vasthouden van water door negatief geladen GAG-zijketens.
3. Buigzaamheid en onderlinge verschuifbaarheid van collagene vezels.
Deze matrix is onder te verdelen in: Territoriale omgeeft chondrocyten en bestaat uit
GAG’s + Interterritoriale bestaat uit eiwitvezels
II. Kraakbeencellen
A. Chondroblasten en Chondrocyten
Produceren zeer actief grondsubstantie en eiwitvezels (=extracellulaire matrix). Ook
zetten ze kraakbeenmatrix af rond zichzelf tot ze volledig omsloten zijn, en worden
dan chondrocyten. Chondroblasten zijn te vinden aan de periferie van het
kraakbeenstuk (afgeplat). Ze hebben een afgeplatte en ellipsvormige celgroei.
Chondrocyten zijn cellen die minder actief grondsubstantie en eiwitvezels
produceren. Ingesloten chondrocyten kunnen nog steeds delen. Dochtercellen
afkomstig van eenzelfde moedercel blijven bij elkaar liggen in eilandjes (= isogene
groepen) die in holtes voorkomen (= lacunes).
Kraakbeen (= speelt een rol bij de enchondrale/een voorloper botvorming): Bestaat uit
chrondrocyten en kraakbeenmatrix. Dit is niet verkalkt bot en heeft als functies: steun,
botten verbinden, glijoppervlak van gewrichten vormen, rol bij aanleg en lengtegroei van
pijpbeenderen.
“Kraakbeencellen sterven af en vormen botcellen.”
Vormen kraakbeen:
o Hyalien
o Elastisch
o Vezelig
I. Extracellulaire Kraakbeenmatrix
Bestaat uit:
o Grondsubstantie: Proteoglycanen en glycoproteïnen (=chondronectine)
o Eiwitvezels
o Weefselvloeistof
De veerkracht van deze kraakbeen matrix is te danken aan een aantal dingen:
1. Elektrostatische verbindingen tussen collageenvezels en de GAG-zijketens
2. Vasthouden van water door negatief geladen GAG-zijketens.
3. Buigzaamheid en onderlinge verschuifbaarheid van collagene vezels.
Deze matrix is onder te verdelen in: Territoriale omgeeft chondrocyten en bestaat uit
GAG’s + Interterritoriale bestaat uit eiwitvezels
II. Kraakbeencellen
A. Chondroblasten en Chondrocyten
Produceren zeer actief grondsubstantie en eiwitvezels (=extracellulaire matrix). Ook
zetten ze kraakbeenmatrix af rond zichzelf tot ze volledig omsloten zijn, en worden
dan chondrocyten. Chondroblasten zijn te vinden aan de periferie van het
kraakbeenstuk (afgeplat). Ze hebben een afgeplatte en ellipsvormige celgroei.
Chondrocyten zijn cellen die minder actief grondsubstantie en eiwitvezels
produceren. Ingesloten chondrocyten kunnen nog steeds delen. Dochtercellen
afkomstig van eenzelfde moedercel blijven bij elkaar liggen in eilandjes (= isogene
groepen) die in holtes voorkomen (= lacunes).