Jodendom (hoofdstuk 3)
1. Ik kan de vijf wereldgodsdiensten benoemen.
- Christendom
- Jodendom
- Islam
- Boeddhisme
- Hindoeïsme
2. Ik kan het begrip monotheïsme uitleggen in eigen woorden.
Monotheïsme is het geloof in één God; mono = één; theos = God.
3. Ik kan het begrip Messias uitleggen in eigen woorden.
Messias betekent verlosser die een einde zal maken aan alle ellende in de
wereld.
4. Ik kan het begrip Holocaust uitleggen in eigen woorden.
De Holocaust is de achtervolging van Joden, massamoord op Joden en het
stoppen van Joden in concentratiekampen in de tweede wereldoorlog.
5. Ik kan het begrip zondebok uitleggen in eigen woorden.
Een zondebok is iemand of een groep mensen die de schuld krijgen van
alle problemen in de samenleving.
6. Ik kan het begrip Tenach uitleggen in eigen woorden.
De Tenach is het Joodse woord voor Bijbel. Het is het heilige boek van de
Joden. In het Christendom wordt dit het Oude Testament genoemd.
Het bestaat uit 3 delen: Thora (wet, de eerste 5 boeken), Nebiim
(profeten) en Chetubim (geschriften).
7. Ik kan het begrip rechtvaardig uitleggen in eigen woorden.
Rechtvaardig betekent goed, eerlijk.
8. Ik weet wie de belangrijkste personen/inspirators zijn in het Jodendom.
Belangrijke personen in het Jodendom zijn onder andere:
Abraham (hier begint de geschiedenis van het Joodse volk mee)
Isaak (zoon van Abraham)
Jacob (zoon van Isaak)
Abraham, Isaak en Jacob worden de aartsvaders genoemd.
Jozef (wordt koning in Egypte, een van de 12 zonen van Abraham)
Mozes (bevrijdt het volk Israël uit Egypte en ontvangt de 10 geboden)