Diagnostische toets 4 havo hoofdstuk 3 en 4
Deze diagnostische toets bestaat uit 6 opgaven. Behandel deze toets als een
‘echt’ proefwerk. Je mag een Binas en een gewone rekenmachine gebruiken,
geen grafische.
Per opgave is aangegeven met welke paragraaf deze te maken heeft en het
aantal punten wat je ervoor kunt halen.
Na het maken van deze diagnostische toets kijk je deze na met het nakijkmodel
en bereken je je cijfer. Door middel van het invullen van het reflectieformulier
kom je erachter met welke paragraven je geen of juist wel moeite hebt en waar
je meer mee moet oefenen.
Ook is er een indeling gemaakt op reproductie (A), toepassing (B) of
inzichtsvragen (C).
Deze diagnostische toets helpt je om je inzicht te geven in je eigen kunnen op
het gebied van scheikunde en waarin je je nog kan verbeteren in de komende
hoofdstukken.
Succes!
Beantwoord eerste deze vraag:
Wat voor een cijfer verwacht je te halen voor deze toets?
, Opgave 1 Paragraaf 3.2
A 2p a Noem een overeenkomst en een verschil tussen een metaalrooster en een
ionrooster.
A 2p b Waardoor wordt het verschil in hardheid van een metaal en een zout veroorzaakt?
Opgave 2 Paragraaf 3.1 + 3.2
Zoek de smeltpunten op van:
1 hexaan, C4H14
2 zinkoxide, ZnO
3 zwaveltrioxide, SO3
4 ammoniak, NH3
B 3p a Welk(e) van bovenstaande stoffen bestaat (bestaan) uit moleculen? Licht je
antwoord toe.
B 2p b Hoe kun je zonder naar de smeltpunten te kijken voorspellen welke van deze stoffen
bestaan uit moleculen?
Opgave 3 Paragraaf 3.3
Er bestaan verschillende moleculen met de molecuulformule C3H9N. Je kunt
verschillende structuurformules teken met 3 C-atomen, 9 H-atomen en 1 N-atoom.
C 4p Teken twee mogelijke structuurformules van de stof met molecuulformule C3H9N.
Opgave 4 Paragraaf 3.4
Vroeger gebruikte men carbidlampen. Deze lampen gaven licht doordat het gas
ethyn, C2H2, erin verbrand werd. Het ethyn ontstond in de lamp als men water op een
stukje carbid (CaC2) liet druppelen. Daarbij ontstond calciumhydroxide, Ca(OH)2.
B 3p a Stel de reactievergelijking op van het ontstaan van ethyn als men water druppelt op
een stukje carbid. En maak deze kloppend.
B 4p b Bereken hoeveel gram water er reageert met 100 g carbid.
Deze diagnostische toets bestaat uit 6 opgaven. Behandel deze toets als een
‘echt’ proefwerk. Je mag een Binas en een gewone rekenmachine gebruiken,
geen grafische.
Per opgave is aangegeven met welke paragraaf deze te maken heeft en het
aantal punten wat je ervoor kunt halen.
Na het maken van deze diagnostische toets kijk je deze na met het nakijkmodel
en bereken je je cijfer. Door middel van het invullen van het reflectieformulier
kom je erachter met welke paragraven je geen of juist wel moeite hebt en waar
je meer mee moet oefenen.
Ook is er een indeling gemaakt op reproductie (A), toepassing (B) of
inzichtsvragen (C).
Deze diagnostische toets helpt je om je inzicht te geven in je eigen kunnen op
het gebied van scheikunde en waarin je je nog kan verbeteren in de komende
hoofdstukken.
Succes!
Beantwoord eerste deze vraag:
Wat voor een cijfer verwacht je te halen voor deze toets?
, Opgave 1 Paragraaf 3.2
A 2p a Noem een overeenkomst en een verschil tussen een metaalrooster en een
ionrooster.
A 2p b Waardoor wordt het verschil in hardheid van een metaal en een zout veroorzaakt?
Opgave 2 Paragraaf 3.1 + 3.2
Zoek de smeltpunten op van:
1 hexaan, C4H14
2 zinkoxide, ZnO
3 zwaveltrioxide, SO3
4 ammoniak, NH3
B 3p a Welk(e) van bovenstaande stoffen bestaat (bestaan) uit moleculen? Licht je
antwoord toe.
B 2p b Hoe kun je zonder naar de smeltpunten te kijken voorspellen welke van deze stoffen
bestaan uit moleculen?
Opgave 3 Paragraaf 3.3
Er bestaan verschillende moleculen met de molecuulformule C3H9N. Je kunt
verschillende structuurformules teken met 3 C-atomen, 9 H-atomen en 1 N-atoom.
C 4p Teken twee mogelijke structuurformules van de stof met molecuulformule C3H9N.
Opgave 4 Paragraaf 3.4
Vroeger gebruikte men carbidlampen. Deze lampen gaven licht doordat het gas
ethyn, C2H2, erin verbrand werd. Het ethyn ontstond in de lamp als men water op een
stukje carbid (CaC2) liet druppelen. Daarbij ontstond calciumhydroxide, Ca(OH)2.
B 3p a Stel de reactievergelijking op van het ontstaan van ethyn als men water druppelt op
een stukje carbid. En maak deze kloppend.
B 4p b Bereken hoeveel gram water er reageert met 100 g carbid.
