Cijfer: 7,6
, Voordat Koninklijke Panter bv werknemers in vaste dienst neemt, worden aan de nieuwe
werknemers één of meerdere arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd aangeboden. De
opdracht is om deze arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd te analyseren en zo nodig aan
te passen aan de huidige wet- en regelgeving. Hieronder wordt gekeken naar de inhoud van
de arbeidsovereenkomst. De herschreven artikelen van de arbeidsovereenkomst zijn in de
bijlage toegevoegd.
Artikel 1
Artikel 1.2 van de arbeidsovereenkomst is niet rechtsgeldig. In artikel 7:652 lid 4 BW staat
dat er geen proeftijd kan worden vastgesteld voor een arbeidsovereenkomst van zes
maanden. Volgens artikel 1.1 van de arbeidsovereenkomst wordt de arbeidsovereenkomst
aangegaan voor de duur van zes maanden. Dit betekent dat er geen proeftijd mag worden
vastgesteld. Mijn advies aan u is dan ook om de lengte van het contract te verhogen naar 6,5
maand. Dan is het wel mogelijk om een proeftijd van ten hoogste een maand overeen te
komen.
Artikel 3
Artikel 3 lid 1 van de arbeidsovereenkomst is niet rechtsgeldig. In artikel 7:668 lid 1 sub a
BW staat dat arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd die elkaar, met een tussenperiode
van maximaal 6 maanden, hebben opgevolgd en een periode van 24 maanden, geldt als een
arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. In de arbeidsovereenkomst staat een periode
van 36 maanden. De periode van 36 maanden moet verandert worden naar 24 maanden.
Artikel 3 lid 2 van de arbeidsovereenkomst is ook niet rechtsgeldig. In artikel 7:668 lid 1 sub
b BW staat dat na drie voor bepaalde tijd aangegane arbeidsovereenkomst elkaar hebben
opgevolgd met tussenpozen van ten hoogste zes maanden, geldt de laatste
arbeidsovereenkomst als aangegaan voor bepaalde tijd. Mijn advies aan u is om dan ook de
vijf voor bepaalde tijd aangegane overeenkomsten te vervangen naar drie voor bepaalde tijd
aangegane overeenkomsten en dat de laatste arbeidsovereenkomst een overeenkomst is
voor onbepaalde tijd.
Artikel 5
Artikel 5 lid 1 van de arbeidsovereenkomst is ongeldig. De vakantiedagen die in de
arbeidsovereenkomst staan, zijn korter dan het wettelijk minimum. Artikel 7:634 lid 1 BW
geeft aan dat een werknemer recht heeft op een vier maal overeengekomen arbeidsuren per
week. De werknemer werkt 30 uur per week. De berekening gaat als volgt: 30 x 4 = 120. Dus
de werknemer heeft per kalenderjaar recht op 120 vakantie-uren en niet 110 vakantie-uren.
Dit artikel dient herschreven te worden.
Artikel 5 lid 3 van de arbeidsovereenkomst is ongeldig. In dit artikel staat dat de werkgever
binnen vier weken moet reageren op een ingediend verzoek om vakantiedagen op te nemen.
In artikel 7:638 lid 2 BW staat dat de werkgever binnen twee weken moet reageren indien de
werknemer een verzoek heeft ingediend om vakantiedagen op te nemen. Dit artikel is in
strijd met artikel 7:638 lid 2 BW en moet worden aangepast van vier weken naar twee
weken.
Artikel 5 lid 4 van de arbeidsovereenkomst is ongeldig. In artikel 7:640 a BW staat dat de
niet-genoten vakantie-uren vervallen na afloop van zes maanden na de laatste dag van het
kalenderjaar waarin de afspraak is verworven. In dit artikel staat dat de niet-genoten
vakantie-uren vervallen na afloop van het eerste kwartaal van het jaar dat volgt. Dit artikel is
dus in strijd met artikel 7:640a BW. Daarom verzoek ik u het eerste kwartaal van het jaar dat
volgt te vervangen naar zes maanden na de laatste dag van het kalenderjaar waarin de
afspraak is gemaakt.