Samenvatting economie, module 3

Module 3
Concrete markt= de plaats waar vragers en aanbieders elkaar treffen.
abstracte markt= ‘huizenmarkt’.

Marktvormen

- Monopolie= 1 aanbieder
- Oligopolie= een paar aanbieders
- Volkomen concurrentie= veel aanbieders
- Monopolistische concurrentie= veel aanbieders



Homogeen product= product die in de ogen van consument niet verschillen.
Heterogeen product= product waarvan in de ogen van de consument verschillende versies worden
voortgebracht.
Gedifferentieerde producten= product dat door meerdere producten wordt volbracht en waarbij in
de ogen van de consumenten de producten van elkaar verschillen.

Marktaandeel= aandeel dat een aanbieder van een goed of dienst heeft in de totale omzet op een
betreffende markt.

Prijsdiscriminatie= prijsstrategie waarbij verschillende consumenten verschillende prijzen betalen
voor hetzelfde product.
Arbitrage= onderlinge doorverkoop van producten.

Externe effecten= een effect van productie dat buiten de markt om werkt.
Collectief goed= het is onmogelijk om mensen die niet betalen van het goed uit te sluiten.