ANATOMIE
Prof. dr. Harm Hoekstra
, 1. Inleiding
Orgaanstelsels en belangrijke functies
12 orgaanstelsels
Maakt beweging mogelijk, zorgt voor Het spierstelsel
stevigheid en produceerd warmte.
Maakt onmiddelijke rectie op Het zenuwstelsel
prikkelsmogelijk, meestel door coödineren
van de activiteiten van andere stelsels.
Verdedigt tegen infecties en ziekten en Het lymfestelsel
zorgt voor terugkeer weefsevocht naar de
bloedsomloop.
Transporteet ucht naar plaatsen waar Het ademhalingsstelsen
gaswisseling plaatsvindt tussen de
buitenlucht en het circuulerende bloed.
Produceerd geluid.
Verwerkt voedsel, neemt voedingstoffen Het spijsverteringsstelsel
op en verwijdert afvalstoffen.
Verwijdert overtollig water, zouten en Het urinaire stelsel
afvalstoffen.
Produceert geslachtscellen en hormonen. Het mannelijk voortplantingsstelsel
Produceert geslachtscellen en hormonen, Het vrouwelijk voortplantingsstelsel
ondersteunt embryonale en foetale
ontwikkeling van bevruchting tot
geboorte.
Reguleerd langdurige verandering in de Endocriene stelsel
activiteit van andere orgaanstelsels
Bloedstelsel Cardiovasculair stelsel
Boedt ondersteuning, beschermt weefsels, Het skelet
is opslagplaats voor mineralen en vormt
bloedcellen.
Beschermt het lichaam tegen gevaren De huid
vanuit de omgeving. Speelt een belankrijke
rol bij het reuleren van de
lichaamstemperatuur.
Anatomische oriëntatiepunten
Dagdaagelijkse naam Anatomische naam Regio
hoofd cefaal
schedel cranium craniaal
gezicht faciaal
voorhoofd frontaal
oog oculus oculair, orbitaal
wang buccaal
oor auris oticus
neus nasus nasaal
2
,hals/nek cervix cervicaal
mond os oraal
oksel axilla axillair
arm brachium brachiaal
elleboog olecranon cubiti
voorarm antebrachium antebrachii
pols carpus carpaal
handpalm palma palmair
vingers digiti/phalanges
duim pollux
bostkas thorax thoracaal
borst mamma mammarius
buik abdomen abdominaal
navel umbilicus umbilicaal
bekken pelvis
lies inguinaal
schaamstreek pubicus
bovenbeen/dij femur femoraal
knieschijf patella patellae
onderbeen cruris
enkel tarsus tarsaal
voet pes pedis
tenen phalanges
grote teen hallux hallucis
schouder acromion
rug dorsum dorsaal
lendenen lumbus lumbaal
bil gluteus gluteaal
knieholte popliteus
kuit suraal
hiel calcaneus
voetzool planta plantair
3
, Anatomische gebeiden
romp rechts boven rechter regio hypochondriaca
romp rechts midden rechter lumbaal gebied
romp rechts beneneden rechter liesgebied
romp boven epigastrisch gebied
romp midden navel gebied of umbilicaal
romp beneden schaamstreek of hypogastisch gebied
romp links boven linker regio hypochondriaca
romp links midden linker lumbaal gebied
romp links beneden linker liesgebied
Anatomische richtingen
de voorkant, voor anterior
buikzijde ventraal
de achterzijde, achter posterior
rugzijde dorsaal
hoofd carniaal of cefaal
staart (coccyx) caudaal
boven, op hogen niveau superior
onder, op langer niveau inferior
in de richting van de lengteas van het lichaam mediaal
in de buitenwaarste richting weg van de lateraal
lengteas van het lichaam
in de richting van een aanhechtingspunt proximaal
inde richting weg van een aanhechtingspunt distaal
4
Prof. dr. Harm Hoekstra
, 1. Inleiding
Orgaanstelsels en belangrijke functies
12 orgaanstelsels
Maakt beweging mogelijk, zorgt voor Het spierstelsel
stevigheid en produceerd warmte.
Maakt onmiddelijke rectie op Het zenuwstelsel
prikkelsmogelijk, meestel door coödineren
van de activiteiten van andere stelsels.
Verdedigt tegen infecties en ziekten en Het lymfestelsel
zorgt voor terugkeer weefsevocht naar de
bloedsomloop.
Transporteet ucht naar plaatsen waar Het ademhalingsstelsen
gaswisseling plaatsvindt tussen de
buitenlucht en het circuulerende bloed.
Produceerd geluid.
Verwerkt voedsel, neemt voedingstoffen Het spijsverteringsstelsel
op en verwijdert afvalstoffen.
Verwijdert overtollig water, zouten en Het urinaire stelsel
afvalstoffen.
Produceert geslachtscellen en hormonen. Het mannelijk voortplantingsstelsel
Produceert geslachtscellen en hormonen, Het vrouwelijk voortplantingsstelsel
ondersteunt embryonale en foetale
ontwikkeling van bevruchting tot
geboorte.
Reguleerd langdurige verandering in de Endocriene stelsel
activiteit van andere orgaanstelsels
Bloedstelsel Cardiovasculair stelsel
Boedt ondersteuning, beschermt weefsels, Het skelet
is opslagplaats voor mineralen en vormt
bloedcellen.
Beschermt het lichaam tegen gevaren De huid
vanuit de omgeving. Speelt een belankrijke
rol bij het reuleren van de
lichaamstemperatuur.
Anatomische oriëntatiepunten
Dagdaagelijkse naam Anatomische naam Regio
hoofd cefaal
schedel cranium craniaal
gezicht faciaal
voorhoofd frontaal
oog oculus oculair, orbitaal
wang buccaal
oor auris oticus
neus nasus nasaal
2
,hals/nek cervix cervicaal
mond os oraal
oksel axilla axillair
arm brachium brachiaal
elleboog olecranon cubiti
voorarm antebrachium antebrachii
pols carpus carpaal
handpalm palma palmair
vingers digiti/phalanges
duim pollux
bostkas thorax thoracaal
borst mamma mammarius
buik abdomen abdominaal
navel umbilicus umbilicaal
bekken pelvis
lies inguinaal
schaamstreek pubicus
bovenbeen/dij femur femoraal
knieschijf patella patellae
onderbeen cruris
enkel tarsus tarsaal
voet pes pedis
tenen phalanges
grote teen hallux hallucis
schouder acromion
rug dorsum dorsaal
lendenen lumbus lumbaal
bil gluteus gluteaal
knieholte popliteus
kuit suraal
hiel calcaneus
voetzool planta plantair
3
, Anatomische gebeiden
romp rechts boven rechter regio hypochondriaca
romp rechts midden rechter lumbaal gebied
romp rechts beneneden rechter liesgebied
romp boven epigastrisch gebied
romp midden navel gebied of umbilicaal
romp beneden schaamstreek of hypogastisch gebied
romp links boven linker regio hypochondriaca
romp links midden linker lumbaal gebied
romp links beneden linker liesgebied
Anatomische richtingen
de voorkant, voor anterior
buikzijde ventraal
de achterzijde, achter posterior
rugzijde dorsaal
hoofd carniaal of cefaal
staart (coccyx) caudaal
boven, op hogen niveau superior
onder, op langer niveau inferior
in de richting van de lengteas van het lichaam mediaal
in de buitenwaarste richting weg van de lateraal
lengteas van het lichaam
in de richting van een aanhechtingspunt proximaal
inde richting weg van een aanhechtingspunt distaal
4
