Week 7
7/11/2018 Deel 3A : de fscale
controle
Inhoud
Onderzoeksmachten in de Inkomstenbelastnnen.................................................................................1
Uitbreidinn van de termijn (art 333,3 e lid WIB ’92).........................................................................2
Onderzoeksmachten t.a.v. de belastnnplichtne....................................................................................3
Boekenonderzoek...............................................................................................................................3
Vraan om inlichtnnen.........................................................................................................................5
Fiscale visitate (art. 319 WIB ’92).......................................................................................................7
Specifeke rapporterinnsverplichtnnen............................................................................................10
Onderzoeksmachten in de Inkomstenbelastingen
Duur van het onderzoek (artkel 333 WIB ’92)
Verliezen worden overnedranen (carry forward), tot ze aannerekend worden op latere winsten. Dit is
één van de fscale afrekken. Pas op het moment dat u de verliezen fscaal nebruikt naat de
administrate hierop een onderzoek uitvoeren. De administrate naat onderzoeken of u die verliezen
rechtmatn kon aanwenden m.b.t. de afrek. ier zal de administrate misschien nanaan welke de
oorspronn is van deze verliezen. Dit kan soms een oorspronn zijn van 10 jaar neleden, daarom neldt
hiervoor een veel lannere termijn.
Voorbeeld (EX): een ambtenaar komt binnen (2018) zonder vooraf te verwitnen. ij wil alle jaren
controleren die hij man controleren. Welke jaren zijn dit?
Lopende tjdperk (2018)
Belastbaar tjdperk 2017, 2016,2015
2014 kan niet meer necontroleerd worden (!).
Specifek voor vennootschappen die niet per kalenderjaar boekhouden
Onderzoekstermijnen worden nekoppeld aan aanslanstermijnen. Vennootschappen kunnen in
principe de start van hun boekjaar vrij bepalen. Stel dat het boekjaar innaat op 31/12/2017, het
boekjaar zal eindinen op 30/12/2018. We bevinden ons in het aanslanjaar 2018. Stel nu dat de
onderzoekstermijn start op 1 januari van het aanslan jaar (dit is zoals het vroener was), dit zou
impliceren dat de onderzoekstermijn zou starten op 1 januari 2018 en zou verstrijken op 1 januari
2020. Dit zou betekenen dat de reële onderzoekstermijn niet nelijk is aan 3 jaar, maar slechts aan 2
jaar en 1 dan. Dit was dé reden waarom vennootschappen destjds een boekhoudinn aanhielden
eerder op het einde van jaar. Dit om een deel van de aanslan en onderzoekstermijnen in te korten.
Dit werd aannepast in de wet : de periode die verstreken is tussen 1/01 en de start van het boekjaar
, wordt newoon achteraf aan het jaar ‘neplakt’, om zo steeds tot een reële termijn van 3 jaar te
komen.
Specifek voor vennootschappen die bezwaar indienen
De onderzoekstermijn wordt verlennd met de periode waarbinnen het bezwaar wordt behandeld.
et was een nevreesde truc dat vennootschappen die iets te verbernen hadden een dilatoir bezwaar
zouden indienen om tjd te rekken. Dit neschil werd bekeken door de directeur neneraal,
ondertussen konden er uiteraard neen controles worden uitnevoerd. Nu kan zo’n bezwaar om tjd te
rekken neen invloed uitoefenen op de controletermijn.
Vb. (EX)De inkomsten die u vandaan verdient, tot wanneer kan men die controleren?
Uitbreiding van de termijn (art 333,3e lid WIB ’92)
Basisverontrustnn van 3 jaar, dit is de alnemene renel voor iedereen.
Wanneer er vermoedens, aanwijzinnen 1 bestaan dat sommine personen/ vennootschappen het niet
zo nauw nemen met de wetnevinn dat kan de verontrustnn verlennd (met max. 4jaar) worden.
iervoor is echter eerst een kennisnevinn verplicht. Dit omwille van het recht van verdedininn.
De kennisnevinn man neïntenreerd zijn in de eerste vraan om inlichtnnen, moet dus niet heel strikt
voorafnaand zijn.
