Definities
Kosmos/heelal/universum Een netwerk van alle superclusters
3 grote voordelen van Aardse telescopen kan je vooral ‘a nachts
ruimtetelescopen vs. aardse gebruiken want het licht wordt
telescopen gereflecteerd door de atmosfeer
Ruimtetelescopen hebben geen
belemmering van deeltjes in de atmosfeer
waardoor het licht nergens op reflecteert
Niet alle categorieën van het
elektromagnetisch spectrum kunnen door
de atmosfeer tot het aardoppervlak
VLT Very Large Telescope
Gelegen in Chili (in de woestijn)
De Melkweg De naam van het sterrenstelsel waar het
zonnestelsel zich bevindt. De Melkweg ziet er
langs opzij uit als een platte schijf met een
verdikte kern. De Melkweg roteert rond een
centraal punt waar zich een zwart gat
bevindt.
Astronomische eenheid 1 AU is de gemiddelde afstand van de zon tot
(AE/AU) de aarde (1AU = 150 000 000 km)
Lichtjaar Afstand dat het licht aflegt in 1 jaar met een
snelheid van 300 000 km/s.
Ster Een bolvormig lichtgevend hemellichaam.
Door de grote massa ontstaat er kernfusie in
de kern van de ster. Hierdoor komt er energie
vrij.
Nevel Grote-stof en gaswolken die overblijven na de
dood van een ster of die ontstaan in gebieden
waar sterren gevormd worden.
Kernfusie kernfusie > zwaartekracht -> ster zet uit
kernfusie < zwaartekracht -> ster krimpt
kernfusie = zwaartekracht -> ster is stabiel
Kernfusie levert een uitwaarts duwende
kracht in de kern van de ster.
Convectiestromen Cyclische stromingen t.g.v temperatuur -en
drukverschillen
Kern van de zon 15 000 000 °C
Stralingszone Kernfusie
Convectiezone Door temperatuurverschillen zijn er
convectiestromen die energie van de Kf naar
buiten transporteren.
Fotosfeer 6000°C
Hier bevinden zich zonnevlekken en
granulaties
= lichtgevend oppervlak van de zon
= onderste zichtbare laag in de atmosfeer
Chromosfeer Hier bevinden zich de protuberansen of
zonnevlammen
, Rode kleur
Corona Buitenste laag van de zon
Zichtbaar bij een totale zonsverduistering
Heel ijl en warm (1 000 000°C)
Zonnevlek (= donkere = relatief donkere plekken op de
plekken) oppervlakte van de zon
= relatief koelere plekken veroorzaakt
door sterke magneetvelden
Granulatie (= heldere plekken) Ontstaat door convectie waar hete
vloeistoffen vanuit het binnenste van de
zon naar de oppervlakte komen. Dit koelt
op het oppervlakte af en daalt terug naar
beneden in de donkere banen
Protuberans / zonnevlammen Explosies aan de oppervlakte van de zon
Zichtbaar in de chromosfeer
Diameter van de zon 1 392 700 km
Planeet Een planeet is een hemellichaam dat rond een
(Maak Van Acht Meter Japanse ster of een restant ervan revolteert en aan de
Stof Uw Naam) volgende eigenschappen voldoet:
Mars, Venus, aarde, Mars, o Massa is hoog genoeg om het
Jupiter, Saturnus, Uranus, hemellichaam een bolvorm te geven
Neptunus) t.g.v de zwaartekracht.
o Massa is niet hoog genoeg om
kernfusie te veroorzaken
o Beweegt in een ellipsvormige baan
rond een ster
o De baan is vrijgemaakt van andere
objecten (≠ pluto)
binnenplaneten Mars en Venus
buitenplaneten Mars, Jupiter, Saturnus, Uranus, Neptunus
Aardse planeten / rotsplaneten Mars, Venus, aarde, Mars
Gas -en ijsreuzen/ Joviaanse Jupiter, Saturnus, Uranus, Neptunus
planeten
Planetoïden en Asteroïden Kleine, onregelmatige hemellichamen in een
baan rond de zon. De meeste bevinden zich
in de Planetoïdengordel, een baan tussen
Mars en Jupiter.
Komeet Als een komeet de zon nadert sublimeert het
ijs en ontstaat er een gas -en stofstaart die
door zonneactiviteit is weggericht van de zon.
Hoe dichter bij de zon, hoe langer de staart
is.
