Samenvatting bio- en neuropsychologie
College 1 : de bouwstenen van het brein
Link tussen het brein en gedrag (beide kanten op: zowel als )
aandacht, werkgeheugen,
langetermijngeheugen, emoties,
motivatie, slaap etc.
Verschillende niveaus
1
,Basisbegrippen:
CNS = central nervous system = centrale zenuwstelsel (= CZ)
o brein
o ruggenmerg
PNS = peripheral nervous system = perifere zenuwstelsel (= PZ)
o kopzenuwen
o spinale zenuwen
o sympathetische - & parasympathetische zenuwcellen
dorsaal = brein vanaf bovenkant = lichaam vanaf achterkant = rugzijde
ventraal = brein vanaf onderkant / lichaam vanaf voorkant = buikzijde
anterior + rostraal = bovenkant van het zenuwstelsel (= brein vanaf voorkant)
posterior + caudaal = onderkant van het zenuwstelsel (= brein vanaf achterkant)
superior / superieur = boven iets anders
inferior / inferieur = onder iets anders
lateraal = naar een zijkant, weg van het midden
mediaal = naar het midden, weg van de zijkant
proximaal = dichtbij iets anders
distaal = verder weg van iets anders
ipsilateraal = aan dezelfde kant van het lichaam
controlateraal = aan de andere kant van het lichaam (dus bijv. linkerhersenhelft =
rechterdeel van het lichaam)
coronaal (= frontaal) = perspectief van voren / achteren
sagittaal vlak = perspectief van de zijkant
horizontaal (=transverse / axiaal) vlak = perspectief van boven / onder
Om bovenstaande makkelijker te kunnen begrijpen zie onderstaande afbeelding!
2
, Cellen van het zenuwstelsel
100 miljard (=billion) neuronen in de hersenen, gewicht van de hersenen: ± 1200 – 1400 gram
Neuronen Gliacellen (glia = lijm)
Communicatie = ontvangen en doorgeven van Stevigheid (lijm)
signalen conductie: myeline
informatieverwerking opruimen dode cellen
opruimen neurotransmitters
bescherming bloed-breinbarrière
voeding
volgorde: dendriet cellichaam axon (met myeline) presynaptisch neuron
celmembraan: begrenzing van het neuron, bestaat uit dubbele fosfolipidelaag (koppen van elkaar af)
en is semi-permeabel
Efferent neuron= zendende neuron = signaal gaat weg van het neuron (vErtrekkend / Er vanaf)
motorisch signaal = efferent
afferent = ontvangende neuron = signaal gaat naar neuron toe (Aankomend / nAArtoe )
sensorisch signaal = afferent
interneuron = neuron waarvan het axon en de dendrieten in een enkele structuur liggen
brein anatomie
Oefenvraag:
Purkinje cellen bevinden zich in:
A. primaire motorische cortex
B. de primaire visuele cortex
C. de basale ganglia
D. het cerebellum
3
, Brein Ruggenmerg
Witte stof (axonen) in het midden & grijze stof Grijze stof (cellichamen) in het midden & witte stof
(cellichamen) eromheen (axonen) eromheen
Bij MS-patiënt axonen zijn niet gemyeliniseerd, hierdoor gaat informatieverwerking minder snel
Grijze stof Witte stof
= cellichamen + synapsen Axonen met myeline (=myeline is vetachtige stof =
witte kleur, hierdoor “witte stof“) + zenuwbundels
(= verbindende vanen door heel het zenuwstelsel)
Verschillende soorten gliacellen
Cellen van Schwann Myeliniseren neuronen in het perifere zenuwstelsel
Olligondendrocyten myeliniseren neuronen in het centrale zenuwstelsel (kan meerdere axonen
tegelijkertijd myeliniseren)
Radiale glia Van belang bij de ontwikkeling van het brein: vormt een soort raster, dit raster
zorgt ervoor dat neuronen kunnen migreren naar een bepaalde locatie in het brein
Microglia Spelen een belangrijke rol bij de huishouding: “vuilnismannen van het brein”:
ruimen dode hersencellen op
Astrocyt Speelt een belangrijke rol bij voeding, kan voeding onttrekken uit bloedvaten en
vervolgens doorspelen aan neuronen + bijdrage op hoger cognitief niveau : ritmes
in het brein (stervormig)
bloed-breinbarrière
bloed-breinbarrière (aanwezig in alle bloedvaten in ons brein) ;
biedt bescherming van het CNS en tegen vreemde organismen en tegen chemische substanties +
virussen
1. voordeel: houdt brein vrij van gevaarlijke stoffen
2. nadeel: voedingsstoffen bereiken het brein minder makkelijk
regulatie hersenmetabolisme (= regulatie van energie)
Actief transport : glucose, aminozuren, purines, choline, vitamines en bepaalde ijzers
passief transport : zuurstof, koolstofdioxide en vet oplosbare stoffen
Zenuwimpulsen
Boodschappen tussen neuronen : elektrisch signaal chemisch signaal elektrisch signaal = alle
activiteit samen leidt – op hoger niveau – tot waarnemingen, gedachtes, gevoelens en handelingen
2 belangrijke processen die bijdrage aan het rustpotentiaal:
elektrisch gradiënt (in Volt) = energieverschil tussen een positief punt en een negatief punt, bij een
zenuwcel in rust = -70 mV
concentratie gradiënt (in mol/m3) =
in rust
natrium ionen worden door zowel elektrisch als chemisch gradiënt geprobeerde de cel in te krijgen
kaliumionen worden door concentratiegradiënt geprobeerde de cel uit te halen en door elektrisch
gradiënt geprobeerd de cel in te krijgen (houden)
natriumkaliumpomp
natrium: Na+ (in Engels: Sodium+) buiten de cel, worden door natrium-kaliumpomp de cel uit
gepompt
kalium: K+ (in Engels: Potassium+) binnen in de cel, worden door natrium-kaliumpomp de cel
in gepompt
chloride: Cl- buiten de cel
4
College 1 : de bouwstenen van het brein
Link tussen het brein en gedrag (beide kanten op: zowel als )
aandacht, werkgeheugen,
langetermijngeheugen, emoties,
motivatie, slaap etc.
Verschillende niveaus
1
,Basisbegrippen:
CNS = central nervous system = centrale zenuwstelsel (= CZ)
o brein
o ruggenmerg
PNS = peripheral nervous system = perifere zenuwstelsel (= PZ)
o kopzenuwen
o spinale zenuwen
o sympathetische - & parasympathetische zenuwcellen
dorsaal = brein vanaf bovenkant = lichaam vanaf achterkant = rugzijde
ventraal = brein vanaf onderkant / lichaam vanaf voorkant = buikzijde
anterior + rostraal = bovenkant van het zenuwstelsel (= brein vanaf voorkant)
posterior + caudaal = onderkant van het zenuwstelsel (= brein vanaf achterkant)
superior / superieur = boven iets anders
inferior / inferieur = onder iets anders
lateraal = naar een zijkant, weg van het midden
mediaal = naar het midden, weg van de zijkant
proximaal = dichtbij iets anders
distaal = verder weg van iets anders
ipsilateraal = aan dezelfde kant van het lichaam
controlateraal = aan de andere kant van het lichaam (dus bijv. linkerhersenhelft =
rechterdeel van het lichaam)
coronaal (= frontaal) = perspectief van voren / achteren
sagittaal vlak = perspectief van de zijkant
horizontaal (=transverse / axiaal) vlak = perspectief van boven / onder
Om bovenstaande makkelijker te kunnen begrijpen zie onderstaande afbeelding!
2
, Cellen van het zenuwstelsel
100 miljard (=billion) neuronen in de hersenen, gewicht van de hersenen: ± 1200 – 1400 gram
Neuronen Gliacellen (glia = lijm)
Communicatie = ontvangen en doorgeven van Stevigheid (lijm)
signalen conductie: myeline
informatieverwerking opruimen dode cellen
opruimen neurotransmitters
bescherming bloed-breinbarrière
voeding
volgorde: dendriet cellichaam axon (met myeline) presynaptisch neuron
celmembraan: begrenzing van het neuron, bestaat uit dubbele fosfolipidelaag (koppen van elkaar af)
en is semi-permeabel
Efferent neuron= zendende neuron = signaal gaat weg van het neuron (vErtrekkend / Er vanaf)
motorisch signaal = efferent
afferent = ontvangende neuron = signaal gaat naar neuron toe (Aankomend / nAArtoe )
sensorisch signaal = afferent
interneuron = neuron waarvan het axon en de dendrieten in een enkele structuur liggen
brein anatomie
Oefenvraag:
Purkinje cellen bevinden zich in:
A. primaire motorische cortex
B. de primaire visuele cortex
C. de basale ganglia
D. het cerebellum
3
, Brein Ruggenmerg
Witte stof (axonen) in het midden & grijze stof Grijze stof (cellichamen) in het midden & witte stof
(cellichamen) eromheen (axonen) eromheen
Bij MS-patiënt axonen zijn niet gemyeliniseerd, hierdoor gaat informatieverwerking minder snel
Grijze stof Witte stof
= cellichamen + synapsen Axonen met myeline (=myeline is vetachtige stof =
witte kleur, hierdoor “witte stof“) + zenuwbundels
(= verbindende vanen door heel het zenuwstelsel)
Verschillende soorten gliacellen
Cellen van Schwann Myeliniseren neuronen in het perifere zenuwstelsel
Olligondendrocyten myeliniseren neuronen in het centrale zenuwstelsel (kan meerdere axonen
tegelijkertijd myeliniseren)
Radiale glia Van belang bij de ontwikkeling van het brein: vormt een soort raster, dit raster
zorgt ervoor dat neuronen kunnen migreren naar een bepaalde locatie in het brein
Microglia Spelen een belangrijke rol bij de huishouding: “vuilnismannen van het brein”:
ruimen dode hersencellen op
Astrocyt Speelt een belangrijke rol bij voeding, kan voeding onttrekken uit bloedvaten en
vervolgens doorspelen aan neuronen + bijdrage op hoger cognitief niveau : ritmes
in het brein (stervormig)
bloed-breinbarrière
bloed-breinbarrière (aanwezig in alle bloedvaten in ons brein) ;
biedt bescherming van het CNS en tegen vreemde organismen en tegen chemische substanties +
virussen
1. voordeel: houdt brein vrij van gevaarlijke stoffen
2. nadeel: voedingsstoffen bereiken het brein minder makkelijk
regulatie hersenmetabolisme (= regulatie van energie)
Actief transport : glucose, aminozuren, purines, choline, vitamines en bepaalde ijzers
passief transport : zuurstof, koolstofdioxide en vet oplosbare stoffen
Zenuwimpulsen
Boodschappen tussen neuronen : elektrisch signaal chemisch signaal elektrisch signaal = alle
activiteit samen leidt – op hoger niveau – tot waarnemingen, gedachtes, gevoelens en handelingen
2 belangrijke processen die bijdrage aan het rustpotentiaal:
elektrisch gradiënt (in Volt) = energieverschil tussen een positief punt en een negatief punt, bij een
zenuwcel in rust = -70 mV
concentratie gradiënt (in mol/m3) =
in rust
natrium ionen worden door zowel elektrisch als chemisch gradiënt geprobeerde de cel in te krijgen
kaliumionen worden door concentratiegradiënt geprobeerde de cel uit te halen en door elektrisch
gradiënt geprobeerd de cel in te krijgen (houden)
natriumkaliumpomp
natrium: Na+ (in Engels: Sodium+) buiten de cel, worden door natrium-kaliumpomp de cel uit
gepompt
kalium: K+ (in Engels: Potassium+) binnen in de cel, worden door natrium-kaliumpomp de cel
in gepompt
chloride: Cl- buiten de cel
4