Leerportfolio kern AC periode 3
1
,Les 1A
Eigen regie: het vermogen van een persoon om zelf te bepalen hoe hij zijn leven inricht en
hoe de zorg voor zijn eventuele ziekte word ingericht.
Zelfmanagement: vermogen dat mensen hebben, om zelf zo goed mogelijk aan te geven
over hoe ver zij de regie over hun leven in eigen handen houden. Het gaat vooral over een
goed leven hebben mét de ziekte.
Zelfredzaamheid: het over de algemene dagelijkse activiteiten.
Zelfmanagement gaat meer over je ziekte en eigen regie gaat vaak over ADL.
Empowerment: iemand tot iets aanstellen. Het is een proces waarbij mensen meer invloed
krijgen op een bepaalde gebeurtenis. De kracht om tot de eigen zorg te komen. Versterking.
Veerkracht: het vermogen om jezelf aan te passen.
Compassie: medeleven.
Draagkracht: hoeveel last je eigenlijk aan kan.
Draaglast: de last die je moet dragen.
E-health: gezondheidszorg is meer digitaal ondersteund. Denk bijvoorbeeld aan sensoren in
de grond voor als iemand uit bed valt.
Meetinstrumenten zelfredzaamheid: bij mensen die dit niet meer kunnen beantwoorden
kan je mensen om hem heen betrekken, zoals bij dementerende.
Voordeel als je een meetinstrument in zet is dat je de zorgvrager betrekt, objectieve
beoordeling.
Nadelen zijn dat je te snel conclusies trekt, veel verschillende, betrouwbaarheid niet altijd
goed, moment opname.
3 gebieden zelfmanagement:
o Leven met een ziekte, toegeven aan de ziekte
o Organiseren van zorg en hulpbronnen
o Focussen op de eis die de ziekte met zich mee brengt
Vervolganamnese: een anamnese die tijdens de zorg word afgenomen.
Initiële anamnese: de eerste anamnese.
Hetero anamnese: anamnese bij naasten.
Vragenvuurtje:
Capaciteit die iemand heeft om met situaties om te gaan = draagkracht
De manier waarop iemand met problemen en stress omgaat = coping
Andere bewoording voor beslissingen zelf nemen = eigen regie
Benadering gericht op ontwikkelen en inzetten van eigen kracht en voeren van eigen regie =
empowerment
Onomkeerbaar bijvoorbeeld geamputeerde onderbeen. Het zal het niet meer gaan doen, het
kan niet meer werken.
Progressief = het gaat steeds verder achteruit.
ICT valt eerder onder dit dan financieringsbeleid = klinische informatiesystemen.
Tot welke ring valt vertrouwen in eigen kunnen bij generiek = tot de eerste ring, geel.
Tot welke ring behoord onderzoek en ontwikkeling bij generiek = de buitenste.
2
, Het Chronic Care Model
Hulpmiddel voor de ontwikkeling en verbetering van de chronische zorg. Bestaat uit 6 elementen. Je
hebt de vier elementen nodig die in de afbeelding staan.
De bovenste twee horen bij elkaar.
Chronisch ziek: als je niet meer beter word, je
moet de ziekte 3 maanden per jaar hebben en dan
minimaal 2 jaar achter elkaar. Je gaat steeds verder
achteruit.
Vergrote zelfredzaamheid zorgvrager
Beslissingsondersteuning (EBP)
Ontwerp zorgproces
Klinische informatiesystemen
Afstemming op maatschappij
Gezondheidszorgsysteem (continu verbeteren van
de zorg)
Generiek Model Zelfmanagement
Een theoretisch raamwerk voor het bevorderen van zelfmanagement.
Centraal staat de mens met een chronische aandoening (witte binnen cirkel, de kern), het kan voor
iedereen maar is ontwikkeld voor mensen die chronische ziek zijn.
Stelt samen met de zorgverlener vast wat hij nog wel en niet zelf kan
> aangaan samenwerkingsrelatie
In de eerste ring om de kern (geel), staan de belangrijkste
competentie-gebieden die van belang zijn bij
zelfmanagement; ziekte-specifieke kennis en vaardigheden,
vertrouwen in eigen kunnen en het vermogen tot
zelfontplooiing.
De tweede ring (lichtgroen), bevat aandachtsgebieden;
onderwerpen die aandacht verdienen willen mensen met een
chronische aandoening de regie kunnen nemen. Dit zijn de
onderwerpen ervaringskennis, leven met de ziekte, eigen
aandeel in de zorg en het organiseren van zorg en
hulpbronnen.
De buitenste ring (groen) bevat de omgevingsfactoren en
randvoorwaarden die invloed kunnen uitoefenen op de invulling en mate van
zelfmanagement; zaken als het organiseren van zorgprocessen, ICT, kwaliteitseisen,
ontwikkeling en onderzoek, opleiding en scholing, financiering, wet- en regelgeving en
samenleving.
Tussen deze en bloem persoonsgerichte zorg vorige periode. Ze lijken veel op elkaar. Overeenkomst
is allebei holistisch beeld. Verschil is het doel, de ene is voor persoonsgerichte uitkomsten en de
ander voor zelfmanagement.
