of foutaansprakelijkheid
Hoofdstuk 2: Aansprakelijkheid op eigen daad
Artikel 1382 eW : elke daad v.d. mens, waardoor aan een ander schade wordt veroorzaakt, verplicht
degene, door wiens schuld de schade is ontstaan, deze te vergoeden.
MAAR er is een bewijslast: fout, schade en het oorzakelijk verband
Werkt enkel wanneer er schade is: materieel of immaterieel (eer / reputatie aantasten) MAAR een
fout blijf noodzakelijk
Artikel 1383 eW : ieder is aansprakelijk niet alleen voor de schade welke hij door zijn daad, maar ook
voor die welke hij door zijn nalatigheid of door zijn onvoorzichtigheid heef veroorzaakt.
De fout
Kan bestaan in
- Actief handelen
- Niet handelen
ev. gevaarlijke situatie negeren
- Onzorgvuldigheid
- Overmacht = uitzondering
Gedrag waar u niets aan kan doen
2 soorten/ situaties
1. Wettelijke regel overtreden
Inbreuk op welbepaald gebod / verbod
ev. auteursrecht
De fout moet bewezen worden schadevergoeding
Makkelijk om te bewijzen want er moet enkel naar het wetelijk gebod of verbod verwezen
worden
De vaststelling van de inbreuk volstaat voor het onrechtmatig karakter.
Indien: inbreuk op strafrechtelijke norm
Die persoon kan ook strafrechtelijk vervolgd worden (wegens het plegen van een misdrijf)
Het omgekeerde is niet altijd waar
2. Overtreding van de algemene zorgvuldigheidsplicht
= gedrag dat u altijd vertoont toetsen aan het abstract criterium van de goede huisvader
Goede huisvader = zorgvuldig persoon in dezelfde omstandigheden, rekening houdend met
de levenscategorie waartoe de betrokken persoon behoort.
Opdat een onzorgvuldige gedraging van een bepaalde persoon aanleiding zou kunnen geven
tot de verplichting de schade te vergoeden, moet de schade naar redelijkheid voorzienbaar
geweest zijn