Leerdoelen interculturele communicatie
1. De student kan het begrip cultuur definiëren.
Cultuur: normen, waarden, tradities, gewoonten, taal, symbolen en andere gedeelde kenmerken
die een groep mensen gemeenschappelijk heeft en die worden overgedragen van generatie op
generatie. Cultuur beïnvloedt de manier waarop mensen denken, handelen, communiceren en
zichzelf zien in de wereld, en het vormt de basis van sociale identiteit en groepstrots. Cultuur kan
op verschillende niveaus worden bekeken zoals nationaal, regionaal, religieus, etnisch of zelfs op
basis van beroep of levensstijl.
2. De student kan culturen beschrijven door toepassing van het Uimodel.
Het Uimodel is een model dat wordt gebruikt om culturen te beschrijven op basis van drie
niveaus: tastbare zaken, normen & waarden en basiswaarden.
1. De buitenste of zichtbare laag van een cultuur noemen we de tastbare zaken.
2. De tweede laag noemen we normen en waarden. Dit zijn geschreven en ongeschreven
standaarden voor correct en gewenst gedrag.
3. De derde en diepste laag zijn de basiswaarden. Deze zijn abstract en onzichtbaar.
Om culturen te beschrijven aan de hand van het Uimodel moet je kijken naar de manier waarop
de verschillende niveaus in een specifieke cultuur elkaar beïnvloeden en hoe deze niveaus zich
verhouden tot andere culturen. Door het begrijpen van deze drie niveaus kan men de
complexiteit en diversiteit van culturen begrijpen en beter communiceren en samenwerken met
mensen uit verschillende culturen.
3. De student is zich bewust van de invloed die culturele verschillen hebben op communicatie en
kan gebruik maken van verschillende communicatiestijlen.
Er zijn verschillende communicatiestijlen, zoals:
Directe communicatiestijl: deze stijl wordt vaak gebruikt in westerse culturen, waarbij de
boodschap rechtstreeks en onomwonden wordt gecommuniceerd zonder veel indirecte taal.
Indirecte communicatiestijl: deze stijl wordt vaak gebruikt in oosterse culturen, waarbij de
boodschap op subtiele en indirecte wijze wordt gecommuniceerd door middel van non-
verbale signalen of impliciete taal.
Formele communicatiestijl: deze stijl wordt gebruikt in professionele en zakelijke situaties,
waarbij de communicatie beleefd en professioneel is met een nadruk op correcte
grammatica en woordkeuze.
Informele communicatiestijl: deze stijl wordt gebruikt in sociale situaties, waarbij de
communicatie informeel en ontspannen is, met een nadruk op informeel taalgebruik en
informele gedragingen.
Het begrijpen van deze verschillen is belangrijk om effectief te communiceren met mensen uit
andere culturenl. Misverstanden kunnen ontstaan als gevolg van culturele verschillen in
communicatiestijl, zoals het niet begrijpen van impliciete taal of non-verbale signalen. Het
aanpassen van communicatiestijlen aan de cultuur van de gesprekspartner kan helpen bij het
overbruggen van culturele verschillen en het opbouwen van effectieve communicatie.
1. De student kan het begrip cultuur definiëren.
Cultuur: normen, waarden, tradities, gewoonten, taal, symbolen en andere gedeelde kenmerken
die een groep mensen gemeenschappelijk heeft en die worden overgedragen van generatie op
generatie. Cultuur beïnvloedt de manier waarop mensen denken, handelen, communiceren en
zichzelf zien in de wereld, en het vormt de basis van sociale identiteit en groepstrots. Cultuur kan
op verschillende niveaus worden bekeken zoals nationaal, regionaal, religieus, etnisch of zelfs op
basis van beroep of levensstijl.
2. De student kan culturen beschrijven door toepassing van het Uimodel.
Het Uimodel is een model dat wordt gebruikt om culturen te beschrijven op basis van drie
niveaus: tastbare zaken, normen & waarden en basiswaarden.
1. De buitenste of zichtbare laag van een cultuur noemen we de tastbare zaken.
2. De tweede laag noemen we normen en waarden. Dit zijn geschreven en ongeschreven
standaarden voor correct en gewenst gedrag.
3. De derde en diepste laag zijn de basiswaarden. Deze zijn abstract en onzichtbaar.
Om culturen te beschrijven aan de hand van het Uimodel moet je kijken naar de manier waarop
de verschillende niveaus in een specifieke cultuur elkaar beïnvloeden en hoe deze niveaus zich
verhouden tot andere culturen. Door het begrijpen van deze drie niveaus kan men de
complexiteit en diversiteit van culturen begrijpen en beter communiceren en samenwerken met
mensen uit verschillende culturen.
3. De student is zich bewust van de invloed die culturele verschillen hebben op communicatie en
kan gebruik maken van verschillende communicatiestijlen.
Er zijn verschillende communicatiestijlen, zoals:
Directe communicatiestijl: deze stijl wordt vaak gebruikt in westerse culturen, waarbij de
boodschap rechtstreeks en onomwonden wordt gecommuniceerd zonder veel indirecte taal.
Indirecte communicatiestijl: deze stijl wordt vaak gebruikt in oosterse culturen, waarbij de
boodschap op subtiele en indirecte wijze wordt gecommuniceerd door middel van non-
verbale signalen of impliciete taal.
Formele communicatiestijl: deze stijl wordt gebruikt in professionele en zakelijke situaties,
waarbij de communicatie beleefd en professioneel is met een nadruk op correcte
grammatica en woordkeuze.
Informele communicatiestijl: deze stijl wordt gebruikt in sociale situaties, waarbij de
communicatie informeel en ontspannen is, met een nadruk op informeel taalgebruik en
informele gedragingen.
Het begrijpen van deze verschillen is belangrijk om effectief te communiceren met mensen uit
andere culturenl. Misverstanden kunnen ontstaan als gevolg van culturele verschillen in
communicatiestijl, zoals het niet begrijpen van impliciete taal of non-verbale signalen. Het
aanpassen van communicatiestijlen aan de cultuur van de gesprekspartner kan helpen bij het
overbruggen van culturele verschillen en het opbouwen van effectieve communicatie.