3
1
,Les 1A
Eigen regie: het vermogen van een persoon om zelf te bepalen hoe hij zijn leven inricht en
hoe de zorg voor zijn eventuele ziekte word ingericht.
Zelfmanagement: vermogen dat mensen hebben, om zelf zo goed mogelijk aan te geven
over hoe ver zij de regie over hun leven in eigen handen houden. Het gaat vooral over een
goed leven hebben mét de ziekte.
Zelfredzaamheid: het over de algemene dagelijkse activiteiten.
Zelfmanagement gaat meer over je ziekte en eigen regie gaat vaak over ADL.
Empowerment: iemand tot iets aanstellen. Het is een proces waarbij mensen meer invloed
krijgen op een bepaalde gebeurtenis. De kracht om tot de eigen zorg te komen. Versterking.
Veerkracht: het vermogen om jezelf aan te passen.
Compassie: medeleven.
Draagkracht: hoeveel last je eigenlijk aan kan.
Draaglast: de last die je moet dragen.
E-health: gezondheidszorg is meer digitaal ondersteund. Denk bijvoorbeeld aan sensoren in
de grond voor als iemand uit bed valt.
Meetinstrumenten zelfredzaamheid: bij mensen die dit niet meer kunnen beantwoorden
kan je mensen om hem heen betrekken, zoals bij dementerende.
Voordeel als je een meetinstrument in zet is dat je de zorgvrager betrekt, objectieve
beoordeling.
Nadelen zijn dat je te snel conclusies trekt, veel verschillende, betrouwbaarheid niet altijd
goed, moment opname.
3 gebieden zelfmanagement:
o Leven met een ziekte, toegeven aan de ziekte
o Organiseren van zorg en hulpbronnen
o Focussen op de eis die de ziekte met zich mee brengt
Vervolganamnese: een anamnese die tijdens de zorg word afgenomen.
Initiële anamnese: de eerste anamnese.
Hetero anamnese: anamnese bij naasten.
Vragenvuurtje:
Capaciteit die iemand heeft om met situaties om te gaan = draagkracht
De manier waarop iemand met problemen en stress omgaat = coping
Andere bewoording voor beslissingen zelf nemen = eigen regie
Benadering gericht op ontwikkelen en inzetten van eigen kracht en voeren van eigen regie =
empowerment
Onomkeerbaar bijvoorbeeld geamputeerde onderbeen. Het zal het niet meer gaan doen, het
kan niet meer werken.
Progressief = het gaat steeds verder achteruit.
ICT valt eerder onder dit dan financieringsbeleid = klinische informatiesystemen.
Tot welke ring valt vertrouwen in eigen kunnen bij generiek = tot de eerste ring, geel.
Tot welke ring behoord onderzoek en ontwikkeling bij generiek = de buitenste.
2
, Het Chronic Care Model
Hulpmiddel voor de ontwikkeling en verbetering van de chronische zorg. Bestaat uit 6 elementen. Je
hebt de vier elementen nodig die in de afbeelding staan.
De bovenste twee horen bij elkaar.
Chronisch ziek: als je niet meer beter word, je
moet de ziekte 3 maanden per jaar hebben en dan
minimaal 2 jaar achter elkaar. Je gaat steeds verder
achteruit.
Vergrote zelfredzaamheid zorgvrager
Beslissingsondersteuning (EBP)
Ontwerp zorgproces
Klinische informatiesystemen
Afstemming op maatschappij
Gezondheidszorgsysteem (continu verbeteren van
de zorg)
Generiek Model Zelfmanagement
Een theoretisch raamwerk voor het bevorderen van zelfmanagement.
Centraal staat de mens met een chronische aandoening (witte binnen cirkel, de kern), het kan voor
iedereen maar is ontwikkeld voor mensen die chronische ziek zijn.
Stelt samen met de zorgverlener vast wat hij nog wel en niet zelf kan
> aangaan samenwerkingsrelatie
In de eerste ring om de kern (geel), staan de belangrijkste
competentie-gebieden die van belang zijn bij
zelfmanagement; ziekte-specifieke kennis en vaardigheden,
vertrouwen in eigen kunnen en het vermogen tot
zelfontplooiing.
De tweede ring (lichtgroen), bevat aandachtsgebieden;
onderwerpen die aandacht verdienen willen mensen met een
chronische aandoening de regie kunnen nemen. Dit zijn de
onderwerpen ervaringskennis, leven met de ziekte, eigen
aandeel in de zorg en het organiseren van zorg en
hulpbronnen.
De buitenste ring (groen) bevat de omgevingsfactoren en
randvoorwaarden die invloed kunnen uitoefenen op de invulling en mate van
zelfmanagement; zaken als het organiseren van zorgprocessen, ICT, kwaliteitseisen,
ontwikkeling en onderzoek, opleiding en scholing, financiering, wet- en regelgeving en
samenleving.
Tussen deze en bloem persoonsgerichte zorg vorige periode. Ze lijken veel op elkaar. Overeenkomst
is allebei holistisch beeld. Verschil is het doel, de ene is voor persoonsgerichte uitkomsten en de
ander voor zelfmanagement.
3
