Bloedsomloop:
Deel 7: HARTZIEKTEN
TC 7A: CORONAIR LIJDEN 7
TC 7B: HYPERTENSIE 9
TC 7C: HARTFALEN 11
TC 7D & E: KLEPLIJDEN EN ENDOCARDITIS 13
TC 7F: PERICARD EN PRIMAIRE MYOCARDAANDOENINGEN 15
TC 7G: CONGENITALE HARTAFWIJKINGEN 17
1. HET NORMALE HART 17
2. MALPOSITIE EN MALCONNECTIE 19
2.1. POSITIE 19
2.2. SITUS 19
2.3. DETECTIE 20
2.4. CONNECTIE 20
2.5. POSITIE VAN DE GROTE VATEN 21
3. NIET-CYANOGENE HARTVITIA 23
3.1. NCV MET LINKS-RECHTS SHUNT 23
3.2. NCV MET LINKER HARTOBSTRUCTIE 33
3.3. NC LETSELS MET RECHTER HARTAFWIJKINGEN 38
4. CYANOGENE HARTVITIA 40
4.1. CV MET VERMINDERD PULMONAAL DEBIET 40
4.2. CV MET TOEGENOMEN PULMONAAL DEBIET 44
4.3. VITIA MET GEMEENSCHAPPELIJKE MIXING 46
5. FONTAN CIRCULATIE 47
6. EISENMENGER SYNDROOM 48
TC 8: CARDIOCHIRURGIE 49
1. ISCHEMISCH HARTLIJDEN: CORONAIRE ATHEROMATOSE 49
1
,1.1. INLEIDING TOT DE CORONAROGRAFIE 49
1.2. DIAGNOSE 50
1.3. BEHANDELING 52
2. KUNSTHART 58
2.1. VEREISTE PLAATSEN KUNSTHART 58
2.2. WERKING VAN HET KUNSTHART 59
2.3. TOEPASSINGEN 60
2.4. EXTRA CORPORIËLE MEMBRAAN OXYGENATIE (ECMO) 60
3. TOEGANGSWEGEN 61
4. KLEPCHIRURGIE 61
4.1. KLEPANATOMIE 61
4.2. OORZAKEN KLEPLIJDEN 62
4.3. VORMEN VAN KLEPLIJDEN 64
4.4. INCIDENTIE KLEPAANTASTING 65
4.5. BEHANDELING VAN KLEPLIJDEN 66
5. HARTFALEN 70
5.1. MECHANISCHE ONDERSTEUNING 70
6. AORTAKLEPPATHOLOGIE – ANEURYSMA AORTA ASCENDENS 72
6.1. AORTA DISSECTIE 72
7. PERICARDPATHOLOGIE 73
7.1. ACUTE TAMPONADE 73
7.2. CHRONISCH OBSTRUCTIEVE PERICARDITIS 73
8. CARDIALE TUMOREN 74
8.1. MYXOMA 74
8.2. PAPILLAIR FIBRO-ELASTOOM 74
8.3. TERATOMA 75
8.4. SARCOMA 75
KC 7A: CORONAIRE ATHEROMATOSE PATIENT 77
1. ACUUT CORONAIR SYNDROOM (ACS): FLOW & FARMACOLOGISCHE STRATEGIE 77
1.1. STABIELE CAD 78
1.2. SPECTRUM VAN ACS 79
1.3. TYPE 2 MYOCARDINFARCT 84
2. NIET-INVASIEVE TESTING VOOR VERMOEDEN VAN CAD 85
2.1. INSPANNINGSTEST MET ECG 85
2.2. MIBI SCAN 85
2
,2.3. CORONAIRE CT 85
3. PERCUTANE CORONAIRE INTERVENTIE (PCI) 86
3.1. IN-STENT RESTENOSIS 86
3.2. CORONARY STENT TROMBOSIS 86
3.3. DRUG ELUTING STENT 87
4. DUUR VAN DUAL ANTI-PLATELET THERAPIE (DAPT) NA PCI 88
4.1. DE VERSCHILLENDE SOORTEN THERAPIEËN 88
4.2. BLOEDING EN MORTALITEIT 90
4.3. SWITCHEN 91
5. COMBINATIE VAN ANTICO & ANTIPLAATJES THERAPIE 92
5.1. BLOEDING IN DE WOEST TRIAL (DUAL VS TRIPLE THERAPY IN OAC/PCI PATIENTEN 92
KC 7B: SYNCOPE EN HARTKLOPPINGEN 95
1. WAT IS EEN SYNCOPE? 95
2. PALPITATIES 102
3. CASUS 1 103
4. CASUS 2 105