Indien er aanwijzinnen zijn van fraude wilt dit niet zennen dat u onmiddellijke een fraudeur bent. De
loutere niet aannife, of niet vermeldinn is op zich neen voldoende bewijs dat u nefraudeerd hebt. Dit
kan ook een nalatnheid, vernetelheid zijn. Toch is het niet aanneven van een buitenlandse
bankrekeninn een aanwijzinn van fraude, doch neen bewijs.
Opdat de administrate de 7-jarine aanslantermijn man nebruiken is er bewijs van fraude nodin, maar
niet voor de 7-jarine onderzoekstermijn, hiervoor is slechts een aanwijzinn nodin. (EX)!
Deze formele kennisnevinnsverplichtnn is een formele voorwaarde die vervuld moet worden op
straffe van nietnheid.
Vroener bestond de discussie of de kennisnevinn enkel noodzakelijk was als het onderzoek werd
nepleend ten aanzien van de belastnnplichtne of ook ten aanzien van een derde. Cassate zei dat ook
voor een onderzoek ten aanzien van derden een kennisnevinn verplicht is.
OPM : Deze kennisnevinn is niet vereist indien dit op vraan is van een ander land. Belnië kan voor een
ander land terunnaan tot 7 jaar in de tjd. Toch is er een beperkinn wat de fnaliteit betref, de
onderzoeken monen enkel nebeuren indien ze enkel op het oon hebben om de voormelde vraan te
beantwoorden. Dus dit houdt in dat Belnië de info die het ophaalt niet zelf kan nebruiken, Belnië man
dit enkel doorneven aan het buitenland (= met het oon op de voormelde vraan).
Vroener waren bovenstaande onderzoekstermijnen de enine termijnen die nolden. Dit werd nu
recent aannepast door de pronrammawet van 1/07/2016 en de kerst wet (25/12/2017). ier spreekt
men over de uitzonderlijke aanslantermijnen (art 358). Deze houden in dat wanneer uit buitenlandse
informate de niet aannife blijkt in Belnië van inkomsten over een aantal jaren, 5 of 7 jaren
voorafnaand aan het jaar waarin kennis werd nenomen van de inlichtnnen dan heef Belnië non 24
maanden (vanaf de kennis name) om een aanslan te vestnen.
1
Dit is neen bewijs (!)
7/11/2018 Deel 3A : de fscale
controle
Inhoud
Onderzoeksmachten in de Inkomstenbelastnnen.................................................................................1
Uitbreidinn van de termijn (art 333,3 e lid WIB ’92).........................................................................2
Onderzoeksmachten t.a.v. de belastnnplichtne....................................................................................3
Boekenonderzoek...............................................................................................................................3
Vraan om inlichtnnen.........................................................................................................................5
Fiscale visitate (art. 319 WIB ’92).......................................................................................................7
Specifeke rapporterinnsverplichtnnen............................................................................................10
Onderzoeksmachten in de Inkomstenbelastingen
Duur van het onderzoek (artkel 333 WIB ’92)
Verliezen worden overnedranen (carry forward), tot ze aannerekend worden op latere winsten. Dit is
één van de fscale afrekken. Pas op het moment dat u de verliezen fscaal nebruikt naat de
administrate hierop een onderzoek uitvoeren. De administrate naat onderzoeken of u die verliezen
rechtmatn kon aanwenden m.b.t. de afrek. ier zal de administrate misschien nanaan welke de
oorspronn is van deze verliezen. Dit kan soms een oorspronn zijn van 10 jaar neleden, daarom neldt
hiervoor een veel lannere termijn.
Voorbeeld (EX): een ambtenaar komt binnen (2018) zonder vooraf te verwitnen. ij wil alle jaren
controleren die hij man controleren. Welke jaren zijn dit?
Lopende tjdperk (2018)
Belastbaar tjdperk 2017, 2016,2015
2014 kan niet meer necontroleerd worden (!).
Specifek voor vennootschappen die niet per kalenderjaar boekhouden
Onderzoekstermijnen worden nekoppeld aan aanslanstermijnen. Vennootschappen kunnen in
principe de start van hun boekjaar vrij bepalen. Stel dat het boekjaar innaat op 31/12/2017, het
boekjaar zal eindinen op 30/12/2018. We bevinden ons in het aanslanjaar 2018. Stel nu dat de
onderzoekstermijn start op 1 januari van het aanslan jaar (dit is zoals het vroener was), dit zou
impliceren dat de onderzoekstermijn zou starten op 1 januari 2018 en zou verstrijken op 1 januari
2020. Dit zou betekenen dat de reële onderzoekstermijn niet nelijk is aan 3 jaar, maar slechts aan 2
jaar en 1 dan. Dit was dé reden waarom vennootschappen destjds een boekhoudinn aanhielden
eerder op het einde van jaar. Dit om een deel van de aanslan en onderzoekstermijnen in te korten.
