Samenvatting FMH CVA, competentietoets Blok 2 3

Competentetoets CVA
Anamnese:
Aandachtspunten:
 Kop- romp – staart
 Patiëntgegevens: zoals naamt geooortedatumt geslacht ens.s
 90 graden ziten met de patiënt
 Vertel dat je dingen opschrijf
 Verwijzing of zelf gekomen naar de fysio
 Of hij/ zij al eerder oij de fysio is geweest
 Algemene gezondheid
 Type CVA
 Lokalisatie CVA
 Opname datum
 Beroept sociaalt fysiek en hoe het gaat wat de patiënt doet
 Gegevens over de woonsituatie
 Vrijetijd en of dagoesteding (ADL)n
 Voorkeurshand
 Sociale ondersteuning
 Comoroiditeit (tegelijkertijd een of meerder aandoeningen)n
 Motorisch en cognitief pre-existent functioneren
 Relevante medicatie
 Eventueel gegevens van partner en kinderen
 Bredere sociale omgeving en werk
 Ondersteuning/hulp door de omgeving
 Belangrijke vragen uit de casus halen
 Vas schaal/ psk
 Hulpvraag!!!

Hypothese
1.s Verstoorde sensioiliteit  gnostisch/ vitaal
2.s Verstoorde selectiviteit  fugl meyer
3.s Veranderd oeweegpatroon  10 meter looptest
4.s Verminderde spierkracht  motricity indext oiofet en mrc
5.s Verandering in de tonus  mast ooservatie actief en passief
6.s Verminderde UHV  6 min wandeltest
7.s Transfers
8.s Mooiliteit  tps
9.s Evenwicht (Verhoogd valrisico)n oos t truck control test

Onderzoek
Inspectie in rust:
 Patiënt in zijn onderoroek staan of sportoroekje
 Zijn eigen houding laten aan houden
 Je vertelt dat je glooaal gaat kijken

,  Je vertelt aan de patiënt waar je naar kijkt  zodat hij zich niet schaamt  houd
contact met de hem

Kijkt naar:
Dorsaalt 2x lateraal en ventraal
Let op:
 Stand  Balans 
 Hoe staat de patient
Anatomische stand aan houden  10 cm tussen de voeten (vuist georuiken)n

Inspectie in gang:
Verschillende positie aannemen zodat je het goed kan zien
Gangpatroon analyserent afwikkeling voet en armzwaai
 heel strike  foot flat heel of  toe of
 Pas lengte
 Volledige steun
 Snelheid
 Pijn
 Symmetrie
 Balans  compensatie

Functionele inspectie:
Leten op adl leven.s oordt er in de anamnese een oepaalde houding aangegeven waar de
patiënt last van heef doe deze dan testen
1. Van ruglig naar zijlig
- Vraag de patiënt of hij/zij dit wil voordoen
- Liefst over niet aangedane zijde  vaak pijnlijker (staat het oet zo dan moet het)n
- Bij niet paretische kant: arm over de andere leggent oeen kromt andere gaat mee.s
2. Van zijlig naar zit
- Vraag eerst aan de patient of hij dit al kan
- Faciliteer daar waar nodig is
- Aan de aangedane kant
3. Van zit naar stand
- De heupen eerst naar vorent naar de rand van de stoel.s
- Voeten iets dichteroij
- Faciliteer waar nodig is.s
- Niet aangedane voet iets meer naar achtert aangedane iets meer naar voren.s
4. Transfer over gezonde beendraaien
- Ondersteunen aan de aangedane kant goede kant naast de oank
5. Lopen
- Voor veiligheid oeginnen tussen 2 oanken
- Dan 1 oanktleuning of vierpoot met niet aangedane zijde

Toelichtng
Het ooserveren van de oeweging geef antwoord op twee vragen:
1.s Is de oeweging veilig of niet?