De
Kosmos/heelal/universum Een netwerk van alle superclusters
3 grote voordelen van Aardse telescopen kan je vooral ‘a nachts
ruimtetelescopen vs. aardse gebruiken want het licht wordt
telescopen gereflecteerd door de atmosfeer
Ruimtetelescopen hebben geen
belemmering van deeltjes in de atmosfeer
waardoor het licht nergens op reflecteert
Niet alle categorieën van het
elektromagnetisch spectrum kunnen door
de atmosfeer tot het aardoppervlak
VLT Very Large Telescope
Gelegen in Chili (in de woestijn)
De Melkweg De naam van het sterrenstelsel waar het
zonnestelsel zich bevindt. De Melkweg ziet er
langs opzij uit als een platte schijf met een
verdikte kern. De Melkweg roteert rond een
centraal punt waar zich een zwart gat
bevindt.
Astronomische eenheid 1 AU is de gemiddelde afstand van de zon tot
(AE/AU) de aarde (1AU = 150 000 000 km)
Lichtjaar Afstand dat het licht aflegt in 1 jaar met een
snelheid van 300 000 km/s.
Ster Een bolvormig lichtgevend hemellichaam.
Door de grote massa ontstaat er kernfusie in
de kern van de ster. Hierdoor komt er energie
vrij.
Nevel Grote-stof en gaswolken die overblijven na de
dood van een ster of die ontstaan in gebieden
waar sterren gevormd worden.
Kernfusie kernfusie > zwaartekracht -> ster zet uit
kernfusie < zwaartekracht -> ster krimpt
kernfusie = zwaartekracht -> ster is stabiel
Kernfusie levert een uitwaarts duwende
kracht in de kern van de ster.
Convectiestromen Cyclische stromingen t.g.v temperatuur -en
drukverschillen
Kern van de zon 15 000 000 °C
Stralingszone Kernfusie
Convectiezone Door temperatuurverschillen zijn er
convectiestromen die energie van de Kf naar
buiten transporteren.
Fotosfeer 6000°C
Hier bevinden zich zonnevlekken en
granulaties
= lichtgevend oppervlak van de zon
= onderste zichtbare laag in de atmosfeer
Chromosfeer Hier bevinden zich de protuberansen of
zonnevlammen
, Rode kleur
Corona Buitenste laag van de zon
Zichtbaar bij een totale zonsverduistering
Heel ijl en warm (1 000 000°C)
Zonnevlek (= donkere = relatief donkere plekken op de
plekken) oppervlakte van de zon
= relatief koelere plekken veroorzaakt
door sterke magneetvelden
Granulatie (= heldere plekken) Ontstaat door convectie waar hete
vloeistoffen vanuit het binnenste van de
zon naar de oppervlakte komen. Dit koelt
op het oppervlakte af en daalt terug naar
beneden in de donkere banen
Protuberans / zonnevlammen Explosies aan de oppervlakte van de zon
Zichtbaar in de chromosfeer
Diameter van de zon 1 392 700 km
Planeet Een planeet is een hemellichaam dat rond een
(Maak Van Acht Meter Japanse ster of een restant ervan revolteert en aan de
Stof Uw Naam) volgende eigenschappen voldoet:
Mars, Venus, aarde, Mars, o Massa is hoog genoeg om het
Jupiter, Saturnus, Uranus, hemellichaam een bolvorm te geven
Neptunus) t.g.v de zwaartekracht.
o Massa is niet hoog genoeg om
kernfusie te veroorzaken
o Beweegt in een ellipsvormige baan
rond een ster
o De baan is vrijgemaakt van andere
objecten (≠ pluto)
binnenplaneten Mars en Venus
buitenplaneten Mars, Jupiter, Saturnus, Uranus, Neptunus
Aardse planeten / rotsplaneten Mars, Venus, aarde, Mars
Gas -en ijsreuzen/ Joviaanse Jupiter, Saturnus, Uranus, Neptunus
planeten
Planetoïden en Asteroïden Kleine, onregelmatige hemellichamen in een
baan rond de zon. De meeste bevinden zich
in de Planetoïdengordel, een baan tussen
Mars en Jupiter.
Komeet Als een komeet de zon nadert sublimeert het
ijs en ontstaat er een gas -en stofstaart die
door zonneactiviteit is weggericht van de zon.
Hoe dichter bij de zon, hoe langer de staart
is.
De