5. CASUS 3 107
6. CASUS 4 109
7. CASUS 5 109
KC 7C: CARDIOCHIRURGISCH PROCES 111
KC 7D: GEVORDERD HARTFALEN EN HARTTRANSPLANTATIE 113
1. CASUSSEN 113
1.1. CASUS 1 113
1.2. CASUS 2 115
2. DEFINITIES 117
3. BEHANDELING 118
3.1. ACUTE BEHANDELING 118
3.2. CHRONISCHE BEHANDELING 118
KC 7E: ZWANGERSCHAP EN HARTZIEKTEN 119
1. PREVALENTIE HARTZIEKTEN TIJDENS DE ZWANGERSCHAP 119
2. HARTFALEN TIJDENS DE ZWANGERSCHAP 119
3
,3. HEMODYNAMISCHE VERANDERING TIJDENS DE ZWANGERSCHAP 120
4. MATERNEEL RISICO 121
5. RISICO I.F.V. LETSEL 122
5.1. WHO KLASSEN EN RISICO 122
5.2. PREDICTOREN VAN MATERNELE EN NEONATALE EVENTS 123
5.3. HOOG RISICOSITUATIES: MARFAN SYNDROOM 123
6. AANDACHTSPUNTEN 125
6.1. PRECONCEPTIE COUNSELING 125
6.2. PRAKTISCHE KANT 125
6.3. MEDICATIE TIJDENS DE ZWANGERSCHAP 125
6.4. BEVALLING 128
7. CASUSSEN 129
7.1. CASUS 1 129
7.2. CASUS 2 129
7.3. CASUS 3 129
7.4. CASUS 4 130
7.5. CASUS 5 130
KC 7F: SPORT EN HARTZIEKTEN (ANNULATIE) 131
KCG: INFECTUEUZE ENDOCARDITIS (IE) 133
1. AHA EN ESC RICHTLIJNEN IN 2015 VOOR PATIENTEN MET INFECTUEUZE ENDOCARDITITIS 133
2. DIAGNOSE IE 134
2.1. PET/CT IN IE 134
2.2. MRI (ANGIOGRAFIE) HERSENEN 135
2.3. PERSISTENTE POSITIEVE HEMOCULTUREN 135
3. KUNSTKLEP ENDOCARDITIS 136
4. COMPLICATIES VAN IE 137
4.1. ABCES 137
4.2. MORTALITEIT 138
5. BEHANDELING 139
5.1. AB BEHANDELING 139
5.2. ANTI-PLAATJES MEDICATIE EN ANTICO 140
5.3. CARDIALE HEELKUNDE 140
5.4. OUTPATIENT PARENTAL ANTIMICROBIAL THERAPY (OPAT) 141
5.5. PREVENTIE VAN ENDOCARDITIS 142
4
,6. BESLUIT 144
7. CASUSSEN 145
7.1. CASUS 1 145
7.2. CASUS 2 147
KC 7H: KLEPGERUIS 149
1. ANATOMIE HARTKLEPPEN 149
2. CASUS 1 149
3. AORTAKLEPSTENOSE 152
4. AORTAKLEP INSUFFICIËNTIE 153
5. MITRAALKLEP STENOSE 154
6. MITRAALKLEPINSUFFICIENTIE 155
7. TRICUSPIED KLEP STENOSE & INSUFFIËNTIE 156
8. BEHANDELING 157
KC7AA: HARTFALEN PATIENT – HFREF EN HFPEF 163
1. DIAGNOSE HF 163
2. HEMODYNAMICA EN PATHOFYSIOLOGIE 163
3. SYMPTOMATOLOGIE & KLINISCH BEELD 168
4. BEHANDELING 170
5. CASUSBESPREKING 171
KC7BB: (KUNST)KLEPPATIENT/ENDOCARDITIS 173
KC7CC: POSTOPERATIEVE CARDIALE PATIENT 175
5
,6
, TC 7a: Coronair lijden
Print hier de slides met notities onder en voeg toe
ð Naam ppt: TC7a SJ coronair lijden
ð Mapje 7
ð Blokwijzer: p9-28
(de rest van dit hoofdstuk hoort bij
cardiochirurgie)
7
,8
, TC 7b: Hypertensie
Print hier de slides met notities onder en voeg toe
ð Naam ppt: TC7b SJ hypertensie
ð Mapje 7
ð Blokwijzer: p37-43
