Antwoorden socrative zelfstudie

Socrative 1L3C3MIB
1) A, Bitter
2) A, palatiale
3) B, water of bicarboiaatoplossiig
4) B, wel
5) B, caididiasis ei cariës
6) C, sucralfaat
7) C, protoipompremmers (omeprazol, laisoprazol, paitoprazol)
8) A, ii eei meer ivertcale posite
9) A, ja
10) A, bij milde symptomei om erosie tegei te gaai
11) B, om geerodeerde opperivlakkei af te dichtei
12) E, erosie ei iverhoogde cariës activiteit
13) D, ivertraagde leivermetabolisme
14) A, amide-aiesthetca
15) B, paracetamol
16) B, ivermiiderei
17) B, 2 uur
18) B, ivaker
19) D, F, glazuur defectei, pijilijke/braiderige toig
20) A, glazuur defectei
21) B, 50% ivai de coeliakie patëitei
22) A, 30%
23) C, ivaker
24) A, B, C, diepere pockets, meer ivlakkei zichtbaar met plaque, ivaker aliveolair botiverlies
25) B, miider, hoger
26) A, juist
27) A, lager dai
28) C, ivaker
29) C, iverhoogd
30) A, juist
31) A, door eei dikke toig ei waigei lijkt de ruimte ii de moid geriiger
32) B, D, meer tjd reseriverei ivoor biiieikomst, behaideliig ei ivertrek aaigeziei ze miider
mobiel ziji, meisei met obesitas lijdei ivaker aai hyperteisie ei diabetes mellitus
33) B, oijuist
34) B,C, aiorecia ierivosa (eetbuiei/purgereide type), boulimia ierivosa
35) C, zelf opgewekt brakei
36) B, E, faryix, palatum
37) A, B, C, F, G, alcoholisme, humorale iveraideriigei, hypertrofe, iiwerkiig ivai zurei,
oiderivoediig
38) F, oivermatge koolhydraatiiame
39) C, zacht iiet
40) C, wel iiet
41) B, wel
42) A, juist
43) C, 33%
44) C, palatiale ei liiguale