Samenvatting Biologie Hoofdstuk 10 –
Uitscheiding
§1. Het interne milieu
Temperatuur regeling
o De norm: 37 graden probeert het lichaam te handhaven
o Regelkring: voorkomt grote afwijkingen. Bestaat uit receptoren en effector die samen
de norm proberen te houden.
o Regelcentrum: temperatuurzintuigen (receptoren) meten de temperatuur en sturen
impulsen naar het regelcentrum die afwijkingen corrigeren
Terugkoppeling: dat een afwijking van de norm een proces veroorzaakt maar dat invloed
heeft op de afwijking.
Negatieve-terugkoppeling: afwijkingen tegengaan: lichaam vangt de storing op.
Receptor van de kerntemperatuur ligt in de hypothalamus
o Kerntemperatuur: temperatuur binnenin het lichaam.
o Schiltemperatuur: temperatuur van oppervlak van het lichaam.
Lichaam te koud:
1. Kringspieren van slagaders vernauwen minder bloed naar huid bleek.
2. Kippenvel & trillen.
Lichaam te warm:
1. Slagaders staan wijd open meer bloed rood
2. Zweten verliest (mineraal arm) water
Koorts: reactie op een infectie, want bij hoge temperaturen wordt de productie & afgifte van
afweerstoffen gestimuleerd.
Kerntemperatuur = hoog, maar verschijnselen van lage temperatuur koud & bleek.
Interne milieu:
Je samenstelling van je bloed en weefselvloeistof. Dit moet constant blijven.
o Het regelcentrum voor die regelkringen bevindt zich in de hypothalamus. Elke
regelkring heeft een eigen norm.
Homeostase = het vermogen om het interne milieu voor de cellen redelijk constant te
houden.
o Daarvoor zet het lichaam regelkringen in met een norm & negatieve-
terugkoppelingen.
o Homeostase gaat om bepaalde waarde stabiel houden, deze waarde heeft een
boven- & ondergrens.
Uitscheiding
§1. Het interne milieu
Temperatuur regeling
o De norm: 37 graden probeert het lichaam te handhaven
o Regelkring: voorkomt grote afwijkingen. Bestaat uit receptoren en effector die samen
de norm proberen te houden.
o Regelcentrum: temperatuurzintuigen (receptoren) meten de temperatuur en sturen
impulsen naar het regelcentrum die afwijkingen corrigeren
Terugkoppeling: dat een afwijking van de norm een proces veroorzaakt maar dat invloed
heeft op de afwijking.
Negatieve-terugkoppeling: afwijkingen tegengaan: lichaam vangt de storing op.
Receptor van de kerntemperatuur ligt in de hypothalamus
o Kerntemperatuur: temperatuur binnenin het lichaam.
o Schiltemperatuur: temperatuur van oppervlak van het lichaam.
Lichaam te koud:
1. Kringspieren van slagaders vernauwen minder bloed naar huid bleek.
2. Kippenvel & trillen.
Lichaam te warm:
1. Slagaders staan wijd open meer bloed rood
2. Zweten verliest (mineraal arm) water
Koorts: reactie op een infectie, want bij hoge temperaturen wordt de productie & afgifte van
afweerstoffen gestimuleerd.
Kerntemperatuur = hoog, maar verschijnselen van lage temperatuur koud & bleek.
Interne milieu:
Je samenstelling van je bloed en weefselvloeistof. Dit moet constant blijven.
o Het regelcentrum voor die regelkringen bevindt zich in de hypothalamus. Elke
regelkring heeft een eigen norm.
Homeostase = het vermogen om het interne milieu voor de cellen redelijk constant te
houden.
o Daarvoor zet het lichaam regelkringen in met een norm & negatieve-
terugkoppelingen.
o Homeostase gaat om bepaalde waarde stabiel houden, deze waarde heeft een
boven- & ondergrens.