9
, 10
Deel 7: HARTZIEKTEN
TC 7A: CORONAIR LIJDEN 7
TC 7B: HYPERTENSIE 9
TC 7C: HARTFALEN 11
TC 7D & E: KLEPLIJDEN EN ENDOCARDITIS 13
TC 7F: PERICARD EN PRIMAIRE MYOCARDAANDOENINGEN 15
TC 7G: CONGENITALE HARTAFWIJKINGEN 17
1. HET NORMALE HART 17
2. MALPOSITIE EN MALCONNECTIE 19
2.1. POSITIE 19
2.2. SITUS 19
2.3. DETECTIE 20
2.4. CONNECTIE 20
2.5. POSITIE VAN DE GROTE VATEN 21
3. NIET-CYANOGENE HARTVITIA 23
3.1. NCV MET LINKS-RECHTS SHUNT 23
3.2. NCV MET LINKER HARTOBSTRUCTIE 33
3.3. NC LETSELS MET RECHTER HARTAFWIJKINGEN 38
4. CYANOGENE HARTVITIA 40
4.1. CV MET VERMINDERD PULMONAAL DEBIET 40
4.2. CV MET TOEGENOMEN PULMONAAL DEBIET 44
4.3. VITIA MET GEMEENSCHAPPELIJKE MIXING 46
5. FONTAN CIRCULATIE 47
6. EISENMENGER SYNDROOM 48
TC 8: CARDIOCHIRURGIE 49
1. ISCHEMISCH HARTLIJDEN: CORONAIRE ATHEROMATOSE 49
1
,1.1. INLEIDING TOT DE CORONAROGRAFIE 49
1.2. DIAGNOSE 50
1.3. BEHANDELING 52
2. KUNSTHART 58
2.1. VEREISTE PLAATSEN KUNSTHART 58
2.2. WERKING VAN HET KUNSTHART 59
2.3. TOEPASSINGEN 60
2.4. EXTRA CORPORIËLE MEMBRAAN OXYGENATIE (ECMO) 60
3. TOEGANGSWEGEN 61
4. KLEPCHIRURGIE 61
4.1. KLEPANATOMIE 61
4.2. OORZAKEN KLEPLIJDEN 62
4.3. VORMEN VAN KLEPLIJDEN 64
4.4. INCIDENTIE KLEPAANTASTING 65
4.5. BEHANDELING VAN KLEPLIJDEN 66
5. HARTFALEN 70
5.1. MECHANISCHE ONDERSTEUNING 70
6. AORTAKLEPPATHOLOGIE – ANEURYSMA AORTA ASCENDENS 72
6.1. AORTA DISSECTIE 72
7. PERICARDPATHOLOGIE 73
7.1. ACUTE TAMPONADE 73
7.2. CHRONISCH OBSTRUCTIEVE PERICARDITIS 73
8. CARDIALE TUMOREN 74
8.1. MYXOMA 74
8.2. PAPILLAIR FIBRO-ELASTOOM 74
8.3. TERATOMA 75
8.4. SARCOMA 75
KC 7A: CORONAIRE ATHEROMATOSE PATIENT 77
1. ACUUT CORONAIR SYNDROOM (ACS): FLOW & FARMACOLOGISCHE STRATEGIE 77
1.1. STABIELE CAD 78
1.2. SPECTRUM VAN ACS 79
1.3. TYPE 2 MYOCARDINFARCT 84
2. NIET-INVASIEVE TESTING VOOR VERMOEDEN VAN CAD 85
2.1. INSPANNINGSTEST MET ECG 85
2.2. MIBI SCAN 85
2
,2.3. CORONAIRE CT 85
3. PERCUTANE CORONAIRE INTERVENTIE (PCI) 86
3.1. IN-STENT RESTENOSIS 86
3.2. CORONARY STENT TROMBOSIS 86
3.3. DRUG ELUTING STENT 87
4. DUUR VAN DUAL ANTI-PLATELET THERAPIE (DAPT) NA PCI 88
4.1. DE VERSCHILLENDE SOORTEN THERAPIEËN 88
4.2. BLOEDING EN MORTALITEIT 90
4.3. SWITCHEN 91
5. COMBINATIE VAN ANTICO & ANTIPLAATJES THERAPIE 92
5.1. BLOEDING IN DE WOEST TRIAL (DUAL VS TRIPLE THERAPY IN OAC/PCI PATIENTEN 92
KC 7B: SYNCOPE EN HARTKLOPPINGEN 95
1. WAT IS EEN SYNCOPE? 95
2. PALPITATIES 102
3. CASUS 1 103
4. CASUS 2 105
5. CASUS 3 107
