Samenvatting Rassenleer Hond - groep 1: herders en bouviers

groep 1 hond herdershonden en bouviers



GROEP 1 – herdershonden en bouviers (schapenhoeders
en veedrijvers)

1.1 Bouviers (Belgische origine)
Veedrijvers: Karakter veedrijvers:
 Werken met koeien & paarden  Sterk gebonden aan eigen mens & dier
 Minder pijngevoelig (schoppen)  Terughoudend naar vreemden
 Hardere honden (koe niet bang  Waaks & bereid om roedel te verdedigen
van hond)  Zelfstandig & onafhankelijk & doorzetter
 Werkt zelfstandig → minder  Neiging achter bewegende voorwerpen
comandogevoelig dan Herder
Vlaamse Koehond (Bouvier de Flandres)
 België
 Sh: 60 – 69 cm
 Zwart, grijs, geen blond
 Ruw & warrelig (niet gekruld), dichte bovenvacht,
baard & snor
 Weinig stop, lage sprongen, korte lenden, krachtig

Bouvier des Ardennes
 België
 Sh: 60 cm
 Veedrijvershond
 Zeldzaam voorkomen
 Ruw & streng voorkomen



Australische veedrijver
 Australië
 Blauwschimmel, roodschimmel
 Korte vacht
 Intelligent, werkwillig



1.2 Herdershonden
 Oorspronkelijk doel: kudden beschermen & begeleiden
1.2.1 België
Grote veelzijdige herdershonden (oa waak & verdedigingshond, politiehond)
 Sh: 56 – 66 cm
 Bouw: fijn & lang hoofd fier gedragen, oren driehoekig & hoog aangezet & rechtop
gedragen, hoog gehouden hals & spronghoek groot, in rust staart omlaag gedragen




1

, groep 1 hond herdershonden en bouviers


Groenendaal
 Zwart
 Lang stokhaar, glanzend, lang, dik (korte beharing op
aanzicht)




Tervuren (Tervurense Herdershond)
 Vaalgele & goudkleurige vacht, zwart masker
 Lang stokhaar (korte beharing op aanzicht)




Mechelaar
 Vaalgeel & donkere schijn, zwart masker gewenst
 Kort stokharig, zeer korte beharing op hoofd &
buitenzijde oren & onderste benen
 Veel fysieke eigenschappen Duitse Herder → kleiner
& lichter, stevig, niet ruw/grof


Lakense Herder
 Goudachtig wildkleurig
 Lang & ruw haar, warrig uitzicht, op ook aanzicht
 Baard & snor, snuit & staart iets donker gevlamd




Schipperke
 Sh: 25 – 30 cm
 Zwart
 Korte beharing, sterk behaarde staart, opgekruld
 Vosachtig hoofd, breed & versmalt bij ogen, smaller
toelopende snuit, driehoekige oren, vierkant lichaam




1.2.2 Duitsland
Duitse Herder
 Sh: 55 – 65 cm
 Zwart, ijzergrauw, askleur (eenkleurig / met
regelmatige bruine, gele, witte aftekeningen / met
mantel), wolfskleur
 Kort stokharig (gewenst) / langstokharig (hoofd &
oren lang behaard) / langharig (niet weersbestendig)

2