Overal natuurkunde havo 4
2.1 schakelingen
Schakeling
- Spanningsbron: zorgt voor de energie
- Schakelaar: met de schakelaar kan je de stroom onderbreken
Is de schakelaar ingedrukt – gesloten stroomkring – lampje brand
Is de schakelaar open – niet gesloten stroomkring – lampje brand niet
- Componenten: verzamel naam voor alle onderdelen in de schakeling
- symbolen voor de componenten: BINAS 17B
serie schakeling
alle componenten zijn met elkaar verbonden werkt één onderdeel niet dan
gaat alles uit.
Staan de spanningsbronnen in serie dan tel je ze bij elkaar op. Dus 2
batterijen van 4.5 V is 9V
Itot = I1 = I2 =
Utot = U1 + U2 +
Parallel schakeling
De apparaten werken onafhankelijk van elkaar. Gaat 1 apparaat stuk dan
blijft door de rest van de apparaten gewoon stroom stromen
Je kan de apparaten afzonderlijk van aan of uit zetten
Staan de spanningsbronnen parallel dan blijft de spanning gelijk. Dus 2
batterijen van 4.5 V is 4.5 V
Itot = I1 + I2 +
Utot = U1 = U2 =
2.2 stroom en spanning
Lading
Je hebt 2 soorten ladingen: positief en negatief.
- 2 dezelfde soort ladingen stoten elkaar af
- 2 verschillende soort ladingen trekken elkaar aan
- Heeft een voorwerp evenveel positieve als negatieve lading dan is hij
elektrisch neutraal.
- Als een atoom één of meerdere elektronen weggeeft heb je een positief ion
- Als een atoom één of meerdere elektronen krijgt heb je een negatief ion
- In metalen bewegen atomen los en dus heb je vrije elektronen
Lading = Q = 1.6 * 10-19
Van een proton of elektron is dat dus -1.6 * 10-19. Dit is de elementaire lading de
kleinste lading.
- Metaal elektronen die het verst van de kern zijn kunnen los van de kern
bewegen.