Dit werd aannepast in de wet : de periode die verstreken is tussen 1/01 en de start van het boekjaar
, wordt newoon achteraf aan het jaar ‘neplakt’, om zo steeds tot een reële termijn van 3 jaar te
komen.
Specifek voor vennootschappen die bezwaar indienen
De onderzoekstermijn wordt verlennd met de periode waarbinnen het bezwaar wordt behandeld.
et was een nevreesde truc dat vennootschappen die iets te verbernen hadden een dilatoir bezwaar
zouden indienen om tjd te rekken. Dit neschil werd bekeken door de directeur neneraal,
ondertussen konden er uiteraard neen controles worden uitnevoerd. Nu kan zo’n bezwaar om tjd te
rekken neen invloed uitoefenen op de controletermijn.
Vb. (EX)De inkomsten die u vandaan verdient, tot wanneer kan men die controleren?
Uitbreiding van de termijn (art 333,3e lid WIB ’92)
Basisverontrustnn van 3 jaar, dit is de alnemene renel voor iedereen.
Wanneer er vermoedens, aanwijzinnen 1 bestaan dat sommine personen/ vennootschappen het niet
zo nauw nemen met de wetnevinn dat kan de verontrustnn verlennd (met max. 4jaar) worden.
iervoor is echter eerst een kennisnevinn verplicht. Dit omwille van het recht van verdedininn.
De kennisnevinn man neïntenreerd zijn in de eerste vraan om inlichtnnen, moet dus niet heel strikt
voorafnaand zijn.
Indien er aanwijzinnen zijn van fraude wilt dit niet zennen dat u onmiddellijke een fraudeur bent. De
loutere niet aannife, of niet vermeldinn is op zich neen voldoende bewijs dat u nefraudeerd hebt. Dit
kan ook een nalatnheid, vernetelheid zijn. Toch is het niet aanneven van een buitenlandse
bankrekeninn een aanwijzinn van fraude, doch neen bewijs.
Opdat de administrate de 7-jarine aanslantermijn man nebruiken is er bewijs van fraude nodin, maar
niet voor de 7-jarine onderzoekstermijn, hiervoor is slechts een aanwijzinn nodin. (EX)!
Deze formele kennisnevinnsverplichtnn is een formele voorwaarde die vervuld moet worden op
straffe van nietnheid.
Vroener bestond de discussie of de kennisnevinn enkel noodzakelijk was als het onderzoek werd
nepleend ten aanzien van de belastnnplichtne of ook ten aanzien van een derde. Cassate zei dat ook
voor een onderzoek ten aanzien van derden een kennisnevinn verplicht is.
OPM : Deze kennisnevinn is niet vereist indien dit op vraan is van een ander land. Belnië kan voor een
ander land terunnaan tot 7 jaar in de tjd. Toch is er een beperkinn wat de fnaliteit betref, de
onderzoeken monen enkel nebeuren indien ze enkel op het oon hebben om de voormelde vraan te
beantwoorden. Dus dit houdt in dat Belnië de info die het ophaalt niet zelf kan nebruiken, Belnië man
dit enkel doorneven aan het buitenland (= met het oon op de voormelde vraan).
Vroener waren bovenstaande onderzoekstermijnen de enine termijnen die nolden. Dit werd nu
recent aannepast door de pronrammawet van 1/07/2016 en de kerst wet (25/12/2017). ier spreekt
men over de uitzonderlijke aanslantermijnen (art 358). Deze houden in dat wanneer uit buitenlandse
informate de niet aannife blijkt in Belnië van inkomsten over een aantal jaren, 5 of 7 jaren
voorafnaand aan het jaar waarin kennis werd nenomen van de inlichtnnen dan heef Belnië non 24
maanden (vanaf de kennis name) om een aanslan te vestnen.
1
Dit is neen bewijs (!)