6. CASUS 4 109
7. CASUS 5 109
KC 7C: CARDIOCHIRURGISCH PROCES 111
KC 7D: GEVORDERD HARTFALEN EN HARTTRANSPLANTATIE 113
1. CASUSSEN 113
1.1. CASUS 1 113
1.2. CASUS 2 115
2. DEFINITIES 117
3. BEHANDELING 118
3.1. ACUTE BEHANDELING 118
3.2. CHRONISCHE BEHANDELING 118
KC 7E: ZWANGERSCHAP EN HARTZIEKTEN 119
1. PREVALENTIE HARTZIEKTEN TIJDENS DE ZWANGERSCHAP 119
2. HARTFALEN TIJDENS DE ZWANGERSCHAP 119
3
,3. HEMODYNAMISCHE VERANDERING TIJDENS DE ZWANGERSCHAP 120
4. MATERNEEL RISICO 121
5. RISICO I.F.V. LETSEL 122
5.1. WHO KLASSEN EN RISICO 122
5.2. PREDICTOREN VAN MATERNELE EN NEONATALE EVENTS 123
5.3. HOOG RISICOSITUATIES: MARFAN SYNDROOM 123
6. AANDACHTSPUNTEN 125
6.1. PRECONCEPTIE COUNSELING 125
6.2. PRAKTISCHE KANT 125
6.3. MEDICATIE TIJDENS DE ZWANGERSCHAP 125
6.4. BEVALLING 128
7. CASUSSEN 129
7.1. CASUS 1 129
7.2. CASUS 2 129
7.3. CASUS 3 129
7.4. CASUS 4 130
7.5. CASUS 5 130
KC 7F: SPORT EN HARTZIEKTEN (ANNULATIE) 131
KCG: INFECTUEUZE ENDOCARDITIS (IE) 133
1. AHA EN ESC RICHTLIJNEN IN 2015 VOOR PATIENTEN MET INFECTUEUZE ENDOCARDITITIS 133
2. DIAGNOSE IE 134
2.1. PET/CT IN IE 134
2.2. MRI (ANGIOGRAFIE) HERSENEN 135
2.3. PERSISTENTE POSITIEVE HEMOCULTUREN 135
3. KUNSTKLEP ENDOCARDITIS 136
4. COMPLICATIES VAN IE 137
4.1. ABCES 137
4.2. MORTALITEIT 138
5. BEHANDELING 139
5.1. AB BEHANDELING 139
5.2. ANTI-PLAATJES MEDICATIE EN ANTICO 140
5.3. CARDIALE HEELKUNDE 140
5.4. OUTPATIENT PARENTAL ANTIMICROBIAL THERAPY (OPAT) 141
5.5. PREVENTIE VAN ENDOCARDITIS 142
4
,6. BESLUIT 144
7. CASUSSEN 145
7.1. CASUS 1 145
7.2. CASUS 2 147
KC 7H: KLEPGERUIS 149
1. ANATOMIE HARTKLEPPEN 149
2. CASUS 1 149
3. AORTAKLEPSTENOSE 152
4. AORTAKLEP INSUFFICIËNTIE 153
5. MITRAALKLEP STENOSE 154
6. MITRAALKLEPINSUFFICIENTIE 155
7. TRICUSPIED KLEP STENOSE & INSUFFIËNTIE 156
8. BEHANDELING 157
KC7AA: HARTFALEN PATIENT – HFREF EN HFPEF 163
1. DIAGNOSE HF 163
2. HEMODYNAMICA EN PATHOFYSIOLOGIE 163
3. SYMPTOMATOLOGIE & KLINISCH BEELD 168
4. BEHANDELING 170
5. CASUSBESPREKING 171
KC7BB: (KUNST)KLEPPATIENT/ENDOCARDITIS 173
KC7CC: POSTOPERATIEVE CARDIALE PATIENT 175
5
,6
, TC 7a: Coronair lijden
Print hier de slides met notities onder en voeg toe
ð Naam ppt: TC7a SJ coronair lijden
ð Mapje 7
ð Blokwijzer: p9-28
(de rest van dit hoofdstuk hoort bij
cardiochirurgie)
7
,8
, TC 7b: Hypertensie
Print hier de slides met notities onder en voeg toe
ð Naam ppt: TC7b SJ hypertensie
ð Mapje 7
ð Blokwijzer: p37-43
9
, 10
