samenvatting continuüm motoriek

CONTINUÜM MOTORIEK

FIJNE MOTORISCHE VAARDIGHEDEN

= Vaardigheden waarbij gebruik gemaakt wordt van individuele lichaamsdelen.
o Precieze manipulatie van voorwerpen (schrijven) = vingers
o Voeten
o Mimiek


Definitie: Vaardigheden die met de handen worden uitgevoerd om voorwerpen te pakken en ermee
te kunnen manipuleren.
• Basale vaardigheden
– Grijpen
– Dragen
– Willekeurig loslaten
• Complexe vaardigheden
– bilaterale vaardigheden
– gebruik van gereedschap
– in-hand manipulatie




ONTWIKKELING FM

1.FIJNMOTORISCHE DIFFERENTIATIE: HET VERFIJNEN VAN DE
BEWEGINGSSTURING

Romp>schouder>elleboog>pols>hand>vingers>duim

, 2.ONTWIKKELING VAN EENHANDIG GRIJPEN, DUIMFUNCTIE EN
PINCETGREEP

0 – 3 maand
 Asymmetrische Tonische Nek Reflex (ATNR); verdwijnt op 3 à 4 maand.
 Grijpreflex; verdwijnt na 2 à 3 maand
3 - 4 maand
 symmetrische houding op de rug: handjes ontdekken -> hand-handcoördinatie en
middellijnoriëntatie
 Symmetrisch reiken
 Unilateraal reiken
 Gericht grijpen vanaf 3 maand

6 – 8 maand

 Handen leren gaandeweg samenwerken

 blokje doorgeven

9 maand

 voorwerpen manipuleren

 opponeren van de duim

 ontwikkeling pincetgreep

1 jaar

 controle over loslaten voorwerp




3.STEUNNAME IN DE BEWEGENDE HAND

Steunhand versus bewegende hand:

Voorkeurshand ontwikkelt zich als bewegende hand.

Niet-voorkeurshand: steunende hand.



• Tweedeling

• Steunfunctie

>< bewegingsfunctie Indien niet: