Samenvatting Bewegingsonderwijs in het speellokaal

Samenvatting Bewegingsonderwijs
Deel 1

2.3-bewegingsthema's

Bewegingsthema's geschikt voor kleuters:

Bewegingsthema Kenmerk Bewegingsuitdaging
Springen Met afzet loskomen van de Vergroten van het
grond zweefmoment
Balanceren Gaan of staan op een Nog net het evenwicht kunnen
smalle/instabiele ondergrond bewaren
Klimmen Verplaatsen van Zoeken naar voldoende
steunvlak/grijpvlak naar steunpunten
steunvlak/grijpvlak (boven de
grond)
Mikken Van afstand een doel met een Vaker raken van het doel
voorwerp raken
Jongleren Een voorwerp in beweging De controle over het voorwerp
houden door herhalend weg te doen toenemen
spelen en weer te vangen
Glijden Verplaatsen over een gladde Meer snelheid krijgen
ondergrond
Rijden Verplaatsen op rollend Kunnen beheersen van
materiaal, dit voertuig in snelheid, richting en balans
beweging brengen en houden
Bewegen op muziek (Voort)bewegen op een (Voort)bewegingen aanpassen
muzikaal ritme aan muzikale kenmerken zoals
tempo, ritme, accenten
Tikspelen Tikken van de lopers cq De loper cq de tikker te vlug af
ontsnappen aan de tikacties zijn
van de tikker
Over de kop gaan Inzitten van een draai, Controle krijgen over een
waardoor je over de kop gaat draaibeweging
Doelspelen Met een bal het doel van de Vaker scoren cq vaker de bal
tegenspeler raken cq kunnen stoppen
verdedigen van dit doel
Stoeien In direct contact komen met Omgaan met toenemend
een tegenspeler iets afpakken lichamelijk contact om zo de
cq verdedigen van het bezit tegenspeler uit balans te
van dit voorwerp brengen
Zwaaien Beweging oproepen door Omgaan met toenemend
gebruik te maken van een lichamelijk contact om zo de
slingerbeweging tegenspeler uit balans te
brengen
Acrobatiek Een gezamenlijke pose van Langer met elkaar de balans
balans aannemen en handhaven; nieuwe vormen
handhaven van balans proberen


Lesbedoelingen

, Per les komen steeds verschillende thema's aan de orde. Dat heeft diverse redenen. De belangrijkste
daarvan is, dat we zo de nodige variatie waarborgen.

Onder een bewegingsthema zijn vergelijkbare activiteiten verzameld. Een weloverwogen selectie
van activiteiten uit de verschillende bewegingsthema's stelt ons in staat om:

 Aansluiting te (blijven) vinden bij (veranderende) belangstelling en mogelijkheden van
kinderen
 Veelzijdigheid en continuïteit in de ontwikkeling van bewegingsgedrag na te streven

2.4 Organisatievormen

3 Basisvormen:

Klassikaal werken: alle kinderen doen mee met een door de leerkracht gestelde activiteit.

Klassikale instructie: Stap 1: de activiteit laten zien

Stap 2: de activiteit met een grotere groep spelen

Stap 3: de activiteit in kleinere groepjes spelen

Voordelen Nadelen
 De leerkracht heeft goed overzicht  Weinig eigen initiatief, niet zelfstandig
 Weinig complexe leiding  Alleen individuele begeleiding voor wie opvalt
 Efficiënt voor instructie  Soms lange wachttijden
 Duidelijk voor de kinderen  Meestal geringe variatie aan act
 Gezamenlijke sfeer  Beperkte differentiatie
 Meestal weinig klaarzetten  Wie iets niet goed doet valt erg op
Vrij werken: individueel kiezen de kinderen waar ze spelen.

Voordelen Nadelen
 Eenvoudige organisatie, binnen algemene  Moeilijk te begeleiden, als ieder kind persoonlijk
afspraken en regels aangesproken moet worden
 Kinderen zijn gemotiveerd, want kunnen hun  Weinig instruciemomenten om iets nieuws te
voorkeur volgen leren
 Kinderen nemen zelf initiatieven, kunnen  Kinderen blijven soms hangen in wat bekend is,
experimenteren verleggen hun grenzen niet
 Kinderen leren ook van elkaar  Sommige kinderen kiezen vluchtig of eenzijdig,
 Aanbod act kan goed gevarieerd worden ook over meer lessen
 Leerkracht heeft gelegenheid voor observeren  Een methodische opbouw vanuit de
en begeleiden bewegingsthema's is moeilijk te realiseren
 Klaarzetten van veel activiteiten kost veel tijd



In groepjes werken: de kinderen spelen in samengestelde groepjes bij verschillende activiteiten;
kortweg ook wel groepjesles genoemd.

Voordelen Nadelen
 Kinderen leren zelfstandig spelen en zelf kleine  Aanvankelijk complexe organisatie
problemen op te lossen  Het werken in groepjes moet eerst opgebouwd
 Gevarieerde lesactiviteiten voldoen aan worden
verschillende behoeften  Lastig te begeleiden als groepjes niet goed
 Veel beurten, veel activiteit samenwerken
 Differentiëren is goed mogelijk  Nieuwe kinderen vragen aparte aandacht
 Afwisseling van zelfstandig spelen en instructie  Klaarzetten voorafgaand aan de les kost veel tijd
 In een kleine en zelfstandige groep spelen  Bij veel nieuwe activiteiten is er ook veel uit te
kinderen onbelast, niemand valt op of uit leggen
 Leerkracht heeft tijd voor observeren en