100% de satisfacción garantizada Inmediatamente disponible después del pago Tanto en línea como en PDF No estas atado a nada 4.2 TrustPilot
logo-home
Resumen

Samenvatting Taal 2 Basiskennis Taalonderwijs 5, 6, 7, 9

Puntuación
-
Vendido
-
Páginas
12
Subido en
14-05-2024
Escrito en
2023/2024

Dit deel heb je nodig voor je Taal 2 toets.

Institución
Grado









Ups! No podemos cargar tu documento ahora. Inténtalo de nuevo o contacta con soporte.

Libro relacionado

Escuela, estudio y materia

Institución
Estudio
Grado

Información del documento

¿Un libro?
No
¿Qué capítulos están resumidos?
Hoofdstuk 5, 6, 7, 9
Subido en
14 de mayo de 2024
Número de páginas
12
Escrito en
2023/2024
Tipo
Resumen

Temas

Vista previa del contenido

SAMENVATTING BASISKENNIS TAALONDERWIJS

HOOFDSTUKKEN 5, 6, 7, 9



Hoofdstuk 5 – Beginnende geletterdheid

Geletterdheid heeft betrekking op de volgende aspecten:

 Boekoriëntatie
 Verhaalbegrip
 Functies van geschreven taal
 Relatie tussen gesproken en geschreven taal
 Taalbewustzijn
 Alfabetisch principe
 Functioneel ‘schrijven’ en ‘lezen’
 Technisch lezen en schrijven, start
 Technisch lezen en schrijven, vervolg
 Begrijpend lezen en schrijven

Auditieve analyse: als de kinderen op elk klankstuk van een woord een klap kunnen geven.

Functionele geletterdheid: de vaardigheden om zich in een geletterde omgeving te kunnen redden,
zoals een handleiding kunnen lezen, ondertiteling van de tv, een mail kunnen versturen etc.

In de ontwikkeling van de geletterdheid kunnen we 3 fasen onderscheiden:

1. Ontluikende geletterdheid
2. Beginnende geletterdheid
3. Gevorderde geletterdheid

Ontluikende geletterdheid: heeft betrekking op de ontwikkeling van de geletterdheid in de
voorschoolse periode van nul tot 4 jaar.

Beginnende geletterdheid: heeft betrekking op de ontwikkeling van de geletterdheid in de groepen
1 tot 3 van de basisschool. (De fase van beginnende geletterdheid omvat ook het aanvankelijk lezen).

Gevorderde geletterdheid: beslaat de periode na groep 3 en omvat het voorgezet lezen, maar ook
het stellen.

1. Boekoriëntatie  Kinderen begrijpen dat illustraties en tekst
samen het verhaal vertellen
 Ze weten dat boeken worden gelezen van
voor naar achter, blz van boven naar
beneden en regels van links naar rechts
 Ze weten dat verhalen een opbouw
hebben
 Ze kunnen aan de hand van de omslag van
een boek de inhoud van het boek nu al
enigszins voorspellen
 Kinderen weten dat je vragen over een
boek kunt stellen. Deze vragen helpen je
om goed naar het verhaal te luisteren en
te letten op de illustraties
2. Verhaalbegrip  Kinderen begrijpen de taal van

Basiskennis taalonderwijs1

, voorleesboeken. Ze zijn in staat om
conclusies te trekken n.a.v. een
voorgelezen verhaal.
 Kinderen weten dat de meeste verhalen
zijn opgebouwd uit een situatieschets en
een tijd van handeling. Een situatieschets
geeft informatie over de hoofdpersonen
en de plaats en tijd van handeling. In een
episode doet een bepaald probleem voor
dat vervolgens wordt opgelost.
 Kinderen kunnen een voorgelezen verhaal
naspelen terwijl de leerkracht vertelt.
 Kinderen kunnen een voorgelezen verhaal
navertellen, aanvankelijk met steun van
illustraties
 Kinderen kunnen een voorgelezen verhaal
navertellen zonder gebruik te hoeven
maken van illustraties
3. Functies van geschreven taal  Kinderen weten dat geschreven
taalproducten, zoals briefjes, brieven,
boeken en tijdschriften, een
communicatief doel hebben
 Kinderen weten dat symbolen, zoals logo's
en pictogrammen, verwijzen naar
taalhandelingen
 Kinderen zijn zich bewust van het
permanente karakter van geschreven taal
 Kinderen weten dat tekenen en tekens
produceren mogelijkheden bieden tot
communicatie
 Kinderen weten wanneer er sprake is van
de taalhandelingen ‘lezen’ en 'schrijven’.
Ze kennen het onderscheid tussen ‘lezen’
en 'schrijven’
4. Relatie tussen gesproken en  Kinderen weten dat gesproken woorden
geschreven taal kunnen worden vastgelegd, op papier en
met audiovisuele middelen
 Kinderen weten dat geschreven woorden
kunnen worden uitgesproken
 Kinderen kunnen woorden als globale
eenheden lezen en schrijven. Vb: de eigen
naam en namen van het kind belangrijke
personen/dingen, logo's en merknamen
5. Taalbewustzijn  Kinderen kunnen woorden in zinnen
onderscheiden
 Kinderen kunnen onderscheid maken
tussen de vorm en de betekenis van
woorden
 Kinderen kunnen reageren op en spelen
met bepaalde klankpatronen in woorde;
eerst door eindrijm (pan rijmt op Jan) en
later met behulp van beginrijm (Kees en
Kim beginnen allebei met een k)
 Kinderen kunnen fonemen als de kleinste
klankeenheden in woorden
onderscheiden, zoals bij p-e-n.


Basiskennis taalonderwijs2
$5.27
Accede al documento completo:

100% de satisfacción garantizada
Inmediatamente disponible después del pago
Tanto en línea como en PDF
No estas atado a nada

Conoce al vendedor

Seller avatar
Los indicadores de reputación están sujetos a la cantidad de artículos vendidos por una tarifa y las reseñas que ha recibido por esos documentos. Hay tres niveles: Bronce, Plata y Oro. Cuanto mayor reputación, más podrás confiar en la calidad del trabajo del vendedor.
lvpabo Hogeschool Utrecht
Seguir Necesitas iniciar sesión para seguir a otros usuarios o asignaturas
Vendido
35
Miembro desde
3 año
Número de seguidores
10
Documentos
10
Última venta
4 semanas hace

4.0

6 reseñas

5
2
4
2
3
2
2
0
1
0

Recientemente visto por ti

Por qué los estudiantes eligen Stuvia

Creado por compañeros estudiantes, verificado por reseñas

Calidad en la que puedes confiar: escrito por estudiantes que aprobaron y evaluado por otros que han usado estos resúmenes.

¿No estás satisfecho? Elige otro documento

¡No te preocupes! Puedes elegir directamente otro documento que se ajuste mejor a lo que buscas.

Paga como quieras, empieza a estudiar al instante

Sin suscripción, sin compromisos. Paga como estés acostumbrado con tarjeta de crédito y descarga tu documento PDF inmediatamente.

Student with book image

“Comprado, descargado y aprobado. Así de fácil puede ser.”

Alisha Student

Preguntas frecuentes