3.1 – INDIA EN EEN LAND VOL VERSCHILLEN
Verschillende culturen wereldwijd:
Cultuur= alles wat je vanaf je geboorte hebt geleerd en hoe je op gevoed bent. Aan de onderdelen van de
inrichting kun je ook de cultuur herkennen. Bijvoorbeeld in een Islamitisch land veel moskeeën. Of veel
fietspaden in Nederland. Er zijn in de wereld 10 cultuurgebieden(=gebieden met overeenkomsten in cultuur).
Europa, Noord-Amerika en Australië behoren samen tot de Westerse
cultuur. India hoort bij cultuurgebied Zuid-Azië. Diffusie=
cultuurelementen verplaatsen van een cultuurgebied naar een ander
cultuurgebied.
Cultuur mozaïek in India:
Zuid-Azië is een groot subcontinent, er liggen zes staten. De Britten koloniseerde het gebied en brachten
verschillende vorstendommen onder één bestuur. Brits Indië leverde katoen, jute en thee aan Engeland. Toen
India onafhankelijk werd in 1847 werd het een federatie(= één centrale regering maar elk deelstaat heeft ook
een eigen regering) en werd het land verdeeld in deelstaten. Hierdoor konden ze rekening houden met
verschillende culturen.
Hindi is in India de belangrijkste taal. 2/3 van de Indiërs spreekt deze taal, maar vaak is het niet hun
moedertaal. Vooral mensen uit Zuid-Indië vinden dat hun taal achtergesteld is. Wat iedereen spreekt is Engels
dat is hun lingua franca.
Geloven in India:
De meeste mensen zijn Hindoe, maar er wonen ook mensen met een ander geloof.
Hindoes geloven in wedergeboorte. Ook is de bevolking volgens het Hindoeïsme
verdeeld in kasten. Vanaf je geboorte hoor je bij een kast en daar kun je geen
verandering in brengen. Je kast bepaald: je beroep, je
leefregels en je moet trouwen uit iemand van
dezelfde kast (word vaak door de ouders uitgezocht).
Kastenstelsel zorgt voor grote sociale ongelijkheid. In 1950 is het afgeschaft
maar toch blijven mensen het doen. Er is een duidelijke hiërarchie= ene kast
heeft een hogere status dan de andere. In andere landen bestaat het ook maar
nergens in het zo ingewikkeld en systematisch. Elke groep is onderverdeeld in
vele subkasten= jati. Dalits ook wel kastelozen, wonen in aparte wijken en doen
vuil werk. In India 200 miljoen dalits.
Grote bevolking en demografische druk:
Als je naar het aantal inwoners kijkt 1,43 miljard dan is India het op een na grootste land ter wereld. Per jaar
komen er 18 miljoen Indiërs bij. De helft van de bevolking is jonger dan 25 jaar, de groene druk is dus hoog. De
bevolking kun je onderverdelen in jongeren (0-20), productieven (20-65) en ouderen (65+). Verhoudingen
tussen de productieve leeftijdsgroep en de niet-productieve groepen= demografische druk. De mensen die niet
werken leggen een druk op mensen die wel werken. In de productieven zitten namelijk bijna alle mensen die
werken en die verdienen dus geld voor de andere groepen. Door vergrijzing word de demografische druk
hoger. Je kunt de demografische druk uitrekenen:
Een uitkomst van 100% betekent voor iedere productieve inwoner staat iemand die niet werkt, de productieve
moet dan geld voor twee mensen verdienen. Hoe hoger de uitkomst hoe hoger de demografische druk.