PROFIEL HET JONGE KIND
, Profiel het jonge kind P1
Vanuit onderzoekend vermogen: het verbeteren van
onderwijs aan het jonge kind
Toetscode: VT4-JK-IV1
Opleidingsfase: VT4
Studiejaar: 2022-2023
Femke Gabriël, 190054
Docenten: Roos van Dijk & Eline Overeem
1
, Profiel het jonge kind P1
Inhoud
Inleiding.........................................................................................................................3
Deel 1: de nieuwsgierigheidsvraag en bevraging praktijk.............................................4
Observaties in de praktijk:..........................................................................................4
Peiling bij alle betrokkenen:.......................................................................................4
Doelgroep analyse.........................................................................................................6
Curriculum analyse......................................................................................................11
Het curriculum in verhouding tot mijn onderzoeksvraag:........................................12
Hoe staat de literatuur in verbinding tot de visie?...................................................13
De praktijkschool van een medestudent:.................................................................13
Mini interventie:........................................................................................................15
Context analyse...........................................................................................................17
Schoolomgeving:......................................................................................................17
Beleidsplan:..............................................................................................................18
Identiteit:..................................................................................................................19
Voorlopige conclusie....................................................................................................20
Eigen interventie in de klas.........................................................................................23
Het doel van de interventie:.....................................................................................23
Werkwijze.....................................................................................................................25
Planning:...................................................................................................................26
Resultaten....................................................................................................................27
Conclusie en discussie.................................................................................................29
Bijlagen........................................................................................................................31
Literatuurlijst................................................................................................................32
2
, Profiel het jonge kind P1
Inleiding
Niet altijd letten alle leerlingen even goed op in de klas. Dat is bekend bij elke
leerkracht. De leerlingen zijn druk bezig met andere dingen en hebben geen oog
en oor voor wat er tijdens de instructie van de leerkracht gebeurt. De leerlingen
uit mijn klas lijken soms letterlijk in een droomwereld verzeild geraakt. De
betrokkenheid van mijn leerlingen in groep 1 is laag tijdens alle kringactiviteiten.
Belangrijk om te weten is dat de leerlingen uit mijn groep Nt2-leerlingen zijn. Alle
leerlingen leren Nederlands als tweede taal.
Bij de start van dit onderzoek heb ik de leerlingen in mijn klas goed
geobserveerd. Hoe reageren de leerlingen en hoe zijn zij betrokken tijdens mijn
kringactiviteiten?
Wat ik daar heb opgemerkt, heeft de basis gevormd voor mijn onderzoeksvraag.
Vervolgens heb ik mijn collega’s ondervraagd. Aan de hand van hun antwoorden,
heb ik mijn onderzoeksvraag iets bijgesteld.
De betrokkenheid van de leerlingen in mijn klas is laag tijdens kringactiviteiten.
De aangeboden lesstof komt lang niet altijd bij hen binnen.
Wat is de reden van deze lage betrokkenheid en hoe kan ik ervoor zorgen dat de
leerlingen de stof toch overgebracht krijgen?
In dit onderzoek zijn mijn bevindingen te lezen. Hiervoor heb ik gebruik gemaakt
van eigen ervaringen, meningen en ervaringen van collega’s en actuele
theorieën.
3
, Profiel het jonge kind P1
Vanuit onderzoekend vermogen: het verbeteren van
onderwijs aan het jonge kind
Toetscode: VT4-JK-IV1
Opleidingsfase: VT4
Studiejaar: 2022-2023
Femke Gabriël, 190054
Docenten: Roos van Dijk & Eline Overeem
1
, Profiel het jonge kind P1
Inhoud
Inleiding.........................................................................................................................3
Deel 1: de nieuwsgierigheidsvraag en bevraging praktijk.............................................4
Observaties in de praktijk:..........................................................................................4
Peiling bij alle betrokkenen:.......................................................................................4
Doelgroep analyse.........................................................................................................6
Curriculum analyse......................................................................................................11
Het curriculum in verhouding tot mijn onderzoeksvraag:........................................12
Hoe staat de literatuur in verbinding tot de visie?...................................................13
De praktijkschool van een medestudent:.................................................................13
Mini interventie:........................................................................................................15
Context analyse...........................................................................................................17
Schoolomgeving:......................................................................................................17
Beleidsplan:..............................................................................................................18
Identiteit:..................................................................................................................19
Voorlopige conclusie....................................................................................................20
Eigen interventie in de klas.........................................................................................23
Het doel van de interventie:.....................................................................................23
Werkwijze.....................................................................................................................25
Planning:...................................................................................................................26
Resultaten....................................................................................................................27
Conclusie en discussie.................................................................................................29
Bijlagen........................................................................................................................31
Literatuurlijst................................................................................................................32
2
, Profiel het jonge kind P1
Inleiding
Niet altijd letten alle leerlingen even goed op in de klas. Dat is bekend bij elke
leerkracht. De leerlingen zijn druk bezig met andere dingen en hebben geen oog
en oor voor wat er tijdens de instructie van de leerkracht gebeurt. De leerlingen
uit mijn klas lijken soms letterlijk in een droomwereld verzeild geraakt. De
betrokkenheid van mijn leerlingen in groep 1 is laag tijdens alle kringactiviteiten.
Belangrijk om te weten is dat de leerlingen uit mijn groep Nt2-leerlingen zijn. Alle
leerlingen leren Nederlands als tweede taal.
Bij de start van dit onderzoek heb ik de leerlingen in mijn klas goed
geobserveerd. Hoe reageren de leerlingen en hoe zijn zij betrokken tijdens mijn
kringactiviteiten?
Wat ik daar heb opgemerkt, heeft de basis gevormd voor mijn onderzoeksvraag.
Vervolgens heb ik mijn collega’s ondervraagd. Aan de hand van hun antwoorden,
heb ik mijn onderzoeksvraag iets bijgesteld.
De betrokkenheid van de leerlingen in mijn klas is laag tijdens kringactiviteiten.
De aangeboden lesstof komt lang niet altijd bij hen binnen.
Wat is de reden van deze lage betrokkenheid en hoe kan ik ervoor zorgen dat de
leerlingen de stof toch overgebracht krijgen?
In dit onderzoek zijn mijn bevindingen te lezen. Hiervoor heb ik gebruik gemaakt
van eigen ervaringen, meningen en ervaringen van collega’s en actuele
theorieën.
3
