Hoorcolleges Management en Organisatie 2.2
Hoorcollege 1 – Inleiding in de M&O
Inleiding
Een organisatie is een doelgericht samenwerkingsverband. Aantal mensen werken
samen om een doel te bereiken. Doelgericht is niet het behalen van het doel.
Effectief Doeltreffend.
ZZP-er Zelfstandige zonder personeel.
PDCA-cyclus Plan (Opstellen) Doe (Uitvoeren) Check (Evalueren) Act (bijstellen).
Onderscheid beleid voor de dagelijkse praktijk op de werkvloer en het beleid als
strategie voor de organisatie in de samenleving.
Gezin als organisatie
Doelen en wat moet je allemaal organiseren om die doelen te halen. School als
organisatie. De manier van werken in een sportclub kunnen verschillen Is het doel
ontspanning of prestatie. Dit maakt verschil in sfeer.
VB Supermarkt
Voor de supermarkt Jouw taken doen (zo snel en goedkoop mogelijk = efficiënt).
Voor jouw Geld verdienen.
Organisatie in verandering werkt aan 2 doelen. Het doel blijft hetzelfde, maar het
tweede doel wordt het werken aan de verandering.
Wat is een organisatie?
Een organisatie is een doelgericht samenwerkingsverband dat een product of dienst
voortbrengt met of zonder winstoogmerk.
Profit-organisatie Met het doel winstgevend te zijn.
Non-profit organisatie Met het doel voort te kunnen bestaan
(Case-) managementtaken en –processen
5 managementfuncties van Fayol
1. Plannen
2. Organiseren
3. Leidinggeven
4. Coördineren coördineren van werkzaamheden
5. Controleren Het controleren van het werk van de manager.
Driedeling Fayol
1. Interne afstemming Coördineren van bedrijfsprocessen, van
werkzaamheden van medewerkers.
2. Externe afstemming Afstemmen op de organisatieomgeving (Strategie).
, 3. Structureren Hoe de organigram in elkaar wordt gezet. Structuur geven aan
de organisatie door taken, functie en afdelingen te vormen:
organisatiestructuur/organigram.
Interne afstemming
Voorbeeld
Bestuurlijke processen HHS
Het primair proces Lesgeven
Secundaire processen Schone
gangen, kantine. Beveiliging.
Doorvoer
INPUT OUTPUT
(invoer) (uitvoer)
Throughput (doorvoer)
Functionele organisatie
Voor elke funtie/taak is een aparte afdeling.
Nadeel: Gaat ten koste van flexibiliteit. Van het kasjte naar de muur gestuurd worden.
Voordeel: Specialisten.
Product-organisatie (product-indelling)
Verdeling per product.
Voordeel: Problemen kunnen op eigen afdeling worden opgelost.
Nadeel: Stelt hogere eisen aan werknemers.
(Case-) management
Proces
Coördineren
Efficiëntie
Effectiviteit
Coördinatiemechanismen
Hoe meer je werknemers zelf laat doen hoe minder leidinggevende je nodig hebt.
Direct toezicht Ik ben de leidinggevende. Jij moet doet doen en jij moet dat
doen. Ik bepaal hoe het gebeurt en zorg voor de verdeling. Continu manager
nodig.
Hoorcollege 1 – Inleiding in de M&O
Inleiding
Een organisatie is een doelgericht samenwerkingsverband. Aantal mensen werken
samen om een doel te bereiken. Doelgericht is niet het behalen van het doel.
Effectief Doeltreffend.
ZZP-er Zelfstandige zonder personeel.
PDCA-cyclus Plan (Opstellen) Doe (Uitvoeren) Check (Evalueren) Act (bijstellen).
Onderscheid beleid voor de dagelijkse praktijk op de werkvloer en het beleid als
strategie voor de organisatie in de samenleving.
Gezin als organisatie
Doelen en wat moet je allemaal organiseren om die doelen te halen. School als
organisatie. De manier van werken in een sportclub kunnen verschillen Is het doel
ontspanning of prestatie. Dit maakt verschil in sfeer.
VB Supermarkt
Voor de supermarkt Jouw taken doen (zo snel en goedkoop mogelijk = efficiënt).
Voor jouw Geld verdienen.
Organisatie in verandering werkt aan 2 doelen. Het doel blijft hetzelfde, maar het
tweede doel wordt het werken aan de verandering.
Wat is een organisatie?
Een organisatie is een doelgericht samenwerkingsverband dat een product of dienst
voortbrengt met of zonder winstoogmerk.
Profit-organisatie Met het doel winstgevend te zijn.
Non-profit organisatie Met het doel voort te kunnen bestaan
(Case-) managementtaken en –processen
5 managementfuncties van Fayol
1. Plannen
2. Organiseren
3. Leidinggeven
4. Coördineren coördineren van werkzaamheden
5. Controleren Het controleren van het werk van de manager.
Driedeling Fayol
1. Interne afstemming Coördineren van bedrijfsprocessen, van
werkzaamheden van medewerkers.
2. Externe afstemming Afstemmen op de organisatieomgeving (Strategie).
, 3. Structureren Hoe de organigram in elkaar wordt gezet. Structuur geven aan
de organisatie door taken, functie en afdelingen te vormen:
organisatiestructuur/organigram.
Interne afstemming
Voorbeeld
Bestuurlijke processen HHS
Het primair proces Lesgeven
Secundaire processen Schone
gangen, kantine. Beveiliging.
Doorvoer
INPUT OUTPUT
(invoer) (uitvoer)
Throughput (doorvoer)
Functionele organisatie
Voor elke funtie/taak is een aparte afdeling.
Nadeel: Gaat ten koste van flexibiliteit. Van het kasjte naar de muur gestuurd worden.
Voordeel: Specialisten.
Product-organisatie (product-indelling)
Verdeling per product.
Voordeel: Problemen kunnen op eigen afdeling worden opgelost.
Nadeel: Stelt hogere eisen aan werknemers.
(Case-) management
Proces
Coördineren
Efficiëntie
Effectiviteit
Coördinatiemechanismen
Hoe meer je werknemers zelf laat doen hoe minder leidinggevende je nodig hebt.
Direct toezicht Ik ben de leidinggevende. Jij moet doet doen en jij moet dat
doen. Ik bepaal hoe het gebeurt en zorg voor de verdeling. Continu manager
nodig.