Korte samenvatting + concepten/auteurs media en gender

H1: Gender studies

 Seks (essentialisme en gender dichotomy) vs gender
o Gender expression en behavior
 Van zoonen: founding mother van feminist studies binnen media
 Epistemologische tradities
o Feminitisch empiricism
 Framing theory
 Textual en technologisch determinisme
o Standpunttheorie
o Feminitisch postmodernisme
 Euphoria: vrouwen in hoofdrol die agency hebben +
intersectionaliteit van gender, sexualiteit, leeftijd en ras
 Theorieën
o Psychoanalyse: Freud en Lacan
o Social psychologie: goffman  sociale roltheorie: eagly
 Kritiek
 vrijwillig deze rollen overnemen?
 gebrek aan sociaal historische dimensie van
sociale rollen
o Cultural studies: Hall
 Intersectionaliteit: crenshaw (Black, Droomfabriek, Super bowl)
o Othering
o Politiek: identiteiten zich verhouden tot machtsongelijkheid
 verwijzen naar emoties
o Ensors
o Hogwarts legancy – JK rowling
o The sims 4
 Game changers
o #metoo
o #timesup
o Kindercontent met transgender: 4ever
o Zwarte superheld: black panther

H2: media representaties

 Gender is een sociaal construct waaraan media betekenis geeft via
representaties
o Dubbele betekenis van representatie: numerieke (body count)
en inhoudelijke representatie  Het gaat niet enkel op wie
representeren maar op de manier waarop
 Hoe wordt representaties gerelateerd aan realiteit: Hall
 Grot van plato: realiteit vs geld verdienen
o Reflective approach

,o Intentional approach
o Constructionist approach
 shared meanings: Hall
 constructionist kent niet veel onderzoek  incorrect
resultaten met enkel een content analysis + producent
bevragen?
o Tradities in onderzoek
 Representaties in verhouding tot macht
 Psychoanalyse: Freud, lacan
o Mulvey: gaze theory  john burger:
europese schilderijen
 cameraperspectief = the moment of
spectacle
 Scopophilia
 Male gaze: john burger  actie
 Iron Man 2: Black Widow 
lichaam seksualiseert met
strakke, onthullende kostuum en
sensuele bewegingen in
vechtscènes waar de focus soms
meer ligt op haar fysieke
aantrekkelijkheid dan op haar
vechtvaardigheden of
karakterontwikkeling
 Parfum ads
 James bond  bond gaze
 Psycho
 Female gaze  emotie
 As I open my eyes
 portrait of a lady on fire
 fleeback
 the piano
 Suicide squid: Harley quinn van male
naar female gaze door meer naakt,
meer seksualiteit, speelsere kleuren,
seksuele kledij, camerahoek en rol,
meer humor, meer dansscenes 
agency anders ingevuld: eyecandy +
handelingen
 lived experiences (marlyn
monroe)
 Disjunctie

,  Jill soloway: feeling seeing, gazed
gaze, return to the gaze
 Camelia elias: subject is gecontrueerd
door the gaze waardoor je een persoon
ziet zoals anderen haar of hem ziet en
niet zoals hij of haar zichzelf ziet
 Mulvey effect: meer studies
 Kritieken
 Binair en dichotoom kijken naar
gender = essentialisme
 Vrouwelijk publiek niet kan
genieten  alternatieve
lezingen?
 Heteronormatief en cis gender
 Discoursanalyse: van dijck, foucault
o Discours: foucault
 Structuren van betekenis
 Semiotiek
o De saussure: Signifier (K,A,T), signified
(huisdier)
o Barthes: connotatie (she is feeling blue),
denotatie
 Gendered normen die gedrag beïnvloeden
 Sociale psychologie: goffman
o Eagly: sociale roltheorie

H3: onderrepresentatie van vrouwen in media

 Symbolic annihiliation: tuchman
o gender dispariteit (21% vrouwen)
 hoe worden vrouwen gerepresenteerd?
o Smurfin principe (smurfin)
o zonder agency, actie of macht
o geseksualiseerd
 seksualisatie (wonderwoman)
 4 componenten:
o Waarde is gelinkt aan seksueel gedrag en
uiterlijk
o Standaard om sexy te zijn
o Geseksualiseerde objectificatie
o Wordt imposed op personen
 niet helemaal gelijk aan objectificatie: frederickson
en roberts (taart, gespierde kuit)