MUVO 1 SCHRIFTELIJK EXAMEN
De 4 essentiële elementen van het muzische opnoemen en aanduiden in
een casus.
1) Impressie (beschouwen)
In muzische activiteiten doe je beroep op de beleving van de leerlingen.
Ervaring (vb. museumbezoek)
Emoties (vb. dreigende muziek)
Idee (vb. recyclage)
Verbeelding (vb. fantasiewezens)
Iets dat opgeroepen wordt (vb. hoe zou het bewegen?)
Hoe meer indrukken, hoe sterker de inspiratie gerichte vragen stellen!
2) Expressie (creëren)
In muzische activiteiten moeten de leerlingen een kans krijgen om zich te uiten.
De leerkracht moet ruimte inbouwen zodat de leerlingen kunnen experimenteren
en exploreren verruimen van uitdrukkingsmogelijkheden
3) Bouwstenen van de domeinen
In muzische activiteiten moeten de leerlingen gebruik maken van de muzische
talen.
Elk muzisch domein heeft zijn eigen bouwsteen en begrippen leerlingen
moeten hiermee in contact komen!
4) Link met de kunsten
In muzische activiteiten moeten de leerlingen in contact komen met de
kustwereld.
Leerlingen kunnen zich laten inspireren door kunstproducten bewust worden
van eigen wereld + vorm geven aan hun eigen wereld
De 4 hefbomen om het creatief quotiënt te stimuleren aanduiden in een
casus/ illustreren.
1) Wat is het creatief quotiënt?
Het CQ verwijst naar de mate waarin je je vermogen tot creativiteit gebruikt
bagage aan creativiteit waarover iedereen beschikt.
Het CQ kan gestimuleerd worden en verder tot ontwikkeling worden gebracht
door een goed opgebouwd muzisch proces.
, 1) Zintuigelijk waarnemen: via zintuigelijk waarnemen richten we de
aandacht, de leerlingen worden uitgedaagd om bewust(er) om te gaan
met hun zintuigen via opdrachten, vragen en uitwisselmomenten
2) Creatief denken: verwondering en nieuwsgierigheid aanzetten tot
nieuwe ontdekkingen (samen denken, fantaseren en filosoferen)
3) Ongeremd experimenteren: spelen met materialen en technische mogelijk,
improvisatie (geen enkele impuls is fout), spontaniteit
4) Vormgeven: expressie en afwerking
De volgorde van deze vier hefbomen ligt niet vast! Alleen moet het vormgeven
een keer als eerste worden geplaatst, nadien zijn alle mogelijke combo’s nodig
en kunnen er sommige hefbomen meerdere keren aan bod komen.
Stelling met betrekking tot de vraat wat is muzische vorming (wat is
muzische vorming niet) onderbouwen/beargumenteren.
1) Wat is muzische vorming?
De term muzisch de negen muzen (Griekse Godinnen) van kunst en
wetenschap
Muzisch werken is je eigen beleving (impressie) tot uitdrukking brengen
(expressie) met behulp van de taal van de kunsten (de domeinen + wereld van
de kunsten)
Goede muzische vorming aandacht voor creativiteit van de leerlingen + het
aan bod laten komen van de eigenheid van de kunsten door inzichten,
vaardigheden en attitudes + leerlingen laten kennismaken met de wereld van
kunst en cultuur
2) Wat is muzische vorming niet?
≠ muzikale vorming: slaat alleen op domein muziek, terwijl muzische vorming
een verzameling is voor drama, beeld, media, woord, dans en muziek)
≠ spelletjes doen, amuseren, momentje ontspanning: niet de essentie, vooral
leren (maar het leuk vinden is mooi meegenomen)
≠ technische training: geen doel, maar een middel
De 4 essentiële elementen van het muzische opnoemen en aanduiden in
een casus.
1) Impressie (beschouwen)
In muzische activiteiten doe je beroep op de beleving van de leerlingen.
Ervaring (vb. museumbezoek)
Emoties (vb. dreigende muziek)
Idee (vb. recyclage)
Verbeelding (vb. fantasiewezens)
Iets dat opgeroepen wordt (vb. hoe zou het bewegen?)
Hoe meer indrukken, hoe sterker de inspiratie gerichte vragen stellen!
2) Expressie (creëren)
In muzische activiteiten moeten de leerlingen een kans krijgen om zich te uiten.
De leerkracht moet ruimte inbouwen zodat de leerlingen kunnen experimenteren
en exploreren verruimen van uitdrukkingsmogelijkheden
3) Bouwstenen van de domeinen
In muzische activiteiten moeten de leerlingen gebruik maken van de muzische
talen.
Elk muzisch domein heeft zijn eigen bouwsteen en begrippen leerlingen
moeten hiermee in contact komen!
4) Link met de kunsten
In muzische activiteiten moeten de leerlingen in contact komen met de
kustwereld.
Leerlingen kunnen zich laten inspireren door kunstproducten bewust worden
van eigen wereld + vorm geven aan hun eigen wereld
De 4 hefbomen om het creatief quotiënt te stimuleren aanduiden in een
casus/ illustreren.
1) Wat is het creatief quotiënt?
Het CQ verwijst naar de mate waarin je je vermogen tot creativiteit gebruikt
bagage aan creativiteit waarover iedereen beschikt.
Het CQ kan gestimuleerd worden en verder tot ontwikkeling worden gebracht
door een goed opgebouwd muzisch proces.
, 1) Zintuigelijk waarnemen: via zintuigelijk waarnemen richten we de
aandacht, de leerlingen worden uitgedaagd om bewust(er) om te gaan
met hun zintuigen via opdrachten, vragen en uitwisselmomenten
2) Creatief denken: verwondering en nieuwsgierigheid aanzetten tot
nieuwe ontdekkingen (samen denken, fantaseren en filosoferen)
3) Ongeremd experimenteren: spelen met materialen en technische mogelijk,
improvisatie (geen enkele impuls is fout), spontaniteit
4) Vormgeven: expressie en afwerking
De volgorde van deze vier hefbomen ligt niet vast! Alleen moet het vormgeven
een keer als eerste worden geplaatst, nadien zijn alle mogelijke combo’s nodig
en kunnen er sommige hefbomen meerdere keren aan bod komen.
Stelling met betrekking tot de vraat wat is muzische vorming (wat is
muzische vorming niet) onderbouwen/beargumenteren.
1) Wat is muzische vorming?
De term muzisch de negen muzen (Griekse Godinnen) van kunst en
wetenschap
Muzisch werken is je eigen beleving (impressie) tot uitdrukking brengen
(expressie) met behulp van de taal van de kunsten (de domeinen + wereld van
de kunsten)
Goede muzische vorming aandacht voor creativiteit van de leerlingen + het
aan bod laten komen van de eigenheid van de kunsten door inzichten,
vaardigheden en attitudes + leerlingen laten kennismaken met de wereld van
kunst en cultuur
2) Wat is muzische vorming niet?
≠ muzikale vorming: slaat alleen op domein muziek, terwijl muzische vorming
een verzameling is voor drama, beeld, media, woord, dans en muziek)
≠ spelletjes doen, amuseren, momentje ontspanning: niet de essentie, vooral
leren (maar het leuk vinden is mooi meegenomen)
≠ technische training: geen doel, maar